Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe die coninc vort trac, ende van siere winningen. xxxiiij.

 
Dus es die coninc vord getogen
 
In dese side, wel vermogen,
 
Ende Robbrecht van Vlaendren met
 
Hevet in dander side beset,
2565[regelnummer]
Metten genen die met hem waren.Ga naar margenoot+
 
Dus sijn si in tween gevaren.
 
Die coninc nam daer sine vard
 
Ende wilde te Jherusalem ward;
 
Ende Robbrecht voer besiden,
2570[regelnummer]
Ende wilde te Egipten ward striden.Ga naar margenoot+
 
Ende hier tusseen lach Gemellee,Ga naar voetnoot2571
 
Ende dlant van Sarken, die geveeGa naar voetnoot2572, 2582
 
Waren tien tiden onder hem
 
Op dat lant van Jherusalem.
2575[regelnummer]
Nochtan warense gemage na;Ga naar margenoot+
 
Want Coradijns sone, alsict versta,Ga naar voetnoot2576
 
Die al nu met Jherusalem helt,
 
Ende here was daer af met gewelt
[pagina 358]
[p. 358]
 
Want [sinen] vader viel te dele,Ga naar voetnoot2579
2580[regelnummer]
Was neve Melchiphus va[n] GemeleGa naar margenoot+Ga naar voetnoot2580
 
Ende Melcisemaphats oec mede,Ga naar voetnoot2581
 
Die dlant van Sarken hilt gerede.
 
Dus waren ome beide die gone
 
Salaphas, Corradijn sone,Ga naar voetnoot2584
2585[regelnummer]
Die dus onder hem nu streden.Ga naar margenoot+
 
Ende hier om nu waren gesceden
 
Dese .ij. heren. des sijt gewes;
 
Ende oec die oude Vetiles,Ga naar voetnoot2588
 
Die here es vanden hautesisen,
2590[regelnummer]
Hadde oec geloeft indeser wisen,Ga naar margenoot+
 
Dat hi die van GemellemGa naar voetnoot2591
 
Souden met hem op Jherusalem
 
Doen striden ende in hulpen staen:
 
Ende bander side oec. sonder waen,
[pagina 359]
[p. 359]
2595[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Op Egipten soude doen stridenGa naar margenoot+
 
Die van Sarken. sonder vermiden.
 
Om dit warensi gesceden.
 
Dat sint berau sere hem beden.
 
Dus trac die coninc van Ingelant
2600[regelnummer]
Over dat water, daer ic te hantGa naar margenoot+
 
Af seide daer in verdronken was
 
Halapijn, met beteren pas.
 
Want die coninc met sinen here
 
- Want hi daer over sonder dere
2605[regelnummer]
Oft sonder enige nose reet.Ga naar margenoot+
 
Ende sijn volc lanc ende breet -
 
Doen hi dat water was onverre leden.
 
Quam hi ane een dal beneden,
 
Daer hi vant Serrasine .i. deel.
2610[regelnummer]
Som die lagen op enen casteel,Ga naar margenoot+
 
Som int dal, in selker wisen
 
Alse met quecke ende met spisen,
 
Die de gene brachte vor dien.
 
Die nu ander sins moesten vlien
2615[regelnummer]
Dan si te voren hadden gemect.Ga naar margenoot+
 
Die coninc quam op hem getrect
 
Ende was op hem comen aldare
 
Eer sijs yet worden geware.
 
Si waenden wel hebben dese
2620[regelnummer]
Haer spise gehouden sonder vrese,Ga naar margenoot+
 
Tot dat haer volc ware comen;
 
Neensi. het ward hem saen benomen,
[pagina 360]
[p. 360]
 
Want die metten coninc quamen,
 
Liepen den genen op te samen
2625[regelnummer]
Ende sloegense doet, ende namen alGa naar margenoot+
 
Datsi daer brachten, groet ende smal.

margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
voetnoot2571
Gemellee: zie de aanteekening boven bij I, 369.
voetnoot2572, 2582
dlant van Sarken = Sarcoth; zie de aanteekening boven bij I, 383-384.
margenoot+
(15)
voetnoot2576
Coradijn. Zie de aanteekening bij I, 357.
[tekstkritische noot]2579 Want [sinen] vader viel te dele Verg. boek I, vss. 357-360: Coradijn...dien gaf die vader sijn Damascene, ende die heylige stede van Jherusalem so hilt hi mede enz. 2580 Was neve Melchiphus hs.: Was broeder Melchiphus Uit hoofdstuk 7 van het eerste boek blijkt, dat Melchiphus en Melcisemaphat broeders zijn van Coradijn; zij kunnen dus geen broeders zijn van Salaphas, Coradijn's zoon, maar zijn diens neven. In overeenstemming daarmede worden ze in vs. 2583 de ooms van Salaphas genoemd, en is in vs. 2722 sprake van Die neve entie oem. broeder in dit vs. 2580 is dus fout en verandering in * neve noodzakelijk, tenzij men van meening mocht zijn, dat de fout van Velthem zelf afkomstig zou zijn. - va[n] Gemele hs.: vagemele duidelijk aaneengeschreven. Nu levert Melchiphus vagemele geen zin op; daarentegen wordt een bepaling vereischt waarin zijn machtsgebied wordt genoemd, zooals dit in vs. 2582 bij Melcisemaphat geschied is. De twee genoemde streken zijn ‘Gemellee’ en ‘dlant van Sarken’. Melcisemaphat heerscht over 't laatste, Melchiphus dus over 't eerste; de verandering van 't onverstaanbare vagemele in va[n] Gemele ligt dus voor de hand. 2585 streden: de -r- in het hs. verbeterd uit een tweede -t- 2591 Gemellem hs.: geuiellem zeer duidelijk, maar zonder stip op de -i-; verg. de aanteekening hieronder.
voetnoot2579
want (= want het) [sinen] vader viel te dele: dit heeft Velthem omstandiger verhaald boven I, 357-366.
margenoot+
(20)
voetnoot2580
Melchiphus: blijkbaar dezelfde die in het eerste boek, vs. 367 Melethipus (bij Vincentius echter Melchiphus) heet: zie de aanteekening aldaar.
voetnoot2581
Melcisemaphat: zie de aanteekening bij I, 383-384.
voetnoot2584
Salaphas. Zie de aanteekening bij I, 394-404.
margenoot+
(25)
voetnoot2588
die oude Vetiles. Zie het eerste boek, vss. 1306-1317.
margenoot+
(30)
voetnoot2591
Gemellem = Gemellam, accusatief van Gemella?
[tekstkritische noot]2604 dere in het hs. voluit. 2605 Oft: niet * ende zooals in de aanhaling bij Verdam, Middelnedert. Woordenb. 5, 2550. 2607 onverre: on- in het hs. voluit. 2609 serrasine in het hs. voluit. 2613 Die de hs.: Diede
margenoot+
bl. 24 f.
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
[tekstkritische noot]2628 sarrasijn in het hs. voluit. 2634 starc in het hs. voluit. 2638 haer in het hs. voluit. 2646 Dit vers werd door Lelong overgeslagen.
margenoot+
(65)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken