Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Een gescienesse van der coninginnen, ende hoe die coninc te Baselewerd voer .iii.

 
Een Minderbroeder brinct ons te voren
 
Die van Eversberge was geboren,Ga naar voetnoot134
135[regelnummer]
Ende die der coninginnen als ict las
 
Van allen stucken biechter was,
 
Dese wiste al haer heymelycheit,Ga naar margenoot+
 
Hi seget ons inder waerheit
 
Datsi wel .x. iaer daer te voren,
140[regelnummer]
Eer haer man dus was gecoren
 
Coninc te sine, seide vorwaer
 
Dat ember soude gescien daer naerGa naar margenoot+
 
Dat haer man coninc soude sijn,
 
Maer si en seide geen termijn,
145[regelnummer]
Weder cort soude sijn oft lanc,
 
Maer si seide dit sonder wanc
 
Dat ember van hem soude gescien.Ga naar margenoot+
 
Dit sceen ember een teken van dien
 
Dat sijt wiste bi Godlijchede,
150[regelnummer]
Ende dat oec was Gods mogenthede
 
Dattie vrouwe lange vorseide.
 
Dit hilt si in haer heymelijcheide,Ga naar margenoot+
 
Dat sijt niemen dede verstaen
 
Dan haren biechter sonder waen,
155[regelnummer]
Tot dat die dinc was gesciet.
 
Dese Minderbroeder ons bediet
 
Ga naar margenoot+ Na datsi dus waren vercoren daerGa naar margenoot+
 
Coninc ende coningin vorwaer,
 
Datsi hem hilden so suverlike
160[regelnummer]
Ende al dambacht datten keyserike
[pagina 8]
[p. 8]
 
Stont ende horde, na haer macht,
 
Hebben si altoes volbracht.Ga naar margenoot+
 
Metten, getide hordense mede,
 
Waersi waren in elke stede,
165[regelnummer]
Ende messe mede oec alsoe,
 
Daer hilt hi papen ende clerken toe.
 
Dit waren haer seden, alsict las,Ga naar margenoot+
 
Na dat hi coninc gemaect was.
 
Willem van Aken seget vort
170[regelnummer]
Dattie coninc maecte acort
 
Met alden heren van Aelmaengen,
 
So dat hi wel ende sonder calaengenGa naar margenoot+
 
Varen mochte dlant al dure.
 
Ridders, seriante, vremde gebure,
175[regelnummer]
Waer dat hi quam si warens blide
 
In Aelmaengen wide ende side.
 
Dus trac hi vort, dat verstaet,Ga naar margenoot+
 
Overmids den gemeinen raet
 
Met vele der gesellen sijn
180[regelnummer]
Tote Basele vort opten Rijn.
 
Daer lach hi een stic nu terstont
 
Ende dede weten ende maecte contGa naar margenoot+
 
Sinen vrienden sinen wille.
 
Daer quamen hem an lude ende stille
185[regelnummer]
Van Aelmaenge, van OeseningeGa naar voetnoot185
 
Van Brabant, Hennewiere, Vlaminge,
 
Van allen landen vort alsoeGa naar margenoot+
 
Quamen hem ginder liede toe.
 
Men sach nieman sonder scat
190[regelnummer]
Die mochte hebben gedaen dat,
 
Dattie coninc ginder dede.
 
Sekerlike daer was God mede,Ga naar margenoot+
[pagina 9]
[p. 9]
 
Hine hads anders niet mogen doen,
 
Waest banroest oft ridder of gersoenGa naar voetnoot194
195[regelnummer]
Dat hem ginder so trac an,
 
Al ontfinct die edel man.Ga naar voetnoot196
 
Dat recht oec dat te Basele wasGa naar margenoot+
 
Heeft ontfaen, sijt seker das.
[tekstkritische noot]Opschrift: Baselewerd hs.: basele w'd 140 haer hs.: haer h' 142 daer naer hs.: d' n' 158 vorwaer hs.: vor w'

voetnoot134
Eversberg, thans Everberg, 10½ km. ten W. van Leuven.
margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
margenoot+
bl. 60 f.
margenoot+
(25)
[tekstkritische noot]175 Waer hs.: W' 186 Hennewiere hs.: hemewiere.
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
voetnoot185
Oeseninge = het land van Ardennen.
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
[tekstkritische noot]196 die edel man: Lelong drukt ten onrechte ‘die Edelman’ 197 Basele hs.: basche 199 Doe men hs.: Doemen 200 .xiii. hondert ende .x. hs.: .xiii. ende .x. 203 Boyeem hs.: beyem 204 Des conincs dochter hs.: Des conines dochter hs.: Des . co' . docht'.
voetnoot194
banroest (baenrotse) = baanderheer; gersoen (garsoen) = schildknaap
voetnoot196
die edel man = Hendrik VII
margenoot+
(65)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken