Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis (en andere stukjes om te lezen) (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis (en andere stukjes om te lezen)
Afbeelding van Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis (en andere stukjes om te lezen)Toon afbeelding van titelpagina van Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis (en andere stukjes om te lezen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.83 MB)

Scans (1.17 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis (en andere stukjes om te lezen)

(2014)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

Snipper 17

Tikkel genant (2)

In 1953 kwam ik uit Indonesië in Amsterdam aan, met het motorschip Johan van Oldenbarneveldt. Het was de maand mei, het regende mot en langs het Noordzeekanaal fietsten mannen met hoeden op en lange regenjassen aan. In de haven dreef een lage boot met het opschrift: Gooit geen vuil in de grachten.

Mijn ouders en ik werden met busladingen andere Indische repatrianten dun uitgesmeerd over Nederland, wij kwamen in Oss terecht.

De zomer stond voor de deur en met onze tropenkleren kwamen we die eerste maanden een heel eind. Maar toen het nieuwe schooljaar naderde moest er gekeken worden naar passende kleding voor mij. Ik was 14 en zou naar de derde klas van de HBS gaan. Wat droegen jongens van die leeftijd in Nederland in het najaar en de winter?

Mijn moeder en ik bezochten een kledingzaak in het stille hart van Oss en een half uur later stonden we met onze aankoop weer buiten. ‘Zo, jij kan een jaar vooruit’, zei mijn moeder. Ik had mijn twijfels, want haar kennis van de Nederlandse mannen- en jongensmode dateerde uit het midden van de jaren dertig. Toen reisde zij mijn vader achterna naar de tropen en aangezien hij daar het vak van militair beoefende en kleding van de zaak kreeg, was er weinig reden voor haar om ooit nog de mannenmode bij te houden.

Maar goed, ik had ingestemd met de aankoop en de verkoopster had verzekerd dat mijn broek en jasje geheel binnen de mainstream van de Osse jongensmode viel. Een week later berichtte mijn vader dat hij in Amsterdam gedetacheerd was en dat ik daar de HBS zou bezoeken. Alles beter dan Oss, dacht ik.

[pagina 108]
[p. 108]

Op 2 september 1953 begon de school, het Ignatius college in Amsterdam-Zuid. Ik trok het pak aan en keek nog even in de spiegel voordat ik vertrok. Alles zat goed en paste. Maar toen ik op het schoolplein de andere leerlingen zag wist ik meteen dat ik geheel fout zat qua kleding. Ik droeg een jagersgroen plusfourpak van onverslijtbaar corduroy. Dat het jagersgroen was en gemaakt van onverslijtbaar corduroy, dat kon nog net. Maar dat het een plusfourpak was, dat kon anno 1953 absoluut niet meer. Men kende de drollenvanger natuurlijk nog wel uit de omslagen van jongensboeken. Provincialen liepen er ook nog wel in rond, mensen uit Schagen of Oss. Maar een leerling van de HBS te Amsterdam, nee, die liep er mee voor gek.

Maar het kon allemaal nog erger. Toen we mijn pak kochten had de Osse verkoopster mijn moeder ook geattendeerd op een aanbieding: een prachtige vuurrode trui voor de helft van de prijs.

Die trui trok ik maanden later in Amsterdam aan toen het kouder werd. Mijn klas had die dag gymnastiek. Ik was vroeg in het verkleedlokaal en er zat nog een jongen van de vorige groep zijn sokken en schoenen aan te trekken. Zo te zien een ukkie uit de eerste klas. Ik trok mijn corduroy jasje uit en trok daarna onwennig de rode trui over mijn hoofd uit. Terwijl ik de trui opvouwde zag ik ineens dat het jongetje met een mengeling van schrik en afkeer naar mij keek. En in de kleedkamerspiegel zag ik even later wat hij zag: mijn witte overhemd had bloedrode oksels gekregen waar de trui en mijn transpiratie samengekomen waren. Er was in dat samengaan iets ontstaan dat niemand op zijn netvlies zou willen hebben.

Ik bofte dat we met z'n tweeën waren. Toen de rest van mijn klas kwam had ik mijn overhemd al weggewerkt en een sporthemd aangetrokken. En dat jongetje was met schrikogen vertrokken. We hebben elkaar nooit meer

[pagina 109]
[p. 109]

ontmoet, en welke sporen deze gebeurtenis bij hem heeft achtergelaten weet ik niet. Maar veel jaren later, toen Wim Kok premier was dacht ik wel eens: was hij het misschien? Ik herkende iets in hem.

Hij had dat gelouterde hoofd dat zegt: ik heb ergere dingen gezien dan wat mij nu overkomt. En als hij het was, wil ik toch een keer gezegd hebben: Wim, kerel, sorry.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken