Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Varianten Spiegel: Leuvensch Fragment.

 
Ga naar margenoot+ Wel met .ccc. man
 
Doe maecten si groot geruchte dan
 
Al offer .m. hadden gewesen.
 
Die viande worden doe in vresen
5[regelnummer]
Ende worden daer of te barenteerd
 
So seere, dat si worden ghesconfierd,
 
Ende vloen alle dattere was,
 
Ende lieten also den pas.
 
Dus wan dien keyser den pas gereet
10[regelnummer]
So datmen daer niet ne street,
 
Want si .ccc. ofte min
[pagina 118]
[p. 118]
 
Die vandenberge togen in,
 
Ende daden se vlien met scanden groot.
 
Nu vloe dus gheent conroot
15[regelnummer]
Te Florensen waert met haesten,
 
Want daer doe ten alre naesten
 
Ghetogen was; daer toghen si in.
 
Daer ontsagen si den keyser min
 
Dan si ten passe daden, godweet.
20[regelnummer]
Hier sulsi seggen ghereet
 
Den keyser te weder stane van al;
 
Al hebben si voren ghehadt mesval,
 
Si sullen[t] wreken hier te stat:
 
‘Want hi es nu in onse gewat
25[regelnummer]
So verre comen, dat verstaet,
 
Dat hi van hier niet ontgaet’.
[tekstkritische noot]1. Het bovenste gedeelte van de letters is weggesneden 5 daer: voluit in het hs., even zoo beneden 10, 17; verder nog in hoofdstuk XLV, 44, 54, 61; overal elders d'.

Var. Sp.: L.F.: Het Leuvensch Fragment van den Spiegel historiael werd beschreven door Prof. Dr C. Lecoutere in Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie (1906. blz. 755-768). Het bestaat uit een dubbel blad perkament, een in tweeën geplooid vel, dat het binnenste van een katern is geweest; de rechter kant en de bovenste zijde zijn afgesneden, ten gevolge waarvan elke kolom bovenaan negen of tien regels ontbreken. Het meet nog 325 millim. bij 217 (grootste breedte); op elke zijde staan twee kolommen van elk omtrent 40 verzen.

Blijkens het schrift, dat regelmatig, duidelijk en goed leesbaar is
(Prof. C. Lecoutere geeft bij zijn artikel: Een nieuw Fragment van Lodewijk van Velthem's Spiegel historiael’ een fac-simile, zie Verslagen en Mededeelingen, 1906. bl. 755), moet dit hs. uit het midden van de XIVe eeuw dagteekenen. Elk hoofdstuk begint met een roode of blauwe hoofdletter, over drie versregels reikend, maar zonder versiering. De opschriften der hoofdstukken zijn met zwarten inkt door den kopiist zelf geschreven; het er bij behoorend cijfer is telkens rood doorstreept (met inzonderheid van hoofdstuk XLV. Rood doorstreept, elk afzonderlijk, zijn ook de hoofdletters waarmede elk vers aanvangt.

De tekst van het
Leuvensch Fragment, acht kolommen van omtrent 40 verzen, dat is dus ±320 verzen, op malkaar volgend met achtmaat een kleine leemte van ±10 regels, loopt van ongeveer het midden van het XLIVe hoofstuk tot bijna het einde van het XLIXe. Op deze plaats vertoont het hs. van Leiden een nogal aanzienlijke leemte, nl. het begin van het XLIIe tot midden in het XLVIe hoofdstuk.

De Gentsche Fragmenten vullen deze leemte gedeeltelijk aan.

Naar de berekening van
M. De Vries en G. Verwijs (Sp. hist. Maerlant, 3de deel, Leiden, 1863, bl. 455 en volg.) ontbraken nog omtrent 120 regels. Het Leuvensch Fragment doet er de kleine helft van aan de hand, nl. 53 regels.

De uitgave van
Prof. C. Lecoutere geeft zoo getrouw mogelijk den tekst van het hs. weer, met dien verstande dat de gebruikelijke afkortingen zijn opgelost, i en j, u en v naar hun hedendaagsche klankwaarde gebruikt, hoofdletters en leesteekens aangebracht.

margenoot+
fo f ro a.
[tekstkritische noot]15 waert: voluit in het hs. 18 Daer hs.: D', zooals telkens aan het begin van het vers, behalve hoofdstuk XLV, 22.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken