Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kleine stukjes om te lezen (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kleine stukjes om te lezen
Afbeelding van Kleine stukjes om te lezenToon afbeelding van titelpagina van Kleine stukjes om te lezen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (0.23 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kleine stukjes om te lezen

(1970)–Hans Vervoort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]

Haring kaken

Deze dokter rook inderdaad naar sigaren en carbolzeep. Hij was trouwens ook oud en mager. Zijn nagels waren kortgeknipt, twee vingers van zijn linkerhand bruin van nicotine. Hij zat achter zijn bureau en probeerde Henk scherp aan te kijken, met ogen waarvan het wit al half bedorven was.

‘Ik weet niet of ik er goed aan doe u dat allemaal te vertellen,’ zei hij. ‘Dat is het risico dat je als arts moet nemen. Sommige mensen kunnen er wel tegen en anderen niet. U maakt op mij een nogal evenwichtige indruk en ik dacht dus kom.’

‘Ja, ja,’ zei Henk. Hij bewoog zijn hoofd en hoorde de nekwervels kraken.

‘Nou ja, ik weet nu in elk geval waar ik aan toe ben,’ zei hij. Hij stond op en stak zijn hand uit. Dag dokter. De dokter aarzelde even en nam hem toen aan. Toen hij buiten stond realiseerde Henk zich dat de man zijn handen nu opnieuw moest wassen, wat hem sterk opvrolijkte. Het weer was somber, maar het regende niet.

Hij stapte op zijn bromfiets en liet zich langzaam naar kantoor rijden. Op de hoek van de gracht stalde hij het voertuig en liep de laatste vijftig meter, langs de twee hoeren die er altijd stonden. Met een korte knik liep hij voorbij en voelde de vetrollen boven zijn broekband.

Het was druk op kantoor. Hij ging naar het toilet en keek in de spiegel, zoals altijd verwonderd over de dikke kale man. Even het gebit uit en de kaken op en neer, blaasbalgje spelen. Zacht lachend deed hij het licht uit en verliet het vertrek. Toen hij op zijn kamer kwam stond Kranz al te wachten met een grote stapel dossiers.

‘Als ik zeg lumbaalpunctie’, wat voel jij dan?’ vroeg Henk.

‘Dan word ik kotsmisselijk,’ antwoordde Kranz.

‘Ik ken iemand die het heeft gehad,’ zei Henk. ‘Ze steken een naald in je rug, tussen twee wervels, en zuigen je levenssappen weg. Die man van wie ik het hoorde, had het als jongen gehad. Hij wilde alleen meewerken als ze spiegels neerzetten, zodat hij precies kon zien wat ze deden. Eigenaardig type.’

‘Bij injecties is dat ook zo. Sommige mensen kunnen er alleen maar tegen als ze naar de naald kijken. Ik ken trouwens iemand,’ zei Kranz, ‘die had nierstenen en dan wordt er door je pisbuis een tangetje gedreven, de blaas in, en dan worden die nierstenen stuk voor stuk gekraakt.’

‘Pijnlijk zeker?’ zei Henk.

‘Wat heet pijnlijk? Het is nu jaren geleden maar de man valt bijna flauw als je er over praat. Denk eens in: al dat gruis moest hij wegplassen, dat heeft maanden geduurd. Elke keer kwam er zo'n klein brokje voor het gaatje en dan maar spanning opbouwen, veel drinken, net zo lang tot de handel naar buiten geperst werd.’

‘Ik heb één keer meegemaakt,’ zei Henk, ‘dat iemand onder de tram kwam. Ik stond in de tram en je hoorde, je voelde dat hij ergens over

[pagina 5]
[p. 5]

heen reed. Boem-boem, weet je wel. Dan een hele hoop geschreeuw en ja hoor, been eraf. Het was zo'n dikke vrouw in een stippeltjes jurk, en het was een heel dik been. Ze lag op haar rug en elke keer kwam ze even omhoog om naar dat been te kijken en dan viel ze weer gillend terug.’

Er was geen sprake van dat Kranz afgeleid zou kunnen worden. Hij legde de dossiers neer en wees er op.

Henk zuchtte, hij was net naar de dokter geweest.

‘Baassie,’ zei hij. ‘Henk wil een vrije dag. Zijn moeder is dood.’

‘Dat is al een jaar of vier zo,’ zei Kranz.

Henk zuchtte. ‘Ik ben Henk,’ zei hij. ‘Ik ben 38 jaar en ik wil een vrije dag. En anders ga ik jammeren.’

Kranz knikte. Even later was Henk thuis. Marion zag er fris uit, zij kon slapen als geen ander en was in 15 jaar geen pond ouder geworden.

‘Kom,’ zei hij en begon zich snel uit te kleden, ‘het is tijd voor een onderonsje.’

‘Dat is een koninklijke uitdrukking,’ legde hij later uit, terwijl hij ijverig op en neer bewoog, ‘koningen spreken altijd in de wij-vorm. Een koninklijk onderonsje, dat zie je ook vaak onder foto's staan. Dat daar nog nooit een proces op gevolgd is begrijp ik niet.’

Na afloop, toen hij zich stond te wassen, zag hij haar in de spiegel op het bed liggen, tevreden en slaperig.

Wat zei de dokter?’ vroeg ze.

‘O,’ antwoordde hij, ‘de ouwe sukkel kon niets ontdekken. Zei dat ik nog minstens 40 jaar meekon.’ Hij gooide zijn hoofd naar achteren. De nekwervels kraakten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken