Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het blank heelal (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het blank heelal
Afbeelding van Het blank heelalToon afbeelding van titelpagina van Het blank heelal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (3.33 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het blank heelal

(1908)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]

De Vrouw met het Kind

 
Waar groene stralen nauwlijks door de twijgen drongen
 
In 't maagdelijke woud,
 
Kwam 't klare water, een fontein, omhooggesprongen
 
En brak zich menigvoud.
 
 
 
De droppen ruischende deden de blaren deinen.
 
Ik die eronder zat
 
Boog mij te dieper neer over de woordenlijnen
 
Op 't schemerende blad.
 
 
 
Toen kwam een jonge vrouw die boschruimte ingetreden,
 
Blank was zij en heel naakt,
 
Door de bekoorlijkheid van haar bevalge leden
 
Werd de omtrek licht gemaakt.
 
 
[pagina 142]
[p. 142]
 
En aan haar hand hield zij een kind, een molge jongen,
 
En rond, gelijk zij slank.
 
Háár blonde lok hield zacht zich aan den hals gedrongen,
 
Zijn goud rees, krulge rank.
 
 
 
En toen zij stonden, vóór me, wijl ik bleef gezeten,
 
Sprak zij: ik breng u 't kind,
 
Waarvoor gij boek, fontein en schemer zult vergeten
 
Waarbij zoo diep gij zint.
 
 
 
Ik wil u leeren dat van duisterste gedachten
 
De flonkring niet zoo gloort
 
Als de oogen die verrukt naar de eerste raadsels trachten
 
In 't aarzlend kinderwoord.
 
 
 
Meteen verdween ze, en 't kind. Ik zat met open oogen
 
En zocht den straal die gleed
 
Van groen tot verder groen, de gangen door en bogen
 
Van 't bosch dat op zich deed.
 
 
 
Ik ging en zocht zijn zoom. Bevrijd trad ik naar buiten.
 
Mijn huis stond aan een vliet.
 
Daar was geen berg, geen boom om d'einder aftesluiten
 
Tot aan het verst verschiet.
 
 
[pagina 143]
[p. 143]
 
Daar leefde ik jaar aan jaar, om mij een vrouw en kinders,
 
De arbeid van iedren dag,
 
De zon zag beurtelings ons zaaiers, maaiers, binders,
 
En dorschens vlegelslag.
 
 
 
De stad bouwde op ons aan: wij boden hulp en handel,
 
Breidden ons uit door 't rijk,
 
Maar elk van ons hield in vertrouwlijkheid en wandel
 
Een stil en zeker blijk.
 
 
 
Een blijk van 'twoord, eertijds mij door die vrouw gesproken,
 
Van 't kind, eertijds gezien:
 
Nooit heeft ons, hart of mond, het aarzlend woord ontbroken
 
Waar elk het Kind in dien'.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken