Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De eene grondtoon (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van De eene grondtoon
Afbeelding van De eene grondtoonToon afbeelding van titelpagina van De eene grondtoon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

ebook (3.88 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

column(s) / cursiefjes
recensie(s)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De eene grondtoon

(1932)–Matthijs Vermeulen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Tegendeelen

Er wringt tusschen Mengelberg en de Fransche muziek eene incompatabilité d'humeur, die reeds lang tot een breuk geleid zou hebben, wanneer de Fransche muziek hèm en wanneer hij de Fransche muziek kon ontberen.

Mengelberg staat tegenover de geheime Fransche kunst als de ridders uit Tannhäuser tegenover de verborgenheden van den Venusberg. Zij lokken hem, zij fascineeren hem, hij kan ze niet ontgaan, hij kan ze echter ook niet geheel ontsluieren. Hun avontuur schrikt hem niet af, de roem van ook haar overweldigd te hebben, ook hierin groot te zijn en alzijdig, boeit hem. Want hij is verder dan de Tannhäuser-ridders, die tieren tegen een Venus welke zij niet kunnen naderen. Hij belegert ze.

Zoo gemakkelijk hem de muziek zijner Keulsche afstamming en Keulsche leerjaren toevloeit, zoo positief hij die onder de knie heeft, zoo weerbarstig blijft hem de kunst van Debussy. Mengelberg is van een andere geaardheid. Hij groeide op met het hoofd vol verticale klank-groepeeringen en later dirigeerde hij recht-door-zee de solide, onwrikbare phalanxen, de drie-eenheden van melodie, harmonie, rythme. Mengelberg is een concentrische natuur, een middelpunt-zoekende geest. Hij aanvaardt geen betrekkelijkheid. Zijn maatstok is zijn maatstaf. Wanneer hij hem opheft voor den eersten slag moet alles zich schikken en wenden tot dat absolute punt in ruimte en tijd. Alles moet samenstreven tot dat eene oogenblik, alles moet zich daarnaar rang-ordenen. Hij wil en begrijpt geen deelbaarheid. Afwijkingen in de vele banen langs welke melodieën, rythmen en harmonieën kunnen wentelen zal hij niet toelaten. Hij

[pagina 37]
[p. 37]

is de absolutist. Hij ziet slechts ééne verhouding. De verhouding tot die stip in de lucht, waarmee hij op dat moment schepper en regeerder is der mogelijke wonderen in tijd en ruimte.

Maar Debussy wil anders. Debussy is de excentrische, middelpunt-vlietende geest. Ten opzichte der z.g. traditie, gelijk die geldt in muzikale zaken. Ten opzichte der theorie en hare vroegere een-vormige gebondenheden. Ten opzichte der rythmiek en hare verouderde uniforme parallelismen. Ten opzichte der kleur, welke hij decomponeerde tot nieuwe, onbeperkte varieteiten. Ten opzichte der expressieve waarden, welke hij opdolf uit onbetreden gebieden. Ten opzichte van alle compositorische factoren. Debussy manoeuvreert niet met samengepakte cohorten als Strauss of Mahler. Hij isoleert geen koper of hoorns, of hout, of slagwerk in den muzikalen stroom. Hij deelt en onderverdeelt niet alleen melodieën, harmonieën, hij vermenigvuldigt ze. Hij aggregeert tonale en rythmische ongelijkwaardigheden. Hij heft het centrum op uit de werkelijkheid, uit de zichtbaarheid.

Vandaar die incompatabilité d'humeur tusschen Mengelberg, die zich fanatiek begeerig werpt op een accent, op een kleur, op een emotie, en deze Fransche muziek van Debussy, die de tastbare, definitieve aanduidingen even consequent ontwijkt als Mengelberg ze zoekt. En de Tannhäuser-allegorie vervult hierin ook eene zijwaartsche rol. Want in zijn hart, geloof ik, vindt Mengelberg, realist tot in zijn verste verdroomdheden, Debussy geraffineerd, zwakzinnig, anemisch, decadent. Het maakt hem woedend, geloof ik, dat Debussy vooral in zijn fortissimo's, zulke phantasmagorische orgieën van gloed kan inzetten, beginnen, beloven, suggereeren en ze onvoltooid afbreekt. Dat druischt tegen Mengel-

[pagina 38]
[p. 38]

berg's natuur, die de volle maat wenscht bij volle teugen. Hij zou willen, geloof ik, dat die vlammen een halve minuut langer schroeiden, dat hij den tijd had om ons van die passies bezeten te maken. Hij ziet, hij weet, wat Debussy belooft in die orgiastische aanheffen (o! unieke, ongehoorde sensaties; vervoeringen, die niemand kent), hij wil ze verwezenlijken boven de macht, het is zijn eigen demon, die daar schreeuwt, hij tracht dien schreeuw te culmineeren in dat korte, veel te korte bestek, en ik geloof dat ik goed hoor. Maar Debussy wil anders. Hij versmaadt die bevredigingen, die verlossingen. Ten rechte of ten onrechte, wie zal het zeggen? Debussy is daar als een tijger die samenkrimpt voor een sprong, doch den sprong niet doet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken