Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten (1712)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten
Afbeelding van Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplatenToon afbeelding van titelpagina van Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.01 MB)

Scans (25.20 MB)

ebook (20.87 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten

(1712)–E. Verrijke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

III. Zinnebeeld.



illustratie
CAETERA LINQVO


Ik verlaat al 't andere.

 
WAt baate kroone, en 's waerelds schatten?
 
Ze stillen geen begeerlykheid,
 
En hinderen ons de kroon t'omvatten,
 
In duurzaamheid, als d'eeuwigheid.
 
Wie zou die zielen-schat niet kiezen,
 
Voor 't geen de dood ons doet verliezen.

WAt voordeel kan men trekken door 't verzamelen van groote rykdommen, indien ze onze begeerlykheit niet voldoen? Wat

[pagina 8]
[p. 8]

baat de glans van een Ryks-Staf, en een groot gedeelte des waerelds aan zyn gehoorzaamheit onderworpen te zien, indien de onverzadelyke begeerte van een anders goederen te hebben, en de vreeze van de zyne te verliezen, 't hert gestadig kwelt? 't Zou konnen weezen, dat deze voorspoed en hoogverhevene Eertytels de tyt van veertig of meer jaaren zouden bestaan, en in volkome pracht en uitwendige heerlykheit van een Opper-regeeringe uitblinken: maar deze onverzadelyke begeerten die tyt voleind hebbende, zal 't gebeuren, dat het hert, door deze grootheit opgeblaazen, zal gedwongen worden te verlaaten, 't geen 't met zulken brandenden liefde heeft bezeeten: zodanig, dat den verwaanden bezitter van al deze goederen niet zal behouden, als het droevig geheugen van zyn fortuin aangebeeden, en al zyn hoop verlooren te hebben.

't Is dan niet in de onbestendigheit van deze waereld, dat men een duurzaam geluk moet zoeken, noch hoopen dat men in de vergankelyke rykdommen van dit leven, de zoetigheit, rust, of vreedzaamheit des gemoeds zal vinden; als zynde t'eenemaal strydig met de verwarringe en zucht tot de ydelheden, dewelke de zonden in 't herte ontsteeken, die al het zaad van de deugd in ons bederven, en rampzalig de ongeregelde begeerten tot onze gierigheit voeden. 't Is een zaak, onwaardig voor een eerlyk man, zyn gemoed tot een slaaf dezer vergankelyke dingen te maken, die hem

[pagina 9]
[p. 9]

van de deugd verwyderen, en, na 't aandoen van duizent verdrietelykheden, eindelyk verlaaten, en dusdanig de schandelyke verbintenisse, die men 'er aan heeft gehad, beloonen. Heel anders is 't met de onvergankelyke rykdommen, dewelke ons gemoed gestadig verlustigen, in geen vergelykinge met de onbestendige vermaakelykheeden te stellen, die van de Fortuin gebooren worden. De onverzadelyke begeerte, om onze schatten te vermeerderen, doet gestadig kwaade indrukzelen op ons gemoed: daar de verplichtende bekoorlykheit van de Goddelyke gunst dezelve tot de oeffeninge van de deugd brengt. Den overvloed der rykdommen doet niet als de natuurlyke schrik des doods toeneemen, en werpt al de achting onzer dapperheit ter neder, welke wy in veel jaaren hebben bekoomen. In tegendeel, het betrouwen, 't welk wy op God stellen, vermeerderd onze hoop en kloekmoedigheit; en, God ons gemoed door de Blixemen en Tempeesten van 's waerelds rampen beproevende, doet ons het einde onzer dagen aanmerken, als 't beginzel van ons geluk, en 't gewenschte einde onzer elenden. In dat oogenblik verlaaten de Koningryken met al hun pracht en rykdommen de geenen, die 'er hier hun Godheit van maakten: en de uitwerkinge der Goddelyke beloften overlaad hen met een eeuwig gelukzaligheit, die hun hoope op hem hebben gesteld; en doet hen begeleiden, dat ze een dankbaar Meester hebben gediend.

Die dan den rykdom bezit, in 't purper

[pagina 10]
[p. 10]

praald, Koningryken en Volkeren regeerd, moet geen betrouwen op de zelve stellen, of daar in zyn ziel-rust zoeken; maar zich tot God keeren, daar dit heil alleen te vinden is. Hy is 't, die den regel onzer begeerten moet zyn; en van wien wy met verzekering, 't waare geluk konnen ontfangen. Wy moeten ons in dezen staat, zodanig na zynen wille voegen, dat, indien 't hem beliefde ons al de goederen te beneemen, welke wy bezitten, wy deze proeven met geduld moeten verdraagen, en ons zelfs verbleiden, dat hy ons van deze tydelyke goederen beroofd, om ons de eeuwigduurende hemelsche kroone waardig te maaken, welkers schoonheit duizendmaal uitmunderder is, als die van al de Throonen en Scepters des waerelds, en oneindelyk boven de uitwendige pracht en deftigheid, welke 't schoonste verciersel van al de dingen des werelds maaken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken