Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De reis om de wereld in 80 dagen (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van De reis om de wereld in 80 dagen
Afbeelding van De reis om de wereld in 80 dagenToon afbeelding van titelpagina van De reis om de wereld in 80 dagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

Scans (8.11 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Vertaler

Gerard Keller



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De reis om de wereld in 80 dagen

(1885)–Jules Verne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Negende hoofdstuk.
Waarin de Roode en de Indische Zee de plannen van Phileas Fogg schijnen te begunstigen.

De afstand tusschen Suez en Aden is, precies berekend, dertien honderd tien mijlen, en de Maatschappij staat aan elke mailboot een tijdsverloop van honderd dertig uren toe om dit traject af te leggen. De Mongolia, wier vuur zeer goed onderhouden werd, stoomde altijd met die snelheid om binnen de vastgestelde uren aan te komen.

Bijna alle passagiers waren te Brindisi ingescheept en gingen naar Indië. Sommigen begaven zich naar Bombay, anderen naar Calcutta, maar altijd over Bombay, want sedert een spoorweg de geheele breedte van het indische schiereiland doorsnijdt, is het niet meer noodig de zuidelijke punt, Ceylon, om te varen.

Onder de reizigers der Mongolia waren verschillende burgerlijke ambtenaren en officieren van allerlei rang. Van dezen behoorden er eenigen tot het eigenlijk gezegde Engelsche leger; anderen commandeerden de inlandsche troepen, bestaande uit cipayers. Allen waren hoog bezoldigd, zelfs nu het Gouvernement de rechten en lasten van de voormalige Indische Compagnie heeft overgenomen. Tweede Luitenants hadden f 3,500, brigade-generaals f 30,000, generaals f 50,000. De traktementen der burgerlijke ambtenaren zijn nog hooger. De minste ambtenaren hebben f 6,000; rechters f 30,000, presidenten van gerechtshoven f 125,000, gouverneurs f 150,000, de gouverneur-generaal f 300,000.

[pagina 20]
[p. 20]

Men leefde dus zeer goed aan boord der Mongolia in dezen kring van ambtenaren, waarbij zich nog eenige jonge Engelschen voegden, die een millioen te verteren hadden, en die in verre landen hunne handelskantoren gingen vestigen. De ‘purser,’ de vertrouwde persoon der Compagnie, gelijk in rang met den kapitein, deed alles op groote schaal. Aan het ontbijt, aan den lunch ten twee uur, aan het middagmaal te half zes, het souper ten acht uren, bogen de tafels bijna onder de schotels warm vleesch en verdere gerechten, die door de slagers en den kok der mailboot geleverd werden. Onder de vrouwelijke passagiers waren er eenigen, die tweemaal daags haar toilet veranderden. Men maakte muziek, men danste zelfs, als de zee het veroorloofde. Maar de Roode Zee is grillig en dikwijls zeer onstuimig, zooals alle lange, smalle zeeën. Als de wind, hetzij van den kant van Azië kwam of van Afrika, slingerde de Mongolia, het lange stoomschip, geducht, daar zij de zee dwars inkreeg. De dames verdwenen dan in hare hutten, de piano werd niet bespeeld en natuurlijk eindigde, dan ook het zingen en dansen. En toch, ondanks al die rukwinden en de deining, zette de mailboot, voortgedreven door haar ontzaglijk groot stoomwerktuig, zonder vertraging de reis naar de straat van Bab el-Mandeb voort.

Wat deed Phileas Fogg wel gedurende de reis? Men zou denken, dat hij altijd angstig en onrustig zich bezig hield met de veranderingen van den wind, die misschien nadeelig voor zijne reis konden zijn, of eene onverwachte beweging konden veroorzaken, welke de machine gevaar deed loopen onklaar te worden; in één woord, met alle mogelijke gebeurtenissen, die de Mongolia konden noodzaken om in een van de havens binnen te loopen, zoodat zijne reis langer zou duren.

Volstrekt niet, of althans in zeer geringe mate. De gentleman dacht wel eens aan zulke mogelijkheden, maar hij bleef altijd de kalme, onbeweeglijke man, het onverstoorbare lid der Reform-club, wien geen ongeluk of toeval kon verrassen. Hij scheen niet meer aangedaan dan de chronometer aan boord. Men zag hem zelden op het dek. Hij gaf zich volstrekt geen moeite om de Roode Zee gade te slaan, zoo rijk aan herinneringen, het tooneel van de eerste gebeurtenissen in de geschiedenis der menschheid Hij ging niet naar boven om de fraaie steden te zien liggen, die gezaaid zijn langs hare oevers, en waarvan de schilderachtige omtrekken zich somtijds tegen den gezichteinder teekenen. Hij droomde zelfs niet van de gevaren van deze Arabische golf, waarvan de oude geschiedschrijvers Strabo, Arianus, Arthemidores, Edrisi zooveel akeligheden hebben verhaald en waarop de zeelieden zich nooit waagden zonder door zoenoffers hunne reis te hebben gewijd.

Wat deed dan toch deze zonderling, die op de Mongolia gevangen zat? Vooreerst gebruikte hij zijn vier dinés daags, zonder dat eenige slingering of schommeling eene zoo goed georganiseerde constitutie in de war kon brengen. En vervolgens whistte hij.

Ja! Hij had partners aangetroffen die even verzot op het spel waren als hij; een ambtenaar der belastingen, die zich weder naar zijn post te Goa begaf, een predikant, den eerwaarden Decimus Smith, die naar Bombay terugkeerde, en een brigade-generaal van het Britsche leger, die zijn regiment te Benares opzocht. Deze drie passagiers hadden voor het whisten denzelfden hartstocht als Phileas Fogg, en zij speelden uren lang zonder een woord te spreken.

Wat Passepartout aangaat, die tot nog toe geen last had gehad van zeeziekte, hij was den geheelen dag in zijne hut op de voorplecht, en ook hij at met evenveel lust als zijn meester. Hij zou er het zijne maar van nemen. Goed gevoed, goed gehuisvest, zag hij de wereld en hield zich overtuigd, dat al deze dwaasheden te Bombay wel een einde zouden nemen.

Den dag van het vertrek van Suez, den 9den October, ontmoette hij tot zijne blijdschap den gedienstigen heer, tot wien hij zich op den Afrikaanschen bodem gericht had.

‘Als ik mij niet vergis, mijnheer,’ zeide hij, met zijn beminnelijksten glimlach Fix aansprekende, ‘zijt gij dezelfde heer, die zoo vriendelijk waart mij te Suez te helpen’

[pagina 21]
[p. 21]

‘Inderdaad,’ antwoordde de detective, ‘ik herken u: gij zijt de bediende van dien zonderlingen Engelschman.’

‘Juist....!’

‘Ik heet Fix.’

‘Mijnheer Fix,’ zeide Passepartout. ‘Ik ben verheugd u hier aan boord weer te vinden. Waar gaat gij naar toe?’

‘Wel, even als gij, naar Bombay.’

‘Des te beter. Hebt gij al meer die reis gemaakt?’

‘Verscheidene malen,’ antwoordde Fix. ‘Ik ben agent van de Peninsular-Company.’

‘Dus zijt gij in Indië bekend?’

‘Wel zeker,....’ antwoordde Fix, die niet te ver wilde gaan.

‘En daar is alles zeer merkwaardig?’

‘Zeer merkwaardig. Moskeeën, minaretten, tempels, fakirs, afgodsbeelden, tijgers, slangen, bayadères! Maar het is te hopen dat gij daar lang genoeg blijft om het land te zien.’

‘Ik hoop het, mijnheer Fix. Gij begrijpt dat het toch niet te vergen is van een man met gezond verstand om zijn leven te slijten met over te springen van een boot in een spoortrein en van een spoortrein in een boot, onder voorwendsel de reis om de wereld te maken in tachtig dagen. Ik twijfel er niet aan of al die gymnastiek zal te Bombay wel eindigen.’

‘Is mijnheer Fogg welvarend?’ vroeg Fix op zijn natuurlijksten toon.

‘Zeer welvarend, mijnheer Fix, en ik ook. Ik eet als een wolf die in langen tijd niets gehad heeft. Het is zeker de zeelucht.’

‘Uw meester zie ik nooit op het dek.’

‘Neen, nooit. Hij is niet nieuwsgierig.’

‘Weet ge wel, mijnheer Passepartout, dat deze beweerde reis om de wereld wel een geheime zending kon verbergen... bij voorbeeld een diplomatieke missie.’

‘Op mijn woord, mijnheer Fix, daar weet ik niets van; dat moet ik u eerlijk bekennen, en het is mij ook geen halve kroon waard om het te weten.’

Na deze ontmoeting spraken Fix en Passepartout nog dikwijls samen. De inspecteur van politie scheen er prijs op te stellen, om met den bediende van den heer Fogg goede vrienden te worden. Dit kon hem bij voorkomende gelegenheden te pas komen. Hij bood hem dan ook dikwijls in de koffiekamer der Mongolia een glas whisky of pale-ale aan, dat de goede jongen altijd zonder eenigen omslag aannam en dikwijls ook beantwoordde, om geen verplichting te maken; hij vond dien Fix een zeer beleefd gentleman.

Onderwijl ging de mailboot snel vooruit. Den 13den had men Mokka in het gezicht, dat in een ring van verwoeste muren scheen te liggen, waarboven eenige groene dadelboomen zich verhieven. In de verte ontdekte men tegen de bergen de uitgestrekte koffievelden. Passepartout was in verrukking, toen hij deze beroemde stad zag, en hij vond zelfs dat zij met hare ronde muren en geslechte vesting, die tot oor moest dienen, veel op een reusachtige kop koffie geleek.

Den volgenden nacht passeerde de Mongolia de straat Bab-el-Mandeb, welke Arabische naam beteekent: Poort der Tranen, en den anderen morgen, den 14den liep zij te Steamer-Point ten noordwesten van de reede van Aden binnen. Hier moest zij weder brandstof opdoen.

Een ernstige en belangrijke zaak is de zorg voor de steenkolen der mailbooten, op zulke afstanden van de plaats waar zij worden gedolven. Voor de Peninsular-Company is dit eene jaarlijksche uitgave van acht honderd duizend pond sterling, want men heeft op verscheidene punten in die ver verwijderde zeeën depots moeten vestigen en daar kost het hectoliter kolen veertig gulden.

De Mongolia had nog zestien honderd vijftig mijlen af te leggen vóór zij Bombay bereikte en moest vier uur te Steamer-Point blijven, om haar voorraad in te nemen. Maar dit oponthoud kon aan het programma van Fogg volstrekt geen nadeel doen Dit alles had men berekend. Daarenboven was de Mongolia, in plaats van in den morgen van den 15den October te Aden te komen, reeds den 14den aldaar gearriveerd. Dit was dus een winst van vijftien uren.

Fogg en zijn bediende gingen nu aan land. De gentleman wilde zijn paspoort laten viseeren. Fix volgde hem onopgemerkt. Toen deze formaliteit afgeloopen was, keerde Phileas Fogg weer naar

[pagina 22]
[p. 22]

boord terug, om daar zijn geschorst spel te hervatten.

Passepartout slenterde, volgens gewoonte, door de stad, tusschen Somanlis, Banianen, Perzen, Joden, Arabieren en Europeanen, die de 25,000 inwoners van Aden uitmaken. Hij bewonderde de versterkingen, die deze stad tot een Gibraltar der Indische Zee vormen, en de prachtige waterleidingen, waaraan de Engelsche ingenieurs, tweeduizend jaren na die van koning Salomo, arbeidden.

‘Zeer merkwaardig! zeer merkwaardig!’ mompelde Passepartout bij zich zelven, toen hij weer aan boord was. Ik zie dat het zeer nuttig is om te reizen, wanneer men iets nieuws wil zien.’

Ten zes ure des avonds stoomde de Mongolia weder voort en was spoedig in de Indische Zee. Er waren haar nog honderd acht en zestig uren toegestaan, om den weg van Aden naar Bombay af te leggen. De Indische Zee was haar ook verder zeer gunstig. De wind bleef noord-west. De zeilen kwamen den stoom te hulp.

Het schip, dat nu zwaarder belast was, slingerde minder. De passagiers kwamen in nieuwe toiletten op het dek. Het zingen en dansen nam weer een aanvang. De reis werd dus onder de gunstigste omstandigheden volbracht. Passepartout was zeer ingenomen met den aangenamen reisgenoot, dien het toeval hem in den persoon van Fix verschaft had

Zondag 20 October, tegen 12 uur, kreeg men de Indische kust in 't gezicht. Twee uur later kwam de loods aan boord der Mongolia. Aan den horizon teekenden zich de bergen schilderachtig tegen den donkeren hemel af. Weldra zag men de palmen, die boven de stad uitstaken. De mailboot stoomde de haven binnen, welke gevormd wordt door de eilanden Salsette, Colaba, Elephanto en Butcher en ten half vijf lag zij voor de kade van Bombay.

Phileas Fogg had dien dag zijn drie en dertigsten robber gespeeld; zijn partner en hij hadden door vernuftige berekening schlem gemaakt

De Mongolia moest eerst den 22sten October te Bombay aankomen. Zij kwam er den 20sten, dus had men sedert het vertrek uit Londen twee dagen gewonnen, wat Phileas niet naliet terstond in zijn register te vermelden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken