Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Noch vanden sacramente. lvi.Ga naar voetnoot+

 
Sente Matheus bescrijft ons dat:Ga naar voetnoot4138-4145
 
Dat die sonde in gere stat
[pagina 243]
[p. 243]
4140[regelnummer]
En heeft te doen der medecine,
 
Mar die sieke, alst es in scine,
 
Heeft der medecine noet.Ga naar margenoot+
 
Hier met betekent hi ons albloet
 
Dat wie in hoeftsonden es,
4145[regelnummer]
Dat sijn die sieke, des sijt gewes.
 
God betekent ons oec dat,Ga naar voetnoot4146-4149
 
Daer hi metten publicane atGa naar margenoot+
 
Ende metten sondaren, als wijt weten,
 
Diene ontfingen, dieke gine eten;
4150[regelnummer]
Mar dat was van buten, nu siet!
 
Van binnen sone ontfingen sine niet,
 
Als wi dat sacrament, sonder waen,Ga naar margenoot+
 
Dat wi van binnen moeten ontfaen.
 
Want sonder twivel, sijt gewes,Ga naar voetnoot4154-4159
4155[regelnummer]
Die in hoeftsonden es,
 
Ontfaet hi daer omtrent
 
Gods lichaem, dat sacrament,Ga naar margenoot+
 
Hi ontfaet daer sonder messen
 
In siere sware verdoemenessen.
4160[regelnummer]
Merct: als bider arken ons Heren,Ga naar voetnoot4160-4175
 
Hier bi mochti .i. teken leren:
[pagina 244]
[p. 244]
 
Dat die minsce geliket hareGa naar margenoot+
 
Dat sacrament ontfaen ten outare.
 
Hier op scrijft sent Paulus dit word:
4165[regelnummer]
Doen die Betsamiten besochten vord
 
Die arke ons Heren, si u becant,
 
Ende si daer ane daden die hant,Ga naar margenoot+
 
Om dat si dochten dat si soude vallen,
 
Doe hem die ossen stieten met allen
4170[regelnummer]
Die arke trocken mede.
 
Oza, die ene hand daer an dede,
 
Starf staphans daer om das,Ga naar margenoot+
 
Want hi onwerdich des was
 
Dat hi sijn hant daer an soude doen,
4175[regelnummer]
Om dat hi der sonden adde geploen.
 
Ga naar margenoot+ Na dien dat die man dus starfGa naar voetnoot4176-4183
 
Anden lichaem, ende bedarf,Ga naar margenoot+
 
Om dat hi in sonden gerede
 
Sine hant an die arke dede,
4180[regelnummer]
So moetsy wel sterven geestelike
 
Ane die ziele, die onwerdelike
 
Dat sacrament, dat waent verstaen,Ga naar margenoot+
 
Ten outare in sonden ontfaen.
[pagina 245]
[p. 245]
 
Daer bi hoedem elc sondareGa naar voetnoot4184-4197
4185[regelnummer]
Dat hi dat sacrament ten outare
 
Niet ontfa ja van binnen.
 
Van buten mogent sondare bekinnen.Ga naar margenoot+
 
Als tontfane den Gods sone
 
Om hem reverentie te donc,
4190[regelnummer]
Gelijc in der manieren al dus
 
Datten ontfaet Zacheus.
 
Waer van binnen in genen stondenGa naar margenoot+
 
Sone souten ontfaen met sonden;
 
Want geen minsce en sal gaen
4195[regelnummer]
Tons Heren tafel, sonder waen,
 
Ende tes viants tafel mede,
 
Gelijc dat Judas dede.Ga naar margenoot+
 
Nu mogedi vord secgen aldus:Ga naar voetnoot4198-4225
 
Dat onse Here Jhesus Cristus
4200[regelnummer]
Selve Judase gaf aldaer
 
Sinen lichaem. Dat es waer;
[pagina 246]
[p. 246]
 
Want hine niet weygeren woude,Ga naar margenoot+
 
Noch sine sonden niet soude
 
Oppenbaren. Nochtan dat Judas
4205[regelnummer]
Al daer ontfinc, wet wel, dat was
 
Te siere verdoemenesse aldaer.
 
Aldus sal doen vorden outaerGa naar margenoot+
 
Die priester: al quame hem alsoe
 
Een minsce vorden outare toe
4210[regelnummer]
Met andren lieden, al wisti gereet
 
Dat hi met Gode waer leet,
 
Ende oec waer sere gebondenGa naar margenoot+
 
Met vulen quaden hoeftsonden,
 
Ende wil hi dat sacrament ontfaen,
4215[regelnummer]
Hi sal hem geven sonder waen,
 
Ja indien datmen openbare
 
Sine sonden en sie harentare,Ga naar margenoot+
 
Want hine sculdich niet en es
 
Vor die liede, des sijt gewes,
4220[regelnummer]
Te wroegen, noch oec doen bekent.
 
Mer die also [nemt] dat sacrament,
 
Hi nemet te siere verdoemnes mede,Ga naar margenoot+
 
Gelijc dat Judas van Gode dede,
 
En waer in dien also, godweet,
4225[regelnummer]
Dat ic hier voren heb geseet.

voetnoot+
Capp. 56 en 57. De twee laatste hoofdstukken van dit eerste boek bestaan uit vertaalde brokjes uit Alb. Magn., De Eucharistia, dist. VI, tract. 4, cap. 3 (p. 138): De ritu hujus sacramenti ex parte sumentis, met dien verstande dat Velthem niet alleen bekort of uitbreidt, maar ook niet altijd den gedachtengang van Albertus volgt: hij rukt de uitgekozen passages uit hun verband en verplaatst ze willekeurig.
voetnoot4138-4145
Albrecht de Groote citeert alleen de bijbelplaats (Matth. 9, 12); de verklaring (vss. 4143-4145) is van Velthem.
[tekstkritische noot]4141 Mar: de M gedeeltelijk op ratuur. 4142 Heeft: de drie laatste letters in het hs. op ratuur. 4144 hoeftsonden hs.: hoeft sonden 4147 publicane: de p- is in het hs. verbeterd uit een b 4148 sondaren: -dar- in het hs. voluit. 4152 sacrament: de -c- in het hs. verbeterd uit een r 4135 hoeftsonden hs.: hoeft sonden 4156 omtrent: om- in het hs. voluit. 4159 sware in het hs. voluit. 4160 Merct in het hs. voluit.
margenoot+
(5)
voetnoot4146-4149
God betekent ons oec enz. Alb. Magn. eerst eenvondig: Et hoc dixit Dominus intrans ad peccatores et manducans et bibens cum eis, waarop dan echter volgt: Ergo ex quo male habet qui est in peccato mortali, magis ipse debet simul sumere medicum et medicinam quam alius.
margenoot+
(10)
margenoot+
(15)
voetnoot4154-4159
Niet bij Alb. Magn., maar blijkbaar een omschrijving van 1 Cor. 11, 29.
margenoot+
(20)
voetnoot4160-4175
Deze verwarde passage is de vertaling van de volgende glasheldere woorden van Albrecht den Groote: Arca enim Domini figura corporis Domini est: et quia illam Bethsamitae indigne receperunt, ideo percussi sunt. 2 Reg. 6Ga naar voetnoot*. Ozum etiam quia magnum indigne extendit ut exciperet, cum boves trahentes eam calcitrassent, divisus est et mortuus. Velthem was blijkbaar verre van bijbelvast, aangezien hij 1 Sam. 6, 19 en 2 Sam. 6, 7 (ook 1 Kron. 13, 9-10) niet alleen zoo schromelijk door elkaar haalt, maar daarenboven de eerste plaats op rekening van Paulus zet.
voetnoot*
Zeker een drukfout van de uitgave; lees: 2 Sam. 6.
[tekstkritische noot]4162 Het hs. heeft wel degelijk geliket zooals Verdam, Middelnederl. Woordenb. 2, 1262 voorstelt te lezen. - hare in het hs. voluit. 4163 outare in het hs. voluit. 4164 sent in het hs. voluit. 4165 besochten hs.: becochten verbeterd door Verdam in Taal- en Letterbode 6, 305 vlg. 4168 soude hs.: soudē 4171 ene door den kopiïst zelf verbeterd uit elne: de l is geëxpungeerd. 4172 Starf en 4176 starf in het hs. voluit. 4177 bedarf in het hs. voluit. 4180 moetsy op staanden voet verbeterd uit moethi - sterven: ster- in het hs. voluit. 4183 outare in het hs. voluit.
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
bl. 15 d.
voetnoot4176-4183
Het eerste deel der vergelijking is van Velthem. Albrecht de Groote zegt: Si autem hoc fuit in figura corporis Domini, multo magis spiritualiter moritur, qui indignus accipit corpus Domini: ex ideo os suum peccator ad corpus Domini non porrigat.
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
[tekstkritische noot]4184 hoedem en sondare en 4185 outare in het hs. voluit. 4192 Waer in het hs. voluit. 4200 aldaer in het hs. voluit.
voetnoot4184-4197
Deze verzen zijn Velthem's bewerking van de volgende passage bij Alb. Magn.: Ad hoc autem quod contra objicitur, dicendum quod in veritate Dominus Publicanis et peccatoribus se exhibuit pro quibus venerat: sed haec fuit exterior receptio per quam aliquis praeparabatur ad interiorem. Exteriori enim reverentia potest Dominus etiam a peccatoribus recipi, sicut fuit a Zachaeo Luc. 19. Sed interius nemo Dominum recipit, nisi digne ad hoe paratus sit. 1 Cor. 10. Non potestis mensae Domini participes esse, et mensae daemoniorum: non potestis calicem Domini bibere, et calicem daemoniorum. Ad aliud autem dicendum, quod corpus a peccatoribus sicut ab Achas et Manasse et Raab meretrice et aliis peccatoribus et pro peccatoribus recepit, sed peccato illud corpus nunquam subdidit, nec in vase immundo unquam collocavit: et ideo non est simile de exteriori receptione et interiori.
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
voetnoot4198-4225
zijn een verwaterde vertaling van het volgende bij Alb. Magn.: Ad aliud dicendum, quod Christus Judae corpus suum cum Apostolis tradidit: quia eum prodere non debuit, nec voluit, sed revocare intendit: sed tamen Jud is ad damnationem suam corpus Domini accepit. Similiter et sacerdos si aliquis peccator, cujus peccatum occultum est, publice inter alios os porrigit, debet sacerdos illi corpus Domini dare, ne eum prodat: ipse tamen ad suam hoc accipit damnationem, sicut et Judas.
[tekstkritische noot]4207 outaer in het hs. voluit. 4209 outare in het hs. voluit. 4213 vulen hs.: wlen met w = vu. - hoeftsonden hs.: hoeft sonden 4217 sie hs.: sijn De verbetering is afkomstig van Verdam, Middelnederl. Woordenb. 3, 156. Vss. 4216-4217 moeten zeker overeenkomen met de woorden [peccator] cujus peccatum occultum est van Alb. Magn. (zie de aanteekening hierboven), zoodat men ook zou kunnen lezen: indien dat niet openbare sine sonden en sijn harentare Maar met de emendatie van Verdam blijft men dichter bij het hs. - harentare in het hs. voluit. 4221 Mer in het hs. voluit. - [nemt] dat sacrament: er ontbreekt zeker een werkwoord in het hs., hetzij dan nemt of ontfaet. 4223 Gelijc hs.: Gelijt
margenoot+
(65)
margenoot+
(70)
margenoot+
(75)
margenoot+
(80)
margenoot+
(85)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken