Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het avontuur van den Geest (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het avontuur van den Geest
Afbeelding van Het avontuur van den GeestToon afbeelding van titelpagina van Het avontuur van den Geest

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/filosofie-ethiek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het avontuur van den Geest

(1947)–Matthijs Vermeulen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

De plaats van den mens in dat avontuur


Vorige Volgende

20

Ligt het in mijn vermogen om anders te reageren dan met onwil en onmin op die sporen van autonoom Leven welke ik observeer? Ja. Want zoals ik nu ben, vandaag, op dit uur, een uitermate vernuftige machine om gevoelens en gedachten te produceren, ben ik allengs geworden, en niet alleen vanaf het moment dat het eerste spontane micro-organisme bewoog in het oer-slib, doch vanaf de seconde dat de eerste sub-atomische elementen in den chaos geordend werden als atoom, dat zich ging vermenigvuldigen tot sterren. En wanneer ik slechts de macht bezat en alle gegevens om zulk een chronologischen stamboom op te maken, zou ik mijn ontwikkeling kunnen volgen, schakel na schakel, transformatie na transformatie, mutatie na mutatie, vanaf het eerste atoom, waar ik reeds virtueel aanwezig was, tot aan mijn tegenwoordigheid hier in dezen besneeuwden zonnigen morgen, waar ik gevoelens en denken distilleer onder den invloed van honderden tellurische, planetaire, solaire, astrale, kosmische radiaties, bekende en onbekende, en

[pagina 86]
[p. 86]

een menigte andere physiologische agentiën. Mijn gedachte zelve dus, van trilling tot trilling, is ontstaan bij het eerste atoom, zij is het eindproduct van een onverbeeldbaar aantal sidderingen in den onmetelijken smeltkroes van het Heelal, zij is het residu, de ijlste uitloper, de slotsom aller werkingen. Mijn gedachte is het totaal der vibraties, der acties van het universum. Wat ik denk, het universum denkt dit door mij. Wanneer ik een keuze doe, kiest het universum door mij. Wanneer ik kies tussen dood en leven, verricht het universum een keuze door mij.

Hier dus, door mij, gedetermineerd stofdeeltje, voelt, denkt, besluit en schrijft het universum. Zou ik echter minder onafhankelijk zijn dan het atoom, dat zich zelfstandig gedraagt in elk milieu, zou ik minder vrij zijn dan het embryo der hagedis dat eigendunkelijk kiest tussen staart en poot? Ik zie aanduidingen die mij bewijzen dat ik vrij ben. Mijn intellect weet het nog niet met volstrekte zekerheid. Maar alleen reeds de veronderstelling dat ik, gedetermineerd stofdeeltje in een straal der zon, een voorgeschreven baan zou volgen als het spinnetje aan zijn ragje draad, bewaaid door een golving der lucht, oorzaak die weer gevolg was van millioenen voorgaande oorzaken, de veronderstelling dat ik minder eigenwillig nog varen zou dan de spinnetjes, die zich misschien met bewustzijn vasthaken aan een twijgje of zeilen door een raam, - de veronderstelling dat ik dermate geboeid, beperkt zou zijn in mijn menselijken loop, brengt niet enkel mijn hersens tot verzet, die slechts registreren wat hun gedicteerd wordt en wat ik waan te bevatten, maar zij hitst iets anders, iets geweldigers, iets onbuigzamers in mij aan tot oproer, zij revolteert mijn eigen

[pagina 87]
[p. 87]

diepste zelf. Want ik bezit den wens, ik bezit den wil om op te tornen, om op te varen, tegen alle krachten en werkingen van het Heelal, en al zou ik niet dien wens en dien wil bezitten om weerstand te bieden aan alle inwerkingen van het Heelal, ik, stofdeeltje, gedetermineerd vanaf het eerste atoom, bezit het vermogen om dien wens en wil tot heerschappij over alles te formuleren, te bezitten, en ik heb niet enkel het vermogen om dit te wensen en te willen, maar eveneens heb ik het vermogen om te wensen en te willen dat die wens en wil vervuld worden in een zegepraal.

Ook achter deze gedachte, achter deze woorden droomt, denkt, besluit en schrijft het universum. Het Heelal produceerde twee mensen in mij, een onvrije, afhankelijk van de oorzaken der stof, en een vrije, die kan wensen te gebieden over alle stof, om haar te regelen, te besturen. Ik werd, volgens de woorden der slang, gelijk mijn vroegere, onvermurwbare goden. Ik heb hen binnen gehaald. Maar ik sta vrij tegenover hen. Ik behield de macht om den ondergang te wensen van die goden, en van al het dodelijke dat zij in mij legden, of hun opgang. Ik behoud de macht dat zij gehandhaafd blijven op hun troon. Ik behoud de macht om te willen dat zij bedwongen, onttroond, verjaagd, vernietigd worden. Ik ben vrij, in nederlaag of overwinning, tegenover de gezamelijke oorzaken van het stoffelijk Heelal.

Maar kan een dergelijk gevoelen, een dergelijke gedachte, een dergelijke overtuiging, kan een dergelijke stimulans tot oproer verwekt worden in mij door een werking der loutere stof, kan die zekerheid van macht mechanisch geproduceerd worden in mij door eenvoudige factoren der stof, in mij, die vanaf mijn eersten aanvang gedeter-

[pagina 88]
[p. 88]

mineerd ben door de stof? Dit schijnt me ondenkbaar en onmogelijk. Want gesteld, dat de zuivere stof, die mij determineerde, wensen en willen kan, waarvan ik geen enkel voorbeeld ken, hoe zou zij kunnen wensen dat zij door mij bedwongen, geknecht, geregeerd wordt? En al ware het zo, al ware het dat de mij determinerende stof kon wensen en willen om door mij beheerst, ja vernietigd te worden, zij zou, dit kunnende wensen en willen, ontegenzeggelijk aantonen, dat ik, kunnende wensen en willen haar meester te zijn, weergaloos meer ben dan alle stof.

Ook deze gedachte, deze woorden, in den zonnigen morgen welks glans mij verheugt, zijn een product van het universum. Maar zij kunnen het niet zijn van een zuiver stoffelijk universum. En al waren zij de ultieme consequentie van talloze louter stoffelijke oorzaken, deze oorzaken zelve zouden onwederlegbaar bewijzen dat er in het stoffelijk universum, achter het stoffelijk universum een kracht werkt, een kracht in alle stof, een kracht boven alle stof, een kracht waarvan ik, voortbrengsel van het totale universum, dit schrijvende een echo ben, het antwoord.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken