Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina VII]
[p. VII]

Een woordje vooraf
(bij boek VI, VII en VIII)

Aan het slot van boek VI (van vers 1415 af) zijn de filologische aanteekeningen door Dr. A. van Loey aangevuld, terwijl voor tekst en apparatus door Dr. P. de Keyser werd gezorgd.

Van boek VII en VIII werden de tekst vastgesteld, de nota's ter verantwoording hiervan en de filologische ophelderingen opgesteld door Dr. A. van Loey. Hier werden dezelfde regels in acht genomen, als door Dr. W. de Vreese voor de eerste boeken toegepast, en wel om de eenheid van de uitgave niet te schaden, hoewel de derde medewerkende filoloog voorstander van de diplomatische uitgave is.

Daarom werd bij het emendeeren zeer voorzichtig te werk gegaan: zoo is het bijvoorbeeld zeer twijfelachtig, of wij de afwezigheid der -n als fout mogen aanzien in boek VIII, vs. 392 dat si hem sele mogen ontgaen (sandhi!), ook in boek VIII, cap. 14 verrisenesse. Slechts daar, waar wij voor blijkbaar foutieve woorden staan, werden verbeteringen aangebracht steeds in overeenstemming met de Latijnsche bron, waarop de bewuste passage teruggaat. Elders werd slechts zelden verbeterd, soms in het geheel niet, waar nochtans de tekst corrupt of fout was (bijv. het rijm winden: vinden, VII vs. 496; of Scivias voor het correcte Divinen, VII vs. 1471; of ook bedecke, VII vs. 1986). De lezer moge hier zelf zijn emendatie wagen! Er werd naar gestreefd, zooveel mogelijk conservatief te werk te gaan, niet zonder verantwoording of opheldering er bij te voegen. Daarom zijn sommige aanteekeningen

[pagina VIII]
[p. VIII]

wat breedvoerig uitgevallen, als bijvoorbeeld die over geleerde: faelgeerde (VII vs, 1353 v.), of beelde (VII vs. 1364), enz. Overigens zie men hierover het opstel Tekstcritiek en Dialectologie, van Dr. A. van Loey, verschenen in de Handelingen der [Belgische] Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, IX, 1937, blz. 293-301. Evenzoo weze voor het Brabantsch taaleigen (dus ook van Lodewijk van Velthem) verwezen naar de Bijdrage tot de kennis van het Zuidwestbrabantsch in de 13de en 14de eeuw. Fonologie, van denzelfde (Tongeren, G. Michiels-Broeders, 1937. Werken uitgegeven door de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie - Vlaamsche Afdeeling - 1).

In boek VIII werden niet overal de zinspelingen op den Bijbel en de Kerkvaders nader verklaard, noch werd er naar de betreffende passage verwezen. Daartoe ontbrak eenvoudig de tijd; vaak ook de mogelijkheid. Bewuste zinspelingen komen trouwens reeds in de bron voor, nl. den Epilogus van Vincentius Bellovacensis' Speculum. De taak van den filoloog-uitgever was hier immers uitsluitend het mnl. taaleigen verstaanbaar te maken.

Den lezer verzoeken wij niet te verzuimen, een blik te slaan op de lijst der Aanvullingen en Verbeteringen.

Ten slotte is het ons een zeer aangename plicht, de Universiteitsbibliotheek te Leiden, die ons geruimen tijd het handschrift (cod. E 14) te Brussel ter inzage toevertrouwde, ten zeerste te bedanken, alsook Prof. Dr. R. Verdeyen, die een waakzaam oog over tekst en nota's liet gaan, waarbij we van menige schrandere suggestie van zijnentwege mochten gebruik maken.

A. van Loey.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken