Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kristaltwijg (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kristaltwijg
Afbeelding van De kristaltwijgToon afbeelding van titelpagina van De kristaltwijg

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

Scans (1.58 MB)

ebook (2.74 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kristaltwijg

(1903)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

De Verwante

 
Wanneer, in donkre stonden,
 
Bij nacht, als eenzaam waakt,
 
Stom, bij verglommen kolen,
 
Hij wiens gedachten dolen,
 
Hij die niet heeft gevonden,
 
Schoon 't hart niet heeft verzaakt, -
 
 
 
Wanneer, eer daglichts schemer
 
Valt op 't verweerd gordijn,
 
Uit donkren hoek lijkt dagen
 
Wie nooit zijn oogen zagen
 
Dan nu in dezen demer,
 
Dan nu in zulk een schijn, -
 
 
[pagina 75]
[p. 75]
 
Wanneer, op 't laatst ontneveld,
 
Hij vóór zich ziet wie hem
 
Lijkt van hemzelf te wezen,
 
En toch een ander wezen,
 
Of in zijn droom een revelt
 
Of suist een eigen stem, -
 
 
 
Wanneer 't hem eigen vreemde
 
Daar komt en zachtkens peinst, -
 
Dan is 't of hij zichzelven
 
Zag rijzen uit gewelven
 
Waar lang geen luister zweemde,
 
Waaruit hij straks weer deinst.
 
 
 
Zoo kwam, toen ik uw veerzen
 
- Dien zoeten schemer - las,
 
Uw beeld me op eens te voren,
 
En leek mij te behooren, -
 
Het kwam dien donker dweersen
 
Gelijk een straal het gras.
 
 
[pagina 76]
[p. 76]
 
En 't was mijn eerst gedachte:
 
Ben ik 't of is 't een aêr?
 
Want de oogen leken eender;
 
Toch scheen de bouw iets kleender,
 
Anders uw mond, de zachte,
 
En 't wuiven van uw haar.
 
 
 
Maar zooals wie bij 't dagen
 
Zijn droom voor droom erkent,
 
En 't spel van zoete trekken
 
De heugenis doet wekken
 
Die hem, getroost vóór 't klagen,
 
Aan 't wakend scheiden went, -
 
 
 
Zoo zag bij 't meermaals lezen
 
Ik als een ander u:
 
Geheel een ander schepsel,
 
Van ander leed gerepsel,
 
En vreemde vreugd en vreezen
 
Belichaamd blonk mij nu.
 
 
[pagina 77]
[p. 77]
 
Ziel die verwant in 't donker
 
Van tonen mij ontstond,
 
Mij deed de zin der woorden
 
U Vrouw zien, en er gloorden
 
Met vreemd en groot geflonker
 
Nieuwe geboorten rond.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken