Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Noch vander bliscap der zielen. .xxix.Ga naar voetnoot+

 
Sente Bernard seget dat:Ga naar voetnoot1463
 
Dat alle bedalle daer ter statGa naar voetnoot1464
[pagina 402]
[p. 402]
1465[regelnummer]
Alle die soetheit niene can
 
Die[n] minsce gescien, die daer an
 
Hem heeft, die maker esGa naar margenoot+
 
Alles dinges, sijt seker des;
 
Also alsemen int boec vent
1470[regelnummer]
Vander zielen enten geesten omtrent.
 
Twee dinge inden minsce sijn:
 
Dats die sijn van binnen fijn,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1472
 
Ende die sijn van buten mede;
 
Ende yegewelc heeft ter stede
1475[regelnummer]
Sijn huus, daer menne in wedermaect.
 
Die sin van buten werd oec gesaectGa naar voetnoot1476
 
In ere sinninge der minscelijcheit,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1477
 
Ende daerom seit hi, in der waerheit,
 
Dat god minsce gemaect was
1480[regelnummer]
Om dat hi in hem selven na das
 
Den minsce altemale soude
 
Heilegen, op dat hi selve woude;Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1482
 
Ende om dat ie begeringe, alsict verneme,
 
Vanden minsce quame te heme,
1485[regelnummer]
Ende alle die minne in hem quame,
 
Ende alle dinc van hem name,
 
Dit waer al den minsce goet;Ga naar margenoot+
 
Want also als ict verstoet,
 
Ginge hi in, ginge hi uut,
1490[regelnummer]
Hi vonde weide al overluutGa naar voetnoot1490
[pagina 403]
[p. 403]
 
In sinen makere, seldi verstaen;
 
Want eest van buten, also saen,Ga naar margenoot+
 
Dats int vleesch, hoe soet gaet,
 
Sijns behouders, dat verstaet;
1495[regelnummer]
Ende eest van binnen, so eest mede
 
In des sceppers godlijchede.
 
Dat derde es, dat van desen levenGa naar margenoot+
 
Die onsaligen uut gaen ende begeven,Ga naar voetnoot1498
 
Dattie ingele noyt en mochten
1500[regelnummer]
Proeven, in en[i]gere gedochten.
 
Also alse Augustijn hier seit
 
Uten boeke der biechten gereit:Ga naar margenoot+
 
Over al door die bliscap, godweet,
 
Die meerre moednesse [men] vergeet;Ga naar voetnoot1504
1505[regelnummer]
Na ene grote siechede,
 
Volget een hoge genesen mede;
 
Ende na groten rouwe, wetet wel,Ga naar margenoot+
 
Volget bliscap ende spel;
 
Die in der proverbien geseget met,
1510[regelnummer]
Die inde canteken sijn geset.Ga naar voetnoot1510
[pagina 404]
[p. 404]
 
Daerom die materie vanden loven,
 
Die de heyligen singen boven:Ga naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ ‘Gebenedide, Here, die ziele mijn,
 
Ende alle die onder mi sijn!’
1515[regelnummer]
Dit werd daer gesongen clare.
 
Ay! die dan in die scareGa naar voetnoot1516-1518
 
Vandien sange mochte comen,Ga naar margenoot+
 
Hem worde alle droefheit benomen!
 
Men sinct daer oec: Wi sijn verblijt,
1520[regelnummer]
Om dat wi leiden onsen tijt
 
In onsen dagen in oetmoedichede!
 
Wi sijn oec comen (sinctmen mede)Ga naar margenoot+
 
Vander doet ter bliscap al,
 
Die ons ewelijc duren sal!
1525[regelnummer]
O wi! die dus singen mach
 
Om .i. lettel hier verdrach;Ga naar voetnoot1526
 
Ende o wi! die dit singen daer verliest,Ga naar margenoot+
 
Ende comt daer hi ewelike riest!Ga naar voetnoot1528

voetnoot+
Cap. 29. Vertaald naar Vincentius' Epilogus, c. CXXVI
voetnoot1463
Bernard = Bernard van Clairvaux (1091-1158). De volgende regels, welke Velthem aan den H. Bernardus toeschrijft, behooren eigenlijk tot den H. Augustinus (Liber de spiritu et anima, in Patrol. lat., XL, 829)
voetnoot1464
alle bedalle = in het geheel.
[tekstkritische noot]1466 die[n], emend. M.W., 1, 320 1476 buten hs.: binnen (emend. M.W., 7, 1161); Vinc.: sensus...exterior (reficitur) in contemplatione humanitatis 1483 ie hs.: ic.
margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
voetnoot1472
sijn = zin (Vinc.: sensus interior scilicet et exterior), vgl. ook vs. 1476 die sin van buten
voetnoot1476
gesaect = herschapen (Lat.: reficitur), of: gebracht, gevoerd tot (M.W., VII, 80 en 1161)
margenoot+
(15)
voetnoot1477
sinninge = overpeinzing, bespiegeling
margenoot+
(20)
voetnoot1482
op dat = indien; hi = de mensch (Christus zal den mensch heiligen, indien deze het maar wil)
margenoot+
(25)
voetnoot1490
weide: Vinc.: pascua.
[tekstkritische noot]1492 buten: Lelong las binnen 1497 derde in het hs. voluit 1503 door hs.: d' (emend. M.W., 4, 1831) 1504 [men]: emend. M.W., ibid. - meerre in het hs. voluit.
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
voetnoot1498
begeven=verlaten
margenoot+
(40)
voetnoot1504
moednesse = vermoeidheid
margenoot+
(45)
voetnoot1510
canteke = Sermones de Cantico Canticorum. De verhouding van verzen 1509-1510 tot wat voorafgaat en volgt, is niet duidelijk. Met proverbien en canteke wordt het werk Sermones in Cantica Canticorum van den Hl. Bernardus, abt van Clairvaux, bedoeld (Migne's Patrologiae C.C., deel 183, kol. 1110 C), en wel zoo, dat proverbie voor sermo (nr 68) staat, wat bij Vinc. heet super cantica, homelia 68. Wat nu in gemelde sermo 68 van Bernardus voorkomt, en dat door Vincentius woordelijk is overgenomen, staat niet - ook niet eens samengevat - bij Velthem: tu putas Deum nostrum totam habiturum suae gloriae laudem, donec veniant qui in conspectu angelorum psallant sibi (en het volgende nu vinden we wel bij Velthem, vs. 1519 vlgg.): Laetati sumus pro diebus quibus nos humiliasti, enz.
[tekstkritische noot]1515 clare en 1516 scare in het hs. voluit 1527 o wi die hs.: om dat (emend. M.W., 5, 1; 8, 2045) Cap. 30, opschr.: gebrukenesse hs.: gelenkenesse; Lelong las: gedenkenesse; emendatie die gerechtvaardigd wordt doordat dit hoofdstuk de vertaling is van Vinc.: de deitatis fruitione, en vgl. mede gebruyckenisse Gods in M.W., 2, 1021.
margenoot+
(50)
margenoot+
bl. 92 f.
voetnoot1516-1518
: die verzen zijn van Velthem alleen
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
voetnoot1526
verdrach = leed, smart
margenoot+
(65)
voetnoot1528
riest = er ellendig aan toe is

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken