Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Langs groene hagen (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Langs groene hagen
Afbeelding van Langs groene hagenToon afbeelding van titelpagina van Langs groene hagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

Scans (7.82 MB)

ebook (3.93 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Langs groene hagen

(1899)–Raf Verhulst–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

Op de Veerboot.

 
Het was een gouden Zondag, in het stralen
 
En streelen van April; wen, blank op blauw,
 
De watten wolken aan den hemel dralen,
 
En uit den stroom opbloesemt waterdauw.
 
 
 
Ginds verre - in 't Westen, - over Vlaandrens weiden,
 
Waar, statig als een macht, de trotsche stroom
 
Zijn effen oevers zeewaarts uit gaat breiden.
 
Hing rood de zon in witten avonddoom.
 
 
[pagina 98]
[p. 98]
 
Het wemelde op Sint-Ann' van stedelingen;
 
Maar bij den bruinen aantocht van den nacht
 
Is 't aan den veerdam nu een jolig dringen,
 
Wijl de avondblos in schitterruiten lacht.
 
 
 
Wij zien heel traag den stedesoever donkeren;
 
De waatren grauwen; ginder hoog 't gestarnt
 
Door 't grijzend blauw der hemeltente flonkeren,
 
En 't lichtend snoer dat langs de kaaien barnt.
 
 
 
Te midden dat gewoel en luid geschater
 
Der menigte, voelde ik u dicht naast mij;
 
De raders plompten door het groezlig water,
 
Waarop de rook zwart wentlen ging aan lij.
 
 
 
Ik zag in 't doezig, melkig licht van d'avond,
 
Uw lelieblank en koninklijk profiel;
 
Ik dronk uw schoonheid, mijne ziele lavend
 
En loutrend aan uw adellijke ziel.
 
 
[pagina 99]
[p. 99]
 
En in dien tuil van vrouwen, u omgevend,
 
Waart gij alleen van 't heerlijk uur bewust.
 
Ik heb uw hand gevat, van eerbied bevend,
 
En, als een priester 't outer, haar gekust.
 
 
 
De boot lei aan.... Niet verre van den strande
 
Daar glom een lampje vóór een Lievevrouw:
 
Ik meende dat mijn hart voor u zou branden
 
Zoo zacht, zoo eerbiedvol, zoo rein, zoo trouw.
 
 
 
Ik dacht: ik had u gansch mijn ziel gegeven;
 
Gij zoudt de bronne zijn van vreugd en rouw;
 
Het lief en leed, het wel en wee van 't leven,
 
Ik dacht dat 't al van ù thans komen zou!
 
 
 
En toch is ook die liefdedroom verzwonden.
 
Maar 'k wilsoms nog ter beevaart gaan aan 't strand
 
En u gedenken in de lentesavondstonden,
 
Hoewel in 't hart het lampje niet meer brandt.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken