Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De reis om de wereld in 80 dagen (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van De reis om de wereld in 80 dagen
Afbeelding van De reis om de wereld in 80 dagenToon afbeelding van titelpagina van De reis om de wereld in 80 dagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

Scans (8.11 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Gerard Keller



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De reis om de wereld in 80 dagen

(1885)–Jules Verne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vierde hoofdstuk.
Waarin Phileas Fogg zijn knecht Passepartout in de hoogste mate verbaast.

Ten zeven uur vijf en twintig minuten nam Phileas Fogg, na twintig guineas met het whisten gewonnen te hebben, afscheid van zijn collega's en verliet de Reform-club. Tien minuten voor achten was hij in zijne woning terug.

Passepartout, die zijne bezigheden zeer goed kende, stond verbaasd toen hij mijnheer Fogg zich schuldig zag maken aan onnauwkeurigheid, en op dit ongewone uur thuis zag komen.

Volgens zijne gewoonte moest de bewoner van Savilla Row eerst ten twaalf uur te huis komen.

Phileas Fogg was terstond naar zijn kamer gegaan en riep: Passepartout!

[pagina 10]
[p. 10]

Passepartout gaf geen antwoord. Dat roepen kon hem niet gelden. Het was nog geen tijd.

‘Passepartout,’ riep Fogg, nogmaals zonder eenige stemverheffing.

Passepartout kwam boven.

‘Ik heb u tweemaal geroepen,’ zeide Fogg.

‘Maar het is nog geen twaalf uur,’ antwoordde Passepartout, met de lijst van werkzaamheden, die Fogg hem gegeven had, in de hand.

‘Ik weet het,’ hernam Fogg, daarom maak ik er u geen verwijt van. Binnen tien minuten vertrekken wij naar Dover en Calais.’

Een soort van grijns kwam er op het gezicht van den Franschman. Blijkbaar had hij niet goed gehoord.

‘Gaat mijnheer ergens anders wonen?’ vroeg hij.

‘Ja,’ zeide zijn meester, ‘wij gaan een reis om de wereld maken.’

Passepartout, met de oogleden en wenkbrauwen opgetrokken, de armen slap langs het lijf en het lichaam in elkander gezonken, was het uitgedrukte beeld der stomme verbazing.

‘Een reis om de wereld,’ mompelde hij.

‘In tachtig dagen,’ antwoordde de heer Fogg. ‘Wij hebben dus geen oogenblik te verliezen.’

‘Maar de koffers?’ - zeide Passepartout, zijn hoofd schuddende.

‘Geen koffers, slechts een reiszak. Doe daarin twee wollen hemden en drie paar kousen en hetzelfde voor u; onderweg koopen wij het overige. Gij haalt mijn overjas en mijn reis-plaid. Trek goede schoenen aan. Intusschen wij zullen bijna niet loopen. Ga nu.’

Passepartout had willen antwoorden, maar hij kon niet. Hij verliet de kamer van Fogg, ging naar de zijne, viel op een stoel neder, en mompelde: Wel, wel, dat is me nu toch al te sterk. En nu dacht ik zoo rustig hier te zullen leven!

Werktuiglijk maakte hij zijne toebereidselen voor de reis, de reis om de wereld in tachtig dagen! Had hij met een gek te doen? Neen.... het was geen scherts! Men ging naar Dover, goed. Naar Calais, best. Dat deed den goeden jongen, die sedert vijf jaar den vaderlandschen bodem niet had gedrukt, zelfs genoegen. Men zou misschien zelfs naar Parijs gaan; welnu, hij zou deze groote hoofdstad met genoegen terug zien. Zeker zou een gentleman, die zoo weinig van loopen hield, daar blijven. Ja, ongetwijfeld, maar het was minder zeker, dat die gentleman die tot nu toe altijd zoo huisvast was, op reis ging, dat hij zich ging verplaatsen.

Om acht uur had Passepartout het eenvoudig valies gereed gemaakt, dat zijn goed en dat van zijn meester bevatte, en verliet, nog half in verwarring zijn kamer, waarvan hij de deur zorgvuldig sloot. Hij kwam nu weder bij Fogg.

Fogg was ook klaar. Onder den arm droeg hij Bradshaw's continental railway-steam-transit and general guide, die alle mogelijke noodige inlichtingen voor de reis bevatte. Hij nam het valies uit de handen van Passepartout, opende het en deed er een lias banknoten in, die in alle landen ter wereld worden aangenomen.

‘Gij hebt dus niets vergeten?’ vroeg hij.

‘Niets, mijnheer.’

‘Mijn jas en mijn plaid.’

‘Hier zijn zij.’

‘Goed zoo, neem nu het valies maar op.’ Fogg gaf zijn valies aan Passepartout.

‘Draag er goed zorg voor, want er zit twintig duizend pond sterling in.’

Het had weinig gescheeld of het valies was uit Passepartouts handen gevallen, alsof de twintig duizend pond sterling in goud waren en daarvan het gewicht hadden.

Toen gingen Fogg en zijn bediende naar beneden en de huisdeur werd op het nachtslot gedaan.

Rijtuigen stonden aan het einde van Savilla Row. Phileas Fogg en zijn bediende namen een cab en reden zoo snel mogelijk naar het station van Charing-Cross, waarop een van de takken van den Ooster-spoorweg uitloopt.

Acht uur twintig minuten hield de cab op vóor het hek van het station. Passepartout sprong er uit. Zijn meester volgde hem en betaalde den koetsier.

Op hetzelfde oogenblik naderde eene arme vrouw met een kind aan de hand. Zij liep barrevoets. Haar hoofddeksel was een verflenste hoed, waarvan een armzalige veer afhing; eene shawl in

[pagina 11]
[p. 11]

flarden bedekte hare gescheurde plunje. Zij wendde zich tot Phileas Fogg en vroeg een aalmoes.

Fogg gaf haar de twintig guinea's, die hij aan de whisttafel gewonnen had.

‘Daar, goede vrouw,’ zeide hij, ‘ik ben blij dat ik u ontmoet heb.’

Daarop ging hij verder.

Passepartout voelde zijne oogen vochtig worden. Zijn meester steeg hooger in zijne achting.

Fogg en zijn bediende gingen terstond naar de wachtkamer. Hier liet Fogg Passepartout twee kaartjes eerste klasse voor Parijs nemen. Toen hij zich omkeerde, zag hij zijn vijf collega's van de Reform-club.

‘Mijne heeren,’ zeide hij, ‘ik ga vertrekken, de verschillende visa's zullen u in staat stellen om bij mijne terugkomst mijne reis na te gaan.’

‘O, mijnheer Fogg,’ zeide Ralph Gauthier beleefd, ‘dat is onnoodig. Wij vertrouwen op uw eer van gentleman!’

‘Maar zóo is het toch beter,’ antwoordde Phileas Fogg.

‘Gij vergeet niet, wanneer ge terug moet zijn?....’ merkte Andrew Stuart aan.

‘In tachtig dagen,’ antwoordde Fogg: ‘zaterdag 21 December 1872, 's avonds kwart voor negen.’

‘Tot wederziens, mijne heeren!’

Om kwart voor negenen namen Phileas Fogg en zijn bediende plaats in denzelfden waggon. Vijf minuten later hoorde men een schel fluitje en de trein zette zich in beweging.

Het was een stikdonkere nacht. Er viel een fijne motregen en het regende gestadig door. Phileas Fogg zat in zijn hoek gedoken en sprak geen woord. Passepartout, nog altijd onthutst, drukte onwillekeurig het valies met banknooten stijf tegen zich aan.

Maar de trein had Sydenham nog niet gepasseerd, of Passepartout uitte een kreet van wanhoop.

‘Wat is er?’ vroeg Fogg.

‘Ik heb... in mijne gejaagdheid... in mijn haast... iets vergeten...’

‘Wat?’

‘De gaskraan in mijne kamer uit te draaien!’

‘Zoo vriend,’ antwoordde Fogg koel, ‘dan brandt deze voor uwe rekening!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken