Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verbroken zegel (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verbroken zegel
Afbeelding van Verbroken zegelToon afbeelding van titelpagina van Verbroken zegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.67 MB)

Scans (10.59 MB)

ebook (5.46 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rik Slabbinck



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verbroken zegel

(1952)–Jan Vercammen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]


illustratie

[pagina 33]
[p. 33]

VII

 
ZOVELEN weten enkel over de dood,
 
dat wij hem vaak in ons leven ontmoeten:
 
hij reikt ons menigmaal ons dagelijks brood.
 
Ontelbare malen kruisen onze voeten
 
hun vroegere sporen of zij volgen die;
 
maar van de dood lopen nooit de sporen
 
over elkander, hoe schaduwloos en schie-
 
lijk hij bijwijlen, als doolde hij verloren,
 
een andere weg neemt dan gij voorzaagt,
 
o vrienden, die hem met ogen vol vragen
 
vervolgt, bevangen van vrezen, niets vraagt
 
en vrouwelijk glimlacht om hem te behagen
 
wanneer hij voorbijgaand u vluchtig ziet.
 
Maar gij doolt, niet de dood, wilt mîj geloven
 
en anderen niet, want zij kennen hem niet,
 
zij miskennen hem diep daarenboven.
 
De dichter ontmoette hem menigmaal
 
op Ter Doest en hij zal u verwoorden
 
wat hij doet in de tijd, want menig verhaal
 
vertelde hij dat slechts zeldzamen hoorden.
 
Herinnert u, vrienden, hoe de vroege dag,
 
die mannelijk is, met de nacht verzaamde,
 
de vrouwelijke, die hem ontvangt met ontzag
 
en tevens met wellust, de veelgenaamde.
 
Gelijk die stonde, vrienden, is de dood:
 
verzamingsuur van toekomst en verleden
 
in vruchtbaarheid, het openen van een schoot
 
in de verrukking van een uitverkoren heden;
 
geen einde, geen begin en ook geen overgang,
 
een louter overduren, zuiver voortgenezen
 
van onvolkomenheden. Een zware voorhang
 
zweeft open, wij gaan door. Dat niemand vreze
[pagina 34]
[p. 34]
 
voor zichzelve, vrienden. Maar de voorhang daalt
 
weer dicht, dien onze blikken niet doordringen,
 
noch iemands oog dat van uw oog stil straalt,
 
deze godslamp in zijn herinneringen.
 
Zo heeft het scheiden, waarvan onze tijd
 
vervuld is, een hoogdag, dag van de dagen.
 
Als angst u bevangt en de pijn die gij lijdt,
 
gij zult ze tot voor de voorhang dragen,
 
maar dan zal uw doorgang in vrede zijn,
 
want aan elke overzijde heerst de vrede
 
van Eden, en komt, als de zonneschijn
 
der vernieuwde planeet met nieuwe eenheden,
 
over ons alvorens zij wordt bereikt.
 
Niet minder dan dit scheiden heeft het scheiden
 
tevoren, vrienden, ons verarmd of verrijkt
 
en niet méér. Zo is de vervulling der tijden.
 
Het is omdat wij de milde zuiverheid
 
van de geest niet ontwaren, wanneer de zinnen
 
worden aangeraakt door de vruchtbaarheid
 
onzer aarde; omdat wij haar beminnen
 
zonder bezinning en tegelijk het vuur
 
van overgave; ons voor de wellust schamen
 
omdat onze ogen verschroeid zijn door het vuur
 
dat wij branden op altaren met namen
 
van onbereikbare goden en aldus blind
 
werden voor God en onze weg verloren,
 
die wij nimmer durven vragen aan het kind
 
welks stem in ons hart wij harteloos smoren.
 
Daarom menen wij, vrienden, in het licht
 
dat eenmaal over ieders tijd komt schijnen
 
de donkere vleugels te zien, die zich dicht
 
vouwen in doods schaduw. Laten wij rein en
[pagina 35]
[p. 35]
 
standvastig wezen. Weet, dood is alleen
 
wat niet werd ofschoon het moest wezen;
 
waarom wij rouw dragen en met de ste-
 
nen spreken en Gods gerecht vrezen;
 
ook elke gestalte die ons gezonden is,
 
maar die wij niet in ons hart ontvangen,
 
dewijl wij niet voor deze ontvangenis
 
ons hebben ingekeerd tot ons verlangen.
 
Vreest, vrienden, slechts de tweevoudige dood
 
der onvruchtbaarheid, die welke het verleden
 
en de toekomst beheerst. Weet, dat de dood
 
nooit door het naaldoog komt van het heden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken