Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Amsterdamsche Pegasus (1627)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Amsterdamsche Pegasus
Afbeelding van De Amsterdamsche PegasusToon afbeelding van titelpagina van De Amsterdamsche Pegasus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.17 MB)

Scans (117.17 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Amsterdamsche Pegasus

(1627)–Jacob Janszoon Colevelt, A. Pietersz. Craen, Jan Robbertsz, Matthijs van Velden–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio **2v]
[fol. **2v]

Aende Aemstel-Landtsche Uffertjens, Mitsgaders, aende Rijn-landtsche Nymphjens.

Suycker-soete Beckjens, in Venus gunste gheboren, om te verheerlijcken haer on-vveergadelijcke Troonen, en vviens ziel-roovende schoonheyd verslaeft selfs het moedige gemoedt vanden yseren Mars. min-same Beweegstertjens, die ons kluystert met onver-brekelijcke banden in een eeuwighe doch gewillige slavernye: Dees Zangerinnetjens (geboren in u gunste) komen met geboghen knyen

[Folio **3r]
[fol. **3r]

voor d'Autaer van uwe vvaerdigheydt. op dat sy ten minsten (des vvaerdig zijnde) mogen d'eere genieten van over-schaduwt te vvorden, met een eenigh lonxjen van u blixem-straelende ooghjens: ontfancktse dan, o lustige Basinnetjens! die u konnen niet alleen vermaeck, maer oock dienst doen, als ghy haer hoort roemen u on-vveergadelijcke schoonheyd: de tooverye van u ooghjens, de strixjens van u tuytjens, d'Amber van u lipjens, en noch boven al, alsse uyten u bekoorlijck Sirenische gesangh; daer mede niet alleen het sterffelijck geslacht, maer oock de Goden in d'uyterste vvellust vervoert vvorden, en u de hooghste eere aenbieden: om u verlaet Iupiter sijn Hemel en opper-Throon der Goden: om u Neptunus de zee: om u Pluto de aerde met haer grondeloose diepte: om u Mars den bloedighen krijgh: Mercurius sijn boodschap: Apollo sijn loop: Pan sijn schapen: Bacchus sijn druyven: Vertumnus sijn linden, en Faunus sijn dick-getacte vvouden: om u, om u alleen schijnt haer de Natuur te verlustighen. Noch daer en boven leeren sy u de soete vreughd van Venus, haer aengename kusjens, haer teere snickjens, ziel-toogende suchtjens, over-zijdsche lonckjens, gestole vvinckjens, vleyende vvoordjens, en bekoorlijcke gepeyn-

[Folio **3v]
[fol. **3v]

sen. V ootmoedige Dienaers en Slaven storten door haer uyt, het beweghen van haer ziele in u Minne, de harts-tochten van hun gemoed, de quellige van hun gepeynsen, en 't vyer dat hun innerlijck verbrandt. door haer leert ghy oock d'ellende van te Minnen, sonder vveder gemint te vvorden. Hoe yverigh de liefde is, hoe veranderlijck, hoe verkeert, hoe blindt, hoe onredelijck, hoe onbevveeghlijck, hoe valsch, hoe boos, en onverdraeghlijck hy is. Wederom hoe stantvastigh, hoe trouw, hoe oprecht, hoe soet, hoe geduldigh, en hoe genadigh hy is. Mind dan, Minlievende Geslacht, dees leersame Dochteren van 't geheugh, en teedre Speulnootjens van Apollo, die inden Hengsten-Bron hun in eewighe vreughde baden, en aen haer silverige boord onophoudelijck singhen, verseld vande lach-lievende Venus, de schoone Flora, en altijdt-jeughdige Hebé: Soo ghy haer in danck ontfanght, als sy u van harten geneghen komen vinden, so sweer ick u mijn Soetertjens, by den Throon van Venus, de toorts van Cupido, en de tooverlijcke strael van u min-lockende ooghjens, dat ghy haer so gantsch sult verplichten, dat sy eeuwighlijck by u sullen vvillen vvoonen, en dagelijcx trachten yets nieuws te vinden, om u bevende keeltjens in gestadige oef-

[Folio **4r]
[fol. **4r]

feninge te houden: vvant voor haer staet de lieflijckheydt der Italiaense Deuntjens open, so oock de licht-hippelige France Airs, en d'Engelsche draey-sangen. Gebruyckt dan onderwijl haer aengeboden dienst, die in u plicht geboren, in u plicht en dienst soeckt te leven en te sterven, en u Naem onsterflijck met gulde vviecken door aller menschen monden tracht te voeren, dat de Velden en Wouden daer van vveergalmen. Vaert wel.

      Campanus.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken