Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren
Afbeelding van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dierenToon afbeelding van titelpagina van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.41 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Lucie Roobrouck



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
proefschrift
gedichten / dichtbundel
fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren

(2001)–Adriaen van de Venne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina G8v]
[p. G8v]

XXIV. Vanden eenighen voghel Phenix. aant.

 
Sterckte vergaet, Ionckheyt sal u begheven,
 
Maer, ware deucht, oneyndelijck sal leven.
 
D'eenighen Phenix, leeft drie hondert veertich Iaren,
 
En nimmer voet hy jongh, want sonder weerga leeft,
 
Dees als hy nu bemerckt, syn tijt te zijn vol-leeft,
 
Op een verheven Rots, hy yver gaet vergaren:
5[regelnummer]
Veel drooch vermolsemt hout, en and're drooghe waren,
 
Het welck hy door de hit des Sons onsteecken doet,
 
En stelt sich dan daer op, met een bereyt ghemoet,
 
Om door een brave doot sich inde as t'herbaren.
 
't Ghebeurt oock korts daer naer, dat uyt de as komt vooren
10[regelnummer]
Een worm, die metter tijt, krijcht 'sPhenix wesen wis,
 
Tot dat die eyndich weer een schoonen Phenix is,
 
Dus leeft dees voghel staech: ’t welck wonder is om hooren,
 
Maer hier met Godt, ô mensch! bethoont sijn groot vermoghen,
 
Die desen Phenix gheeft, door sijn wil d'eenicheyt.
15[regelnummer]
Alsoo oock naer ons doot, ons Godt seer goet bereyt,
 
De eeuwicheyt ons ziel, ten Hemel in-ghetoghen.
Verklaring.
 
Met desen Phenix, recht men Christus moet ghelijcken,
 
Die door een ware liefd', om ons een bitt'ren doot
 
Ghele'en heeft, op dat hy ons lost van d'helsche noot,
 
En met de Salicheyt ons eeuwich sou verrijcken.
5[regelnummer]
Dat Duyvel, Doot, noch Hel, ons niet en doen beswijcken,
 
Om met een liefdich hert, tot Godt te gaen vol eer;
 
VVant die in Christo sterft, herbaert sich selven weer,
 
En sal met Godes glans in d'Hemel sich verrijcken.
Ephes. IIII.
 
Doen wy sterven, het vleesch verganck'lijck ongheduerich,
 
Door Godes gheest, die ons in beter leven voet,
 
En leven wy altijt in Godes liefde vuerich,
 
Ghelijck een Phenix, dan ons Christ herleven doet.
[pagina G9r]
[p. G9r]
 
O! Deughdelick blijft, als 't al ontlijft!

S.S. Patres.

1OP ghelijcker wijse, van de Uogel Phenix, die hem 2 selven eenich wel-rieckende houdt verghaderdt, 't 3 welck der Sonnen hittenstrael aensteeckt, ende hem 4 selven daer in verbrandt, ende uyt die selve Assche 5 eenen nieuwen Phenix voort koemt. Alsoodanich 6 heeft onsen Heer Salichmaker Iesus Christus voor 7 hem selven dat hout des Cruyces verkoren, en is in 8 het vyer der Liefde aen 't selve doorvlamt, ende 9 gestorven; ende wederom, ontsterffelick, ten derden 10 daghe onlijdelick, ende verheerlickt op-ghestaen; 11 want Iesus Christus, die was, en is, en blijft 12 Eeuwich, met God de Vader, ende Heylighen 13 Gheest.

 
Anders gheen, als Een
 
Salich
 
 
 
LIICK!
[pagina G9v]
[p. G9v]

Eenighen Voghel Phenix.

 
ARabien den Phenix gheeft,
 
die noyt en teelt, of Ionghen heeft.
 
Men seyt, hy leeft (en houtet waer)
 
Drie hondert ruym, en veertich Iaer;
5[regelnummer]
VVert met der tijt syn leven zat,
 
Verkiest een Rots; op ’t hoochste plat,
 
Aldaer de Doot (die bitter knaecht)
 
Met soeten reuck wert uytghejaecht.
 
Der Sonnen-strael ontsteeckt syn Nest,
10[regelnummer]
Den Phenix brant tot As op 't lest;
 
VVaer uyt een VVorm te voorschijn koemt,
 
Die yeder weer den Phenix noemt.
 
‘Een wijs verstant, in kunst gheleert,
 
‘Of die sich tot veel Deuchden keert,
15[regelnummer]
‘Die klimt, en blijft ten Hemel in.
 
‘'tGoet Eynde wijst een goet Begin.
 
Wie Uleys, en Bloedt verwint, en sterft terwijl hy leeft,
 
Blijft eeuwich in de Rust, daer Doot gheen kracht en heeft.
 
Gheen Lof wert Stof.
[pagina G10r]
[p. G10r]


illustratie
O! Deughdelick blijft, als 't al ontlijft!
Een goet Leven, maeckt een salich sterven.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken