Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zinne-beelden, oft Adams appel (1642)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zinne-beelden, oft Adams appel
Afbeelding van Zinne-beelden, oft Adams appelToon afbeelding van titelpagina van Zinne-beelden, oft Adams appel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.23 MB)

ebook (9.68 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zinne-beelden, oft Adams appel

(1642)–Jan van der Veen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 267]
[p. 267]

Ian Vander Veens Overzeesche Bruylofs-Zangen

[pagina 269]
[p. 269]

Rijm-lievers.

 
EEr-waarde Vrinden ik bekent
 
Van kleynne vrucht myn Zang te wesen,
 
En dat vry nutter waar gelesen,
 
Het Oude en 't Nieuwe Testament.
 
 
 
De beste Fruyten wertme wars,
 
Verand ringh kan de Mensch bekoren,
 
Hoe vaak wort wel een Knol gekoren
 
Voor d'angename schoone Kars.
 
 
 
Voor 't Clavrigh of 't gebloemde Landt,
 
Voor schaduw-bosschen vol Rivieren,
 
Vervult met zang der vlugge dieren,
 
Verkiestme vaak een dorre Strandt.
 
 
 
De loop of aardtsche wandeling
 
Is ongestadigh, wispeltuirigh.
 
Ook niets en isser soo geduirigh
 
Als werreltsche verandering.
 
 
 
Dies sal maer een geringe Tijt,
 
Het nieuwe van myn oude saken
 
De Ieught, of wie het is, vermaken,
 
Of spyten die. die my benijt.
 
 
 
Tot dat een ander op de baan
 
Brenght nieuwe ongehòorde kuiren,
 
Soo lange (segh ik) sal dit duiren,
 
En daar me isset dan gedaan:
 
 
 
't Kon wesen dattet by-geval,
 
Somtijts wel mocht tevoorschijn komen
 
Gelijk noch somtijts wert genomen
 
In handen 't over Cost'lijk Mal.
 
 
[pagina 270]
[p. 270]
 
Geen kostelijker Mals-bestraf
 
En was ooyt wijss lijker geboren,
 
't Heeft wel geen Roem, maar heugh verloren,
 
Waarom? het nieuw' dat isser af.
 
 
 
Dit niet alleen maar mennigh t' van
 
Vergode verzen der Poëten,
 
Zijn door verand'ring schier vergeten,
 
Hoe veel te eer de mijnne dan.
 
 
 
Of toogh-bevluysde Adams zaadt,
 
('t Gunt Clater-goudt keurt voor Ducaten,
 
Of dubbel blik voor Silver-platen,)
 
Most kommen mijn gezangh te baat.
 
 
 
't En is maar ydelbeyt en pijn
 
Het meeste dattet is geschreven,
 
Dies isser weynnigh an bedreven,
 
Schoon datmen nooyt en las het mijn.
 
 
 
Dan 't is soo 't is, geen geyle praat
 
En sal in dit de Ieught ontstichten,
 
Ik wenschte liever myn gedichten
 
Daar 's morgens bloost de Dageraat.
 
 
 
Seyt yemant 't heeft niet veel om 't lijf,
 
Laat dat vry half gelogen wesen,
 
Want 't strekt de leught tot leeren lesen.
 
En 't ledigh volk voor tijt-verdrijf.
 
 
 
De Splinter-kijker als hy plagh,
 
Is rusteloos van nau te micken,
 
Hy sou tot swijmens-toe verschricken,
 
Indien by inde Spiegel sagh.
 
 
 
Misschien sal ook een schijt-fernis
 
Het soete jok met Gal bestrijken,
 
En dit of dat op schimp gelijken,
 
't Gunt nummermeer gedacht enis.
 
 
[pagina 271]
[p. 271]
 
Het jocken, boerten heeft sijn tijt,
 
Den dans en past niet by den dooden,
 
Het schreyen by geen Feest-genooden,
 
Noch 't lachen daarmen billik krijt.
 
 
 
'k Heb na de maat fa-sol ghespeelt,
 
En na het uir-werk vande luyden,
 
Het Moes bereyt van sulke Cruyden,
 
Daar 't droeve hart wordt me geheelt.
 
 
 
Indien 't de Nijt voor zotheyt acht,
 
En seyt wat mach de Man beginnen,
 
Wat heeft den Broeder in zyn zinnen,
 
Ik kent, 'k heb ruym myn volle vracht.
 
 
 
Hier op soo dient dit kort bescheyt,
 
't Is wijsheyt, sotheyt wel te plegen,
 
Op tijt en maat na 't komt gelegen,
 
En andersins ist malligheyt.
 
 
 
Doch vyandts mondt het rechte misduyt,
 
't En waar de schaamt hem dede swijgen,
 
Of vrees van schande of schate krijgen
 
Voor sijn te redenloos besluyt.
 
 
 
Dies of hy schiet, of schimpt, of lacht,
 
Of raast, of blaast, of vuir of vlam spout,
 
Of sich of stuir, of suir, of gram hout,
 
Daar wert gansch weynigh op geacht.
 
 
 
Want al wat Momi tonge stookt,
 
Moet als een Clap-bus haast verswinden:
 
Mijn kleyn Gericht is voor de Vrinden,
 
En Vrinden kost is haast gekookt.
 
 
 
Stuer Recht

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken