Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het blank heelal (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het blank heelal
Afbeelding van Het blank heelalToon afbeelding van titelpagina van Het blank heelal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (3.33 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het blank heelal

(1908)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

Een Nieuwe Peis

 
Het middaglicht dat stil en grijs
 
Zeeft door een overdekte lucht
 
Brengt in ons hart een nieuwe peis
 
En went ons aan een nieuwe tucht.
 
 
 
Wij hebben ach zooveel begeerd
 
En altijd weer vergeefs gehoopt,
 
Wij hebben ons ternoô bekeerd
 
Omdat het leed tot keeren noopt,
 
 
 
Wij hebben ons benauwd gevoegd
 
Zooals in de asch een kool zich bergt
 
En haast te sterven zich genoegt
 
Zoolang geen wind haar gloeden tergt,
 
 
[pagina 146]
[p. 146]
 
Maar altijd als een adem kwam
 
Won toch ons smeulen weer in kracht,
 
Wij droomden van een heldre vlam,
 
Wij droomden van een laaie pracht.
 
 
 
Totdat op 't laatst een blij verstaan
 
Ons leerde dat uit d' eenen dood
 
Het andre leven aan kan gaan
 
Gelijk een kind uit dooden schoot.
 
 
 
Uit harde kool wordt diamant,
 
Uit dor hout wordt een vlammend vuur,
 
Uit zoute zee wordt vruchtbaar land,
 
Uit tijd een leven zonder duur.
 
 
 
Toen stierven wij aan dag en licht
 
En zagen als een vreemde zon
 
Een binnenlicht, een droomgezicht,
 
Dat zich rondom ons kleurde en spon.
 
 
 
Daar waren we als in schoon verblijf
 
Waar alles was en toch niet scheen,
 
Alsof er menschen zonder lijf
 
Bestonden, en van ziel alleen.
 
 
[pagina 147]
[p. 147]
 
Het was een wonderlicht bestaan
 
En ons geloof was stil en diep
 
Dat nergens onder zon noch maan
 
Een wonder als het onze sliep.
 
 
 
Tot de oogen open op een keer
 
Wij zagen weer den kalmen dag
 
En toch niet de oude dingen meer
 
Maar vormen als een kleurig rag.
 
 
 
De wereld die doorzichtig leek
 
In onvergankelijk bestand,
 
Maar wachtende of daarover streek
 
Een onberekenbare hand.
 
 
 
Gelijk een tijdlijke eeuwigheid
 
Die stond en stroomde en duurde en viel,
 
Een schaduw aan een stroom gevlijd -
 
Wie die ze werpt? - wie lijf-en-ziel?
 
 
 
Het middaglicht dat stil en grijs
 
Zeeft door een overdekte lucht
 
Bracht in ons hart een nieuwe peis
 
En wende ons aan een nieuwe tucht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken