Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 368]
[p. 368]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Hoe [die] hautecijs den coninc stac, ende hoene die coninc doetde. xxxviij.

 
Des selves morgen, dat in slape
2830[regelnummer]
Die coninc lach ende menich enape,
 
Om datsi tsnachts hadden gewaect,
 
Nu quam die gene so verre geraect
 
Dat hi vor coninc tente quam.Ga naar margenoot+
 
Lettel liede hi vernam
2835[regelnummer]
[A]ndie tente, die doe op waren.
 
[V]orward ginc hi dus daer naren,
 
[Ende] vraechde daer na den coninc,
 
[Di]e hadde bevolen vor dese dinc,Ga naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Quamer enich bode, houde
2840[regelnummer]
Datmen vor hem bringen soude.
 
Om dit ward den genen gevraecht,
 
Oft hi enige boetscap jaecht.
 
Hi seide, ja hi, ende moeste saenGa naar margenoot+
 
Den coninc selve spreken gaen.
2845[regelnummer]
Dus leiden sine vore die dore
 
Daer die camerlinge stoeden vore,
 
Die seide, dattie coninc sliepe.
 
Hi seide, datmenne saen riepe,Ga naar margenoot+
 
Hi moeste sine boetscap sciere doen.
2850[regelnummer]
Hier af horde die coninc den soen,
 
Ende dedene in laten saen
 
Ende hietse alle buten gaen.
 
Doe vraechde die gene, wie hi ware?Ga naar margenoot+
 
‘Ic beent, die coninc,’ seidi daer nare;
[pagina 369]
[p. 369]
2855[regelnummer]
‘Gi moget u boetscap doen coenlike,
 
Ende u letteren geven die gelike.’
 
Alse vollijc als dit die coninc sprac,
 
Nam die gene den cnijf, ende stacGa naar margenoot+
 
Den coninc ene grote wonde;
2860[regelnummer]
Entie coninc ter selver stonde
 
Gegrepen metten arm aldaer,
 
Ende ontwranc hem dmes daer naer,
 
Ende staken doet metten enive.Ga naar margenoot+
 
Ende metten roepen van sinen wive,
2865[regelnummer]
Die vervard was om dese noet,
 
So gaf hi enen crete so groet
 
Datment horde daer buten al.
 
Doen ward ginder .i. groet gescal,Ga naar margenoot+
 
Ende quamen gelopen ter selver stonde
2870[regelnummer]
Ter cameren, daer si vonden
 
Den coninc liegende opten genen,
 
Ende stacken metten enive altenen.
 
Nochtan dattie gene doet was,Ga naar margenoot+
 
Sone constemen met pinen na das
2875[regelnummer]
Den coninc van hem getrucken,
 
So erre was hi om dese stucken.
 
Nochtan waest hem leet daer naer
 
Dat hine aldus doet stac daer,Ga naar margenoot+
 
Hine had hem eerst gevraget, hoe
2880[regelnummer]
Dat dese dinge waren comen toe.
 
Dus was wel na bedrogen die coninc,Ga naar voetnoot2881-2885
 
Om dat hi heymelike ontfinc
[pagina 370]
[p. 370]
 
Dese boetscap vanden valscen quaetGa naar margenoot+
 
Die hem geloeft hadt, met siere daet
2885[regelnummer]
Dlant te winnen in heymelijchede,
 
Ende dan met dus gedaenre valschede
 
Den coninc waende nemen dlijf.
 
Gevenijnt was die enijfGa naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Daer die coninc met was gesteken.
2890[regelnummer]
Om dese dinge sekerleken
 
Was die coninc te barenteert,
 
Ende vander wonden sere gefaelgeert.
 
Om dese dinge sonder waenGa naar margenoot+
 
Keerde die coninc te lande saen.
[tekstkritische noot]c. 38, opschr. In het hs. vóór coninc een punt, zooals boven in vss. 1055 en 1594 en in het opschrift van cap. 15. 2834-2838 Door het verloren gaan van het opgenaaide stuk perkament (zie boven de noot bij vss. 2782-2790) zijn natuurlijk ook op de keerzijde van blad 25, en wel aan 't begin van deze verzen, enkele letters geheel of gedeeltelijk verloren gegaan. 2834 Lettel: van de L is alleen de kop overgebleven. 2836 [V]orward: van de -o- is alleen het rechter gedeelte over.

margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
margenoot+
bl. 25 e.
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
[tekstkritische noot]2862 naer in het hs. voluit. 2865 vervard: -vard in het hs. voluit. 2877:2878 naer: daer in het hs. voluit.
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
voetnoot2881-2885
Zie boven vs. 2703-2717.
[tekstkritische noot]2894 In het hs. vóór coninc een punt, zooals meermalen: zie de noot bij het opschrift van dit hoofdstuk. 2908 naer in het hs. voluit.
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
bl. 25 f.
margenoot+
(65)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken