Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+ Hoe Pirs verhangen ward. xlij.

 
Doen dus die dinc was vord comen,
 
Ward Pirs daer op genomen
[pagina 383]
[p. 383]
 
Ende gebonden hande ende voete;
3090[regelnummer]
Ende ward geleit harde onsoete
 
Op ene kerre, ende gevoert doenGa naar margenoot+
 
Ter galgen ward te Monfacoen.Ga naar voetnoot3092
 
Dit was .i. wonder sekerlike,
 
Want an hem al Vrancrike
3095[regelnummer]
Daer te voren hadde gestaen,
 
Dat dit die hertoge dorst an gaenGa naar margenoot+
 
Met siere macht, met sinen magen,
 
Daert alle die gene toe sagenGa naar voetnoot3098-3119
 
Die wouden ende te Parijs waren.
3100[regelnummer]
Dat hi Pirse dede dus varen
 
Op ene kerre tote Monfacoen;Ga naar margenoot+
 
Daer hem menich hoge baroen,
 
Hertogen ende graven beide,
 
Toter galgen daden geleide,
[pagina 384]
[p. 384]
3105[regelnummer]
Daer hi op verhangen ward.
 
Pirs had in die uutvardGa naar margenoot+
 
Sinen craproen over sine ogen;
 
Doe en woudemen niet geloven
 
Dat Pirs selve ware dat,
3110[regelnummer]
Mar een ander in sinc stat.
 
Des ward thertogen knapen [.i.] erre,Ga naar margenoot+
 
Ende spranc tot Pirse optie kerre,
 
Ende toech hem den craproen af,
 
Soe dat hi sekerheide gaf
3115[regelnummer]
Aldier werelt openbare
 
Dat Pirs vander Broetsen ware,Ga naar margenoot+
 
Diemen ter galgen ward dede vuren.
 
Aldus vergingen die aventuren
[pagina 385]
[p. 385]
 
Den hertoge eerlike daer mede:
3120[regelnummer]
Daer liede hi oec opter stedeGa naar voetnoot3120
 
Hoe hi hadde gedaen die daetGa naar margenoot+
 
Die hier vore bescreven staet;
 
Ende ander dinge liedi met
 
Die hier in niet sijn geset,
3125[regelnummer]
Want mi en donct niet wel gedaen
 
Dat ict hier al dade verstaen.Ga naar margenoot+
 
Daer om latict hier nu bliven,
 
Ende sal u ander dinc bescriven.
 
Die hertoge dede siere suster halen,
3130[regelnummer]
Ende dede den coninc haer betalen
 
Over haren lachter; sonder waen,Ga naar margenoot+
 
Dedi haer crone spannen saen;
[pagina 386]
[p. 386]
 
Ende halpse te rasten harde wel.
 
Doent gehent was, dit spel,
3135[regelnummer]
Keerdi weder te Brabant ward.
 
Ga naar margenoot+ Hier af latic nu die vard,Ga naar margenoot+
 
Tot dat icker weder come toe.
 
Ic moet hier secgen nu alsoe
 
Datmen om Limborch striden began.
3140[regelnummer]
Daer om doet bleef menich man.

margenoot+
bl. 26 d.
[tekstkritische noot]3090 en wert geleijt herde ons. 3092 toeter g. van m. 3093 een w. 3094 vrankerike 3096 hoe dit die Hertoghe dorste aengaen 3097 met sine macht 3098 aen sagen 3100 datti dus pierse dede varen 3101 te Monfacoen 3102 Daert menich h.b.

[C]
3090 werdt geleyt herde o.
3091 eene
3092 T.g. waert te monfaucoen
3093 een wonder sekerlic
3094 W. aen h. al Vranckeric

3096 aengaen

3098 Die ghene toe saghen

3100 pierse
3101 eene k. te monfaucoen
Ga naar margenoot+ 3102 ‖ hoege
3103 beyde
3104 Totter g.d. geleyde
[D]
3089 hand ende voete
3090 ‖ Ende op gevoert herde onsoeteGa naar margenoot+
3091 Op eenre karren al doen
3092 Toter galgen van montfacoen
3093 Dit was wonder
3094 W. aen hem alle v.
3095 had
3096 Hoe dit die hartoge dorste aen g.
3097 M. sijnre m.m. sijnen m.

3099 D.w. die te parijs w.
3100 ‖ D. hij piertse so dede v.Ga naar margenoot+
3101 Toter galgen van montfaucoen
3102 Daer menich edele hoge baroen

3104 T. galghen daden gheleide

3090 onsoete en 3091 kerre in het hs. voluit. 3098 Daert in het hs. voluit.
margenoot+
bl. 68 d.
margenoot+
bl. 47 d.
margenoot+
bl. 48 a.
margenoot+
(5)
voetnoot3092
Monfacon = Montfaucon, een galgenveld nabij Parijs.
margenoot+
(10)
voetnoot3098-3119
= Heelu 1406-1427.
margenoot+
(15)
[tekstkritische noot]3105 an verh. waert 3106 Piers hadde in sine uutvaert 3107 s. caproen over die oghen 3108 Doen en w.n. ghel. 3109 Piers 3110 maer e.a. in sijn st. 3111 wert tsertogen knape i. erre 3112 en spr.Ga naar margenoot+ te Pierse op die k. 3113 ‖ en dede hem den capr. af 3114 datti sekerhede 3115 der 3116 Piers 3117 waert dede tier uren 3118 dus vergingen sijn a.

[C]
3105 Dair hi op v. wart
3106 Piers hadde in die uutvaert
3107 caproen o. sijn oeghen
3108 Doen w.n. geloeven
3109 piers s. waer
3110 Maer e.a. in sijn stat
3111 Dies was tshertogen knape erre
3112 piers op die k.
3113 caproen aff
3114 sekerheden gaff
3115 Alder werelt openbaere
3116 piers v. broitsen
3117 weert dede vueren
3118 A. verghingen die avontueren
[D]
3105 D. hij aen gehangen waert
3106 Pierts hadde tsiere uytvaert
3107 S. caproen over dogen
3108 Doen
3109 Dats pierts s. waer dat
3110 Maer e.a. in sijn st.
3111 Dies waert tshertogen knapen een e.
3112 E.s. tot hem op die karre
3113 E. tooch h.d. caproen af
3114 So dat hij
3115 Alder w.
3116 Dat hij pierts vander broechen w.
3117 D.t.g. dede vueren
3118 Dus v. sijn avontueren

3105:3106 ward: -vard in het hs. voluit. 3106 uutvard hs.: uut vard 3107 craproen behoort niet veranderd te worden in * caproen zooals C. van de Water, Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 9, 247 wil: de vorm craproen komt meer voor: zie Verdam, Middelnederl. Woordenb. i.v. 3111 [.i.] erre: het lidwoord is ingevoegd in overeenstemming met de lezing van de varianten uit de hss. B en D der Brabantsche Yoesten en met Heelu vs. 1419. 3116 broetsen: in het hs. veeleer broecsen 3117 vuren hs.: wren
margenoot+
blz. 164.
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
[tekstkritische noot]3119 hertoghe eerlijc 3120 lijde hi op die st. 3122 voren 3123 ende ander lijde hi met 3124 die hier niet en staet geset 3125 tot en met 3128 ontbreken. 1329 Die hertoghe dede sier s.h.

[C]
3120 D. lijdde hi oic

3122 hier boven gescreven
3123 dinghen lijdde hi met
3124 Die hier niet in en s.g.
3125 W. my en dunct
3126 dede
3127 Dair
3128 dinghen scriven

3129 sijn zuster
3130 Con.

3132 Crone
[D]
3119 eerlijc
3120 Doen lyede hij daer ter st.
3131 Hoe hij had
3122 voren
3123 dinc lyede hij met
3124 D.h. niet en staen g.
3125 tot 3128 ontbreken.

Opschrift: ‖ Hoe de hertoge sijnre suster verlosteGa naar margenoot+ Ende cronen dede. Ivij.
3129 [D]ie h.d. sijnre s.h.

3131 ‖ = tekst.Ga naar margenoot+
3132 Dede hij

3126 al dade hs.: aldade 3131 haren: har- in het hs. voluit. 3132 haer in het hs. voluit.
margenoot+
bl. 48 c.
margenoot+
bl. 48 d.
voetnoot3120
hi = Piers. Deze terechtstelling had plaats den 30sten Juni 1278.
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
[tekstkritische noot]3133 en h. te r. herde w. 3134 Doen gheint 3135 waert 3136 dat waert 3137 doet icker 3138 Ic m. liver seggen 3139 Dat men 3140 ome doot

[C]
3133 herde
3134 Doen gheeyndt w.
3133 Keerde hi w. te Brabant waert
3136 H. aff l. nu die vaert

3138 seggen
3139 lymborch
3140 Dair om dat doot bleeff
[D]
3133 E.h. te vreden herde w.
3134 Ende doen geint w.
3135 Keerde hij w.t.b. waert
3136 Hier latic nu dese vaert
3137 Tote ic daer weder come toe
3138 Ic m. hier nu seggen hoe
3139 ‖ strijdenGa naar margenoot+
3140 doot
Varianten uit hs. C der Brabantsche Yeesten.
Opschrift: Hoe een gemeen cruysvaert geordineirt was te treckene opt landt van Arragoen 3141 Na rodolffs doot eene st. 3142 Soe werdt een crusinghe cont 3143 groete landt 3144 in sijn handt

3136 en c. as, opschr. vard in het hs. voluit. 3141 Naer in het hs. voluit.
margenoot+
bl. 49 a.
margenoot+
bl. 26 e.
margenoot+
(50)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken