Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een zoon en zijn moeder (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een zoon en zijn moeder
Afbeelding van Een zoon en zijn moeder Toon afbeelding van titelpagina van Een zoon en zijn moeder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (64.22 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een zoon en zijn moeder

(1923)–Jan Veltman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 201]
[p. 201]

XXIV.

't Was elf uur geworden, eer Grada naar bed had kunnen gaan. Alard voorvoelde het, dat hij in 't bed in elk geval nu niet zou slapen en met een kussen onder zijn hoofd legde hij zich over den vloer. Er woelde hem zooveel door zijn hoofd. En 't woelde er zou aanhoudend, dat hij geen enkele gedachte kon vasthouden; want dacht hij aan Evert, dan schoof Waanders er tusschen, en dacht hij aan Waanders, dan stond plots Evert weer voor hem. Dan weer was 't de dood met een zeis in zijn hand en een rood litteeken aan zijn bonkerig voorhoofd, en als hij zich dat wilde indenken: de wondende en gewonde dood - dan stond daar een boom op Waanders land, en een leidseltouw hing over een tak en een eg lag er onder. Hoe was dat toch mogelijk geweest? - Zie, daar was nu een kruispaal; er borrelde water uit, 't begon te stroomen, en dat water was 't eeuwige leven. Nu was dat water 't Christendom, en de menschen wieschen er hun kleeren in, en reinigden er hunne woningen mee, en sproeiden 't over hun akkers en zeiden dan dat ze rechtzinnig waren, maar hun onreine harten te wasschen in dien stroom van 't water des levens, schenen ze geheel overbodig te achten.

Hij werd zoo moede van dat ongebonden denken, en wenschte dat hij sliep, en toch sliep hij, en wenschte dat

[pagina 202]
[p. 202]

hij helder wakker mocht zijn en toch hoorde en telde hij de slagen van de klok.

Daar kraaide een haan - - - daar tureluurde een meerl - - -. Ha ja, hij zou naar buiten gaan in de koele lucht. Buiten zou hij opfrisschen. Stil, om geen slapenden te storen, rees hij overeind en sloop de deur uit - - -.

't Was nog allesbehalve dag. En donkere nacht was 't toch ook niet. 't Was nacht met een ziertje dag klonterig er doorgeroerd. In de lucht waren diepe kuilen nog vol nacht, en over 't veld uitgestrekte heuvels van enkel nacht, doch uit het Oosten begon iets op te pluimen, dat dag worden zou.

Alard ging het zandpad op, want nu alle menschen verdompeld lagen in de wereld der slapenden, was heel deze wereld zonder menschen rondom hem zijn eigendom evenzeer als Nieuw-Lindenhof. Hij was nu overal heer en meester: niemand zou hem nu iets betwisten. Vreemd - wonderlijk - hij alleen als denkend, redelijk wezen hier te midden van die in nachtelijke nevels weggedoken redelooze wereld. - Zóó was Adam de koning der schepping geweest. En zoo nu eens de keizer aller Russen hem hier tegenkwam, hier - - wel, hij zou hem doodgewoon goeden morgen! zeggen, en dat hij bij hem kon komen koffie drinken en boterhammen eten, mits hij zoolang wilde wachten tot Grada opkwam. - Wel, wat zouden Grada en moeder een schik hebben, als hij daar straks met den keizer aller Russen zou komen binnenstappen. En wie weet, of de keizer - - -.

Kijk, liep er daar niet iemand op zijn land? Zeker ook iemand, die niet slapen kon, en ook zich in den leegen nacht eigenaar voelde van de heele wereld - - - een vrouw nog wel. - - Hij ging terug, en die vrouw

[pagina 203]
[p. 203]

scheen hem gezien te hebben en naar hem toe te willen. - - O, 't was moeder - -.

‘Dag moeder! - u kon zeker ook niet slapen?’

Hij ging door - - hij was hier immers alleen - - dat was toch niet werkelijk moeder uit het boschhuis - en, ja, zij was het toch wel, maar was nu toch liefst alleen, evenals hijzelf - -

Jij, eeuwige droomer! - dacht moeder. Zij was wonderlijk blij, dat ze hier - in deze wereld alleen - haar jongen, haar Alard ontmoette, en 't deed toch haar ziel pijn, dat hij nog immer dat ongelukkige schaap was. Hier zijn moeder ontmoeten en haar voorbijgaan alsof ze er niet was: net als vroeger thuis. En weer niet hebben kunnen slapen! - Weer geperst en geprangd door wie weet welke nietigheid!

‘Dag Alard! mijn jongen!’

Ja, 't was toch die wonder lieve moeder, die eenige op aarde, uit wier leven hij 't leven had ontvangen - - -. Onwillekeurig vatten ze elkanders hand, en hand aan hand wandelde moeder met hem voort als met een jong kind, om te bezien alles wat hier te zien was. En hij volgde maar, babbelend zoo als een kind naast moeder babbelt, zijn denken uitsprekend alsof enkel zijn eigen ziel en God in den hemel het hoorden.

‘Moeder! - - als 't nacht is, zijn er geen keizers en geen Russen, geen rijken en armen: dan bestaat er tusschen niemand een kloof. - Moeder! de nacht is de dood, en de dood is de nacht. Al de weelde der aarde en al de vreugde - - - al de armoede en alle ellende - - 's nachts is alles even zwart. De nacht en de dood hebben maar één kleur: zwart, alles vernietigend zwart. Bergen en dalen - alles effen. Alle kloven - effen. Boer Waanders van de slothoeve arm: rechtzinnig en toch

[pagina 204]
[p. 204]

doodarm. Maar Evert is een groot vorst - - - als de dageraad, die opkomt uit den nacht - - -’

Moeder bleef staan.

‘Kijk, daar heb je ze weer! Alard, wat is dat toch? 't Lijken erwten en 't zijn toch geen erwten.’

‘Dat is Latyrus, moeder! - Siererwten!’

‘Maar, jongen! dat levert je niets op; dat geeft geen oogst; dat is toch niets dan gekheid!’

‘Maar, moeder! Gr....’ - Neen, Grada mocht hij niet noemen. - ‘Wij vinden 't zulke lieve, levendige bloemen! - En 't is zoo verrukkelijk, hier en daar zoo'n vroolijk bloeiend stronkje langs de akkers. - Moeder! waarom strooit God de wei vol Madeliefjes? - De boeren hadden liever enkel gras - - -’

Moeder wandelde maar door; alle paden langs; en om 't nieuwe huisje - door een hegje van Alards grond gescheiden - heen. Dan in wijden boog om Alards woning heen - scherp alles gadeslaand - naar den weg.

‘Zie zoo, nu heb ik alles eens gezien; nu ga 'k naar huis!’ Zij reikte hem haar hand ten afscheid.

‘Ik breng u naar huis, moeder!’

‘Ja, maar - - - Laat Grada je zoo maar alleen ronddolen 's nachts?’

‘Zij weet het niet, moeder. Ik sloop stil weg, terwijl ze sliep. Maar toch - - - haar hart waakt. Haar ziel zal 't wel weten, dat ik niet naast haar lig. Maar zij weet ook, dat God en de engelen mij bewaren.’

‘Maar jij moet slapen! - Ga nu maar in je bed. Ik kom alleen wel thuis!’

Smeekend zag hij haar aan.

‘Moeder, laat mij u thuis brengen tot aan de deur; ik zal dan dadelijk naar mijn bed gaan.’

Hij mocht, en ging mee tot aan de deur; dan in

[pagina 205]
[p. 205]

steviger stap terug, en - om moeder te gehoorzamen - legde hij zich weer op den vloer neer, waar hij den vorigen avond de rust had gezocht. Een anderhalf uur later stapte Grada uit bed, en merkend, dat Alard vast sliep, en vermoedend, dat hij lang was wakker geweest, wierp ze een deken over hem heen, en liet hem uitslapen, de kamer donker houdend.

Toen hij om negen uur ontwaakte, vertelde ze hem, dat Evert vroolijk naar zijn werk was gegaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken