Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een zoon en zijn moeder (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een zoon en zijn moeder
Afbeelding van Een zoon en zijn moeder Toon afbeelding van titelpagina van Een zoon en zijn moeder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (64.22 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een zoon en zijn moeder

(1923)–Jan Veltman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

V.

Alard leidde weer zijn onbezorgd leven. Hij werkte hard als 't noodig was, nam het heel gemakkelijk op, als 't niet drong, en als er geen ander werk was, dan dat naar zijn oordeel evengoed gelaten als gedaan kon worden, dwaalde hij 't veld in, onbewust altijd gereed, om met zijn geest te grijpen alles, wat onder 't bereik van zijn aandacht viel. Of ook wel zocht hij vóór zich, óm zich, boven zich, zonder te weten, wát hij zocht.

Geen dwingend en dringend gevoel in den geest belemmerde zijn vrije zoeken en vragen, denken en droomen.

Soms voelde hij 't even als een prik, dat hij iets zwaars te doen had, een vrouw had te zoeken, en terstond na dien prik volgde, als een soort rheumatische, moede pijn, de gedachte, dat hij met een heel groote familie nog moest kennis maken.

Maar dan plots voelde hij zich wonder verlicht, omdat hij zich bewust werd, dat dat zware onbekende naar ver, naar heel ver weggeschoven kon worden.

Een zachten duw voelde hij soms, als hij aan Mulder en zijn vrouw dacht, want dan zag hij Dora naast hen staan. Met haar had hij ook zaken, doch hij wist niet welke.

De zorg voor 't villaatje en 't land was hem als gewoon werk, dat hem niet belemmerde in zijn denken en droomen.

[pagina 41]
[p. 41]

Grada - was iets van hem zelf zooals zijn moeder. Als hij haar zag, als hij aan haar dacht, als hij met haar sprak, altijd was ze iets eigens als zijn armen en beenen. Troffen ze elkander eens op den weg, dan gingen ze onwillekeurig op elkander toe, en bleven even staan en zeiden soms niets meer dan: ‘Hé, jij ook hier?’ En altijd was dat voor hem iets verrassends.

Aan zijn nieuwe bezit dacht hij met genot; voor zijn bewustheid was het nog de eigendom van Mulder, en de zorg en moeite er voor was hem zoet als zorg en moeite voor zijn vriend en vriendin.

Zijn ouders verwachtten, dat hij nu wel eens met hen, over wat hij nu zijn eigen kon noemen, spreken zou met het oog op toekomstplannen. Doch daar hij zelf daarover maar niet begon, deden zij het, en nu bleek het, dat hij zichzelf voor niet meer hield dan rentmeester van zijn vriend Mulder, en dat hij ook reeds een naam verzonnen had voor het stuk land achter 't villaatje. Nieuw-Lindenhof zou 't heeten.

Vader lachte daar wat om, maar moeder, die van haar jongsten zoon veel meer studie maakte, was dat al heel veel. Zij voelde in dat verzinnen van dien naam, dat Alards bezitsbewustzijn Oud-Lindenhof begon los te laten, zooals het hare 't al lang geheel kwijt was. En dit zou hem reeds genoopt hebben, zijn aandacht op zijn eigen grond te vestigen.

In dit naam geven, en in den naam Nieuw-Lindenhof zag ze een kiem, die misschien tot een grooten boom zou volgroeien; doch al wat boom was, wies langzaam.

In werkelijkheid voelde hij zich zóó weinig bezitter, dat hij er met Grada in 't geheel niet over sprak. Van haar tante had ze 't gehoord, dat Alard eigenaar was geworden van Mulders huis en land. En toen zij, over de gracht

[pagina 42]
[p. 42]

heen, vroeg, of 't waar was, wat ze gehoord had, zei hij op zulk een eigenaardige manier ‘Ja, Grada!’ - dat zij meende, er niet verder met hem te moeten op ingaan, en begon dadelijk over wat anders. Maar dan had ze eens met den man gesproken, die altijd Mulders tuin had verzorgd, en deze vertelde haar, dat het zeker waar was, en dat Alard er zelf wel zou gaan wonen, want naar men hem had verteld, zou hij wel gaan trouwen met de zuster van Mulder.

Sinds ze dat hoorde, ging Grada niet meer naar de gracht; maar scherper dan ooit keek ze dag aan dag uit naar Oud-Lindenhof, of ze Alard zag. En zoo vaak ze hem zag, wist ze, dat hij niet naar daar ginder, naar Mulders zusters was, en er nog niet was geweest, omdat ze hem ook den vorigen dag thuis had gezien. En zoo verliep er week na week, en altijd zag ze Alard, en dus was hij nooit naar die andere; en wat de tuinman had gezegd, zou wel niet waar zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken