Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mannenwetten. Deel 1 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mannenwetten. Deel 1
Afbeelding van Mannenwetten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Mannenwetten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mannenwetten. Deel 1

(1905)–Gustaaf Vermeersch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 188]
[p. 188]

XVI.

Seppen kwam nu zeer dikwijls. Soms kwam hij 's avonds in de week, 'n pijpje roken, na zich gewasschen te hebben. De maandag avond en de zondag na de vesper kwam hij altijd.

't Was winter. Daar waren nu 'n heele boel werklieden afgedankt, ze doorkruisten de straten, kuierend, met loome gang en trage blik, of ze stonden in 'n bende bijeen en spogen de voetpaden vol, soms koutend, meest zwijgend, in de verte te glarieën.

Seppen dacht niet dat hij zou afgedankt worden, volgens hem waren 't maar de luiaards. Hij sprak soms over 't werk en wat hij daar al verrichtte. Meer en meer zich hier huizelik voelend, kwam z'n ware aard boven, hij zwetste geerne, moeide zich met alles, had de boventoon, kende alles beter. Weleens ontstond er krakeel, de woorden klonken soms nogal hoog, maar het bleef daarbij. Hij hield ook niet veel van lachen, tenzij voor z'n eigen, hij nam alles

[pagina 189]
[p. 189]

anders ernstig op, praatte over alles rustig, in volle zekerheid.

De winter ging aldus traagjes voort. In de straat waren ook werkeloozen, Nette's vent was ook thuis, deze zond heur kinderen te schooien. Van tijd tot tijd kwamen liefdadige dames de armen bezoeken en er werd 'n tombola ingericht waarin ook de koning 'n prijs gaf. Sofie placht wekeliks 'n brood te krijgen van madam Verstaeke, maar 't was die dame ter oore gekomen dat Berta vrijde. Ze had Sofie geroepen om uitlegging daarover en vroeg of Berta niet liever non zou worden. Sofie bracht de boodschap aan Berta over die zeer hevig was aan 't janken gegaan en Sofie keerde terug met 'n weigerend antwoord. 't Gevolg was dat ze heur brood verloor.

Ze vertelde 't aan meneer de onderpastoor, die de schouders ophaalde, - dat mensch is onredelik, zei hij. Nogtans zei hij ook dat Berta beter nog wat gewacht had, de waarheid was eigenlik - maar hij verklaarde dat niet - dat Seppen hem niet aanstond, hij had hem onlangs eens dronken ontmoet al vloekend, Berta noch Sofie wisten daar iets van, hij had zich wel gewacht alsdan te verschijnen.

Niettemin was 'n verkoeling ontstaan over niets minder dan over Trientje's ziekte. Trientje had 'n bloedspuwing gekregen binst ze te speldewerken zat en Seppen beweerde dat ze een long uitgespogen had terwijl Sofie en Berta verzekerden dat

[pagina 190]
[p. 190]

het niet waar was; ze waren aanstonds toegelopen en hadden 't gezien. Trientje lag van heur-zelve.

- Wel, zei Seppen, 't was van die long uit-te-spuigen!

- Neen, 't was van schrik!

En zoo duurde de strijd 'n heele achternoen met ja en neen. Sofie streed zoolang niet maar Berta wilde 't niet opgeven. In 't heengaan had hij Berta willen kussen in 't donker van de gang, zooals gewoonte, maar ze had zich kwaad teruggetrokken.

's Anderdaags was dat echter vergeten, ze was reeds blij toen ze hem terug zag. Hij was wel 'n beetje verlegen en ze had er 'n innerlike deugd van. Ze zat aan heur speldewerkkussen en boog zich heel diepe, lachte in heur eentje. En als hij 't eindelik zag lachte hij ook en aanstak 'n pijp van genoegen.

Daar zat hij zoo 'n heele tijd te kijken, zooals Sofie dat zei, lijk 'n uil op 'n kluite, met z'n hoofd achteruit in z'n nek, en z'n roeper vooruitgestoken als 'n eend, z'n eerden pijpje in de mond. Hij zou ook moeilik wat verstaanbaar kunnen uiten hebben want 't gekletter van de beide vrouwen vulde 't huis met 'n groot geweld, waartegen z'n stembanden niet machtig waren te strijden.

Op 'n achternoen kwam hij vroeg thuis in 't midden van de week. 's Uchtends had heel de straat op sprieten gestaan want de dokter had

[pagina 191]
[p. 191]

bevolen Trientje naar 't gasthuis te doen. Ze moest nu gestadig de volle lucht hebben, kloeke voedsels nemen, zwaar ademhalen, de borst wasschen met koud water. Dat alles kon ze niet thuis. Sofie was meegegaan, ze had bovendien, hoewel ze 't zelf niet breed had, 'n brood meegedragen voor Trientje's moeder, want, daar kwam nu niets meer binnen.

Seppen vond Berta alleen thuis. Berta voelde plots 'n vreemd gevoel heur overstromen toen ze hem zoo alleen zag binnenkomen. Er sloeg als 'n lamheid in heur beenen en ze was als wezenloos. Ze werd zeer rood.

Hij kwam dichter, wees naar boven, vrezende dat moeder daar soms was, ze schudde werktuigelik neen! Toen was hij uitgelaten, dol, hij omhelsde heur onstuimig en zij ze zonk steeds dieper en dieper in 'n soort verdoving zooals ze dat gevoeld had de eerste keer, maar nog veel heviger. 't Draaide alles vóor heur blikken, daar schenen niets dan helle lichten te dwalen, op-te-komen, te verdwijnen. Ze baadde in 'n wellust zonder einde, de druk van z'n armen, van z'n handen was 'n streling zonder weerga. En moeder kwam niet terug! Vaag dacht ze nog aan moeder, soms als aan 'n redding, soms wenschte ze liever dat ze niet kwam. Ze was zoo bovenmenschelik gelukkig, in 'n roes van zaligheid, dronken. Ze verloor de mate van de zedige houding, hij miek er misbruik van.

[pagina 192]
[p. 192]

Och, wat ging alles over in gewetensangst, leed en vreugd, en hoe eindigde alles smartelik in 'n duizeling van ontzetting. En hij, hij kraaide z'n triomf uit, z'n blijheid van genoten te hebben!

 

Einde van het eerste deel.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken