Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De reis om de wereld in 80 dagen (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van De reis om de wereld in 80 dagen
Afbeelding van De reis om de wereld in 80 dagenToon afbeelding van titelpagina van De reis om de wereld in 80 dagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

Scans (8.11 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Gerard Keller



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De reis om de wereld in 80 dagen

(1885)–Jules Verne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Zevende hoofdstuk.
Dat alweer de nutteloosheid van een paspoort in politiezaken bewijst.

De agent spoedde zich naar het consulaat. Hij werd terstond op zijn dringende vraag om den consul te spreken, tot dezen toegelaten.

‘Mijnheer de consul,’ zeide hij, met de deur in het huis vallende, ‘ik heb reden om te gelooven dat onze dief op de Mongolia is.’

En Fix vertelde wat er tusschen den bediende en hem was voorgevallen.

‘Mij is het wèl, mijnheer Fix,’ antwoordde de consul, ‘en ik wil het gezicht van zoo'n schurk wel eens zien. Maar misschien zal hij niet eens aan mijn bureau komen, zoo hij de man is voor wien gij hem houdt. Een dief is er niet op gesteld om eenigen indruk van zich achter te laten, en bovendien is de formaliteit der viseering van paspoorten niet verplichtend.’

‘Mijnheer de consul,’ antwoordde de inspecteur, ‘zoo het een schrandere kerel is, gelijk men wel denken moet, dan zal hij komen!’

‘Om zijn paspoort te laten viseeren?’

‘Ja. De paspoorten dienen nergens anders toe dan om een fatsoenlijk man in zijne bewegingen te hinderen en een schurk in zijne vlucht behulpzaam te zijn. Ik ben overtuigd dat dit paspoort in orde zal zijn, maar ik vertrouw dat gij het niet viseeren zult.’

‘Wel, waarom niet? Zoo het paspoort in orde is,’ antwoordde de consul, ‘dan heb ik het recht niet om mijn visa te weigeren.’

‘In elk geval, mijnheer de consul, ben ik wel genoodzaakt om dien man hier te houden, totdat ik het bevel tot arrestatie uit Londen ontvangen heb.’

‘Wat dat betreft, mijnheer Fix, dat is uwe zaak,’ antwoordde de consul, ‘maar ik heb daartoe geen recht....’

De consul eindigde zijn volzin niet. Er werd geklopt en de klerk kondigde twee vreemdelingen aan, waarvan een dezelfde bediende was, waarmede de de detective had staan praten.

Het waren inderdaad de heer en zijn knecht. De eerste reikte zijn paspoort over en vroeg eenvoudig, of de consul er zijn visa op wilde stellen.

Deze nam het paspoort en las het zeer aandachtig, terwijl Fix, die in een hoek gezeten was, den vreemdeling gadesloeg of liever met de oogen verslond.

Toen de consul het stuk gelezen had, vroeg hij: ‘- Gij zijt mijnheer Phileas Fogg, esquire?’

‘Ja, mijnheer,’ antwoordde de gentleman.

‘En deze man is uw bediende?’

‘Ja, een Franschman. Passepartout is zijn naam.’

‘Gij komt uit Londen?’

‘Ja.’

‘En gij gaat naar?’

‘Bombay.’

‘Best, mijnheer. Gij weet dat deze formaliteit met uw paspoort onnoodig is, en dat wij ook het vertoonen van het paspoort niet meer vorderen?’

‘Ik weet het, mijnheer,’ antwoordde Phileas Fogg, ‘maar ik wensch door uw visa mijn reis naar Suez te constateeren.’

‘Zoo als gij wilt, mijnheer.’

Toen de consul het stuk geteekend en gedateerd had, drukte hij er zijn stempel op. Fogg betaalde het visa, en na een koelen groet, verliet hij het bureel, gevolgd door zijn knecht.

‘Wat zegt ge er van?’ vroeg de agent.

‘Wel,’ zeide de consul, ‘hij heeft het voorkomen van een fatsoenlijk man.’

‘Dat is wel mogelijk,’ antwoordde Fix; ‘maar dat is hier de quaestie niet. Vindt gij niet, mijnheer de consul, dat deze kalme gentleman trek voor trek gelijkt op den dief, waarvan ik het signalement heb ontvangen?’

‘Ik geef het u toe; maar gij weet dat alle signalementen....’

‘Ik moet er het mijne van hebben,’ antwoordde Fix: ‘de knecht schijnt mij minder ondoordringbaar toe dan de meester; bovendien is hij een Fransch-

[pagina 17]
[p. 17]

man en Franschen praten graag. Tot straks, mijnheer de consul.’

Met die woorden ging de inspecteur heen om Passepartout op te zoeken.

Toen Fogg het huis van den consul verlaten had, begaf hij zich naar de aanlegplaats. Op korten afstand van het schip gekomen, gaf hij eenige bevelen aan Passepartout en verdween zelf in zijn hut aan boord der Mongolia. Daar haalde hij zijn opschrijfboekje uit zijn zak en schreef de volgende aanteekeningen:

‘Woensdag 2 October, 's avonds 8 uur en 45 minuten Londen verlaten

‘Donderdag 3 October, 's morgens 7 uur 20 minuten te Parijs aangekomen.

‘Parijs verlaten donderdag morgen ten 8 ure en 40 minuten.

‘Te Turin over den Mont-Cenis aangekomen 4 October, vrijdag 's morgens ten 6 ure 25 minuten.

‘Turin verlaten, vrijdag morgen 7 ure 20 minuten

‘Zaterdag 5 October, 's middags 4 uur te Brindisi aangekomen.

‘Met de Mongolia verder gereisd zaterdag avond ten 5 ure.

‘Te Suez aangekomen, woensdag morgen 9 October ten 11 uur.

‘Totaal der uren van de reis 156½ en der dagen: 6½.

Fogg schreef deze datums op in een reisboek in kolommen verdeeld, die aanduidden - van den 2den October tot den 21sten December - de maand, den dag, de uren van aankomst volgens de lijsten, en de uren van werkelijke aankomst in de hoofdstations Parijs, Brindisi, Suez, Bombay, Calcutta, Singapore, Hong-kong, Yokohama, San-Francisco, New-York, Liverpool, Londen, en waarop men ook kon aanteekenen de gewonnen of verloren uren in elke plaats, die men passeerde. Door dit stelselmatig ingerichte reisboek kon men dus van alles rekenschap geven, en Fogg wist altijd of hij vóór of achter was.

Hij schreef heden, woensdag 9 October, zijne aankomst, te Suez, die overeenstemde met de aankomst volgens het plan, en waaruit bleek, dat hij geen uren gewonnen, noch verloren had.

Vervolgens liet hij zijn ontbijt in de hut brengen. Wat de stad betrof, hij dacht er zelfs niet aan om haar te gaan zien, want hij behoorde tot die soort van Engelschen, die het land dat zij doortrekken door hunne bedienden laten bezoeken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken