Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.57 MB)

Scans (22.94 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

(1931)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[xxii]

 
Doemen screef ons heren jaer
 
.xiii. hondert ende .ii., vorwaer,
[pagina 288]
[p. 288]
1495[regelnummer]
Op enen Goensdach, dat verstaet,Ga naar voetnoot1495
 
Ga naar margenoot+ So geviel .i. grote daet
 
Den Vlaminge tegen die Fransoyse,Ga naar margenoot+
 
Want menige brachtsi in die noyse,
 
Die daer blidelike quamen.
 
1500 Alsi te gader souden ramen,
 
Tekenen sachmen daer mettien
 
Boven die Fransoyse geseien.Ga naar margenoot+
 
Daer vlogen swerte vog[e]le met alle.
 
Die daer maecten grote gescalle.
1505[regelnummer]
Ende boven die Vlaminge vlogen daer
 
Witte vogele, dit was waer.
 
Oec sachmen daer ander tekine:Ga naar margenoot+
 
Vele cleinre ster[r]ekineGa naar voetnoot1508
 
Sachmen daer inden hemel staen.
1510[regelnummer]
Tachterst so quam vortgegaen
 
Onder hem ene grote sterre,
 
Daer die cleine om worden erreGa naar margenoot+
 
Ende gingen haer alle toe.
 
Die grote vergine, men wiste hoe.
1515[regelnummer]
Dit waren teken tontsiene wel,
 
Maer het dochtem algader spel.
 
Nu hort vanden stride tbegin:Ga naar margenoot+
 
Van [Brabant] ter zeewaerd in.
 
So quaemt al te hulpe den grave,
1520[regelnummer]
Elc met enen gepinden stave,
 
Sonder alomme die van Gent
[pagina 289]
[p. 289]
 
Ende dien .iiii. Ambacht ende Waes omtrent,Ga naar margenoot+
 
Dese en waren ten wige niet.
 
Maer Jan Bo[r]luut, wats gesciet,Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Hadde cnapen gecoren uut Gent,
 
Die daer waren met genent,
 
Ende hi was oec uut Gent geboren.Ga naar margenoot+
 
Die nacht leet, die dach quam vore,
 
Ende recht wel te sonne opstane
1530[regelnummer]
Sachmen .i. vier beginnen te gane
 
Uten casteel. Dat ginc menich merken
 
Wat dit vier soude werken.Ga naar margenoot+
 
Si meinde[n], als iet sal bedieden,
 
Ende wijsden buten haren lieden,
1535[regelnummer]
Die castelein entier waren binnen,
 
Waermen die stede best mach winnen.
 
Nu hort hoe sijt omme droegenGa naar margenoot+
 
Ende hoe sijt vier nedersloegen.
 
Ende droegent omme in der gewoude,
1540[regelnummer]
Alse der storm na naken soude
 
Met enen starken blakenden brande,
 
Ende bleven staende jegen die viande.Ga naar margenoot+
 
Alsijt omme hadde[n] gedregen,
 
Recht ten Grauwen Nonnen jegen,Ga naar voetnoot1544
1545[regelnummer]
Scoten sijt neder jegen hagedochtenGa naar voetnoot1545
[pagina 290]
[p. 290]
 
Ga naar margenoot+ Alse verre alsijt scieten mochten.
 
Dit was .i. teken, sonder decken,Ga naar margenoot+
 
Datmen daerwaer moeste trecken
 
Soudemen hem in hulpen comen.
1550[regelnummer]
Artoys heeft dit teken vernomen,
 
Ende trac bat omme ter sonnenwaerd.
 
Noch droegende alle bloet .i. swaerdGa naar margenoot+
 
Ende togeden datsi in node lagen
 
Den Fransoysen die daerwaerd sagen.
1555[regelnummer]
Si waenden wel hebben gedaen
 
Ende wijsden se daer se niet conden ontgaen
 
In .i. n[e]d[er]inge vol van grachten,Ga naar margenoot+
 
Daer si hem niet jegen en wachten,
 
Daer si in haer doet oec varen,
1560[regelnummer]
Alst hierna sal openbaren.
[tekstkritische noot]1503 vogele hs.: vogle 1508 sterrekine hs.: stertekine 1510 vortgegaen hs.: vort gegaen 1518 Brabant: het woord ontbreekt in het hs.; zeewaerd hs.: zeew'd.
voetnoot1495
Goensdach = Woensdag 11n Juli 1302
margenoot+
bl. 47 b.
margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
margenoot+
(15)
voetnoot1508
sterrekine: Alhoewel stertekine een goeden zin geeft, lijkt ons de emendatie gewenscht wegens de gelijkheid van het rijmwoord die de kopiist kan beinvloed hebben.
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
[tekstkritische noot]1524 Jan hs.: Ian; Borluut hs.: Boluut 1525 uut hs.: wt 1529 opstane hs.: op stane 1538 nedersloegen hs.: neder sloegen 1544 jegen hs.: iegen.
margenoot+
(30)
voetnoot1524
Jan Borluut was uit Gent verbannen geweest met een zeker getal wevers en volders
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
voetnoot1544
ten Grauwen Nonnen: het klooster van Groeninghe, ten N.-O. van Kortrijk
voetnoot1545
hugedochten = vestingmuur (lat. aquaeductus). Verdam stelt in zijn Middelnederl. Woordenb. als emendatie voor: ‘jegen hare gedochten’. De beteekenis is hier wel dat de bezetting van het kasteel binnen de stad den buitenmuur van de stad tracht aan te wijzen, waar de aanval moet gebeuren (cf. Jean d'Outremeuse: ‘et alat tout altour de la fortereche et puis le gettat en fons del fosseit’).
[tekstkritische noot]1548 daerwaerd hs.: d'w'd 1551 sonnenwaerd hs.: sonnenw'd 1552 swaerd hs.: sw'd 1557 .i. nederinge hs.: nodinge. De beroemde emendatie rodinge voor nodinge is van M. De Vries, de laatste die hij gemaakt heeft voor zijn dood, in 1892 (Cf. Verdam. Levensbericht van M. De Vries) Rodinge kan beteekenen: ‘een pas gerooid land, een stuk lands pas van het houtgewas ontdaan en ter ontginning voorbereid’. Rodinge komt echter elders in het Mnl. niet voor, wel in het Mnd. In hedendaagsch Vl. dial. treft men reulinge, rolinge (rodelinge) aan in de beteekenis van: ‘wortels en struiken van een gerooid kreupelbosch’. Dr Willem de Vreese heeft in een bijdrage gedagteekend Gent, 1916. maar eerst verschenen in 1921 in het Tijdschrift voor Nederl. Taal- en Letterkunde, 40e dl., N.R., 32e dl., 2e en 3e afl., bl. 182, de geschiedenis medegedeeld van de beroemde emendatie van de Vries. Hij maakt het aannemelijk dat hier nederinge moet gestaan hebben, hetgeen voortreffelijk past bij ‘vol van graetten’ en ook paleographisch verklaarbaar is door een verkeerde oplossing van een oorspronkeliike verkorting ned'inge, door een latere kopiist tot nodinge vervormd. 1558 jegen hs.: iegen 1560 hierna hs.: hier na Titel: Zools in een voorgaande nota werd opgemerkt is hier ook de titel verkeerd, er staat: Hoe Artoys te Vlaendren ward trae ende hoe mijn her Gi Winendale belach .xix 1562 Heren hs.: Here.
margenoot+
bl. 47 c.
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
(65)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken