Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Aarde (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van Aarde
Afbeelding van AardeToon afbeelding van titelpagina van Aarde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.40 MB)

ebook (2.76 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Aarde

(1896)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

Liefde voor alle ding.

I.

 
Liefde die meer mij is als alle wezen,
 
En die mij eens in éénen mensch deed vinden
 
Schoonheid en wijsheid, teêrheid uitgelezen,
 
Zoodat ik hem meer dan mijzelf beminde; -
 
 
 
Tot hem te zien altijd mijn zien verblindde
 
Voor 't Leven zelf, dat liefgehad wil wezen
 
In alle ding, 't gezochtste en 't minst bezinde: -
 
Leef nu in mij en maak me als een van dezen.
 
 
 
Want als ik droog ben zijt gij als klaar water
 
Over mijn ziel: mijn haat onder uw handen
 
Werd zoet en dwaag: mijn oogen, als zij brandden
 
Van dofheid, bliest gij helder en gelinde -
 
 
 
En met úw mond ben ik geen ijdle prater -
 
Kom dan, die Liefde, kom mijn laatst-geminde.
[pagina 83]
[p. 83]

II.

 
Liefde voor alle ding: in de ravijnen
 
Der bergen waait ze: door de schemeringen
 
Der wouden waar de groene stralen dringen
 
Op wel, dier spatten 't koel geblaart doet deinen.
 
 
 
De heemlen hebben haar, de heuvelklingen,
 
Als 't vesper slaat en d' avondstar gaat schijnen;
 
En zij daalt neer op de verbaasde pleinen
 
Der menschen die gaan in verwonderingen.
 
 
 
De stad wordt blij van haar: zij die beminden
 
Eén ding, daaglang, gaan huiswaarts, in hun harten
 
Vaag die zij nu, maar niet kennende, voelen -
 
 
 
Zij is het Al, het Eén, zij zal mij koelen
 
Van 't vele en het verstrooiende en het smarten-
 
Dragend begeer: - in Haar zal ik 't hervinden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken