Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een dagverhaal van Jhr. Johan Vegelin van Claerbergen. Omtrent de troubelen van het jaar 1748 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een dagverhaal van Jhr. Johan Vegelin van Claerbergen. Omtrent de troubelen van het jaar 1748
Afbeelding van Een dagverhaal van Jhr. Johan Vegelin van Claerbergen. Omtrent de troubelen van het jaar 1748Toon afbeelding van titelpagina van Een dagverhaal van Jhr. Johan Vegelin van Claerbergen. Omtrent de troubelen van het jaar 1748

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.65 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Editeurs

F.J.J. van Eysinga

Godschalk Horatius van Borssum Waalkes



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een dagverhaal van Jhr. Johan Vegelin van Claerbergen. Omtrent de troubelen van het jaar 1748

(1899)–Johan Vegelin van Claerbergen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 341]
[p. 341]

Bijlage XII.

Vrage. Of men de bewuste 72 art. aan de Stadhr. zal offereren met volle magt om deselve te verschikken, veranderen, vernietigen, vernieuwen, na sijn eigen goeddunken daar bij te voegen.

1.Dat de Stadhr. uit kragt van sijn ampt die magt niet heeft is klaar en betoogbaar, omdat de grondslag van alle hoogheit in de regering en wel insonderheyd in deze Prov. geheel populair is, eygentlijk in de boezem v. 't volk resideert, waarin deselve, omdat de regenten aan de ware intentie v. de ingesetenen niet voldoen, maar alles als omgekeert hebben, thans is wedergekeert.
2.Dus is dan de Stadhr. door het volk erflijk verkoren, en gemaakt, en moet dus van een nieuwe instructie voorsien worden, waarom S.Ht. ook eerst begeert heeft, van sijn Eed aan de Prov. gedaan, ontslagen te worden.
3.Deze nieuwe instructie nog niet opgemaakt zijnde is S.Ht. eygentlijk gesproken, nog buiten affairen, en wort in desen als nog als een particulier geadviseert.
4.De 14 art. v.d. 5 Junij geven hem ook de magt niet om zulk een oppermagt te eyschen, en de Gecomde van O.W. en St., zijn op dat poinct niet gelast blijkende zulk ten vollen uit het laatste v. 't 14 art. waarin zulk gesegt word, dat sij de vrijheijt van zig aan S.Ht. te mogen addresseren aan hun behouden.
5.In dese 14 art. vinden wij het 2de art. 't welk de grondslag is van de 72.
6.Dese zijn volkomen geapprobeerd zonder Stadhr. Bij gevolg de Stadhr. zedert die approbatie der Staten geen meerder magt ontvangen hebbende is niet bevoegt om te eyschen dat in de vraag is voorgestelt.
7.Dit schijnt de Stadhr. ook te begrijpen en te erkennen, omdat hij zig op de belofte den 8 Gecomde aan de kroonprincesGa naar voetnoot1) gedaan beroept.
8.Dit word bij de 8 Gecomde ontkent, die behalven dat ook nog magt nog vermogen hadden zulx te doen.

Dit dan uit den aard der zaken bewesen zijnde, valt de vraag of het wel raadzaam zoude zijn de Stadhr. voor als nog met zulk een volstrekten oppermagt te versien.

Antw. Neen.

[pagina 342]
[p. 342]

Dat alle dese gemaakte art. en die bij de Gecomde nog te maken staan, voor altoos tot een bestendige grondslag voor de volgende regering zullen moeten dienen, waarna alle de ingesetenen zig voortaan zullen moeten gedragen, en derhalven de enige grondslag van vrijheyt en welvaart, dit dan zo te loops uit de hand te geven, was oudtijds geen werk van vrije Friesen, en zoo het ook gepermitteert is jaloers te zijn, past het elk eerlijk ingeseten zulk te zijn, daar het vrijheit raakt, die hij ook aan descendenten ongeschonden moeste overleveren. Wat een dwaasheit het derhalven wesen zoude, den teugel nu hij se in handen heeft te laten slippen, begrijpt elk ligtelijk, die de moeyte wil nemen dit in allen ernst na te denken, omdat de Gecomde mannen alle borgers en ingesetenen zijnde van deze Prov., die thans door een naukeurige navorschinge van alle mesures en derzelve oorspronken zijnde, zelve zeer wel weten waar aan de schoen knijpt, en derhalven beter dan ymant die met oneyndige angstige occupatien beset geen tijd genoeg overig heeft, om alle zaken zelve na te zien, zullen weten overleggen en vaststellen wat het gemene best en oorbaarst is.

En dewijl de Gecomden willen vaceren alle vervallene zaken en finantien weder op een goede voet te brengen, en dat gedaan zijnde dezelve communiceren aan S.Ht., redenen gevende van alle artikelen waarom dus die en niet anders gestelt zijn, als mede omdat de zaken geen uitstel kunnen velen, zoude ik absoluut nageven (= toegeven) dat het gehele stuk moeste afgeven en worden gelijk het opgestelt en begonnen was, blijvende dan ten laatsten nog tijds genoeg over om met de ingesetenen te overleggen of men deselve ter reformatie en voltoying van de Hr. Stadhr. zal defereren.

Wel is waar dat de Woutlieden voorbarig genoeg geweest zijn, in hare separate art. veel aan de Hre. Stadh. te defereren, dog dit is maar een vierde deel; ook hebben ze zig in alles daar na bij de andere Gecomde gevoegt, en zig in alles conform mede gemaakt dat de zaak in deze en anderen kan geven,Ga naar voetnoot1) te meer wijl sij zig in 72 art. conform met alle andere maken, zonder een woort van haar separate art. te melden, en die art. nagelaten zijnde, is van een geheel anderen inhoud, waar uit men met goede redenen zoude kunnen besluiten, dat sij van sentimenten verandert zijn.

Buiten op staat: ‘rakende de opgedragen magt aen S.Ht.’

voetnoot1)
Anna, de vrouw van Willem IV, wordt hier bedoeld. Zij was kroonprinses van Engeland.
voetnoot1)
dat de zaak in deze en anderen kan geven = dat de zaak hierin verandering kan geven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken