Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De oude strijd (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van De oude strijd
Afbeelding van De oude strijdToon afbeelding van titelpagina van De oude strijd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (11.78 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
kritiek(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De oude strijd

(1905)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Voorrede

Het valt niet te loochenen dat de fout van deze geschriften ligt in een overgroot zelfgevoel. Waar dit gevoel zich met te weinig geest of te harden ernst vertoont, waar het ontaardt in zelfingenomenheid of zich gaan laat in zwakte-verradende hartstochtlijkheid, daar is het, tenzij voor zeer jonge menschen, weinig aantrekkelijk. Dit is dan ook de reden waarom ik aan herdrukken niet gedacht heb; en er ook nu niet aan denken zou, indien niet de strijdbare gestalte die zich door die opstellen afteekent, mij om andere redenen weer lief geworden was. Allereerst omdat, na zooveel jaren, de figuur door mij als een vreemde, maar dan toch als een zeer verwante vreemde gezien wordt en ik er een weemoedig vermaak in schep haar nog eens in het licht te brengen en waartenemen. Maar daarna ook omdat het mij wil voorkomen dat onze tijd aan een zekere jeugdige en dichterlijke strijdbaarheid behoefte heeft.

Het kon kort geleden, en niet zonder aanleiding, worden opgemerkt dat er voor de voorgangers van middelbaren leeftijd altijd gevaar bestaat tevreden te zijn met de behaalde voordeelen en zich neer te laten in den toestand van persoonlijk welvaren dien de samenleving hun vergunnen wou. En - werd er bij gezegd - voorgangers mogen dat niet doen.

[pagina 10]
[p. 10]

Mij komt het voor dat zij het wel mogen, maar dat zij het dan ook hebben aantezien als een jonger geslacht hun voorbij gaat en den strijd verder draagt.

Er is niets waar in onzen tijd de jeugd minder geschikt toe is dan tot stilstaan rondom den troon waarop een voldane grootheid zich heeft neergezet. Zij trappelvoeten van ongeduld; zij voelen dat onder de tijdelijke voldaanheid zelfs van den grootsten, niet de vaste grond gewonnen is waarop de toekomst kan bevolkt worden. Toch is dit wat zij wenschen: - vaste grond waarvan men gelooven kan dat hij een toekomst heeft.

Ik kan mij daarom de jeugd die rondom ons opgroeit niet anders als strijdbaar denken en de dichters waarin die jeugd belang stelt, moeten strijdbare dichters zijn.

Ik kan mij jeugd en dichterschap nauwelijks gescheiden voorstellen: de jeugd van het leven is vanzelf de tijd van de dichterlijke ontroeringen en het dichterschap ontwaakt erin en teert er eeuwig op.

Wie mijn geschriften leest zal zien dat ze van begin tot eind een verdediging zijn van het dichterschap. De oorspronkelijke uiting van het dichterschap te handhaven tegen letterkundige en maatschappelijke, zedelijke en wijsgeerige, godsdienstige en wetenschappelijke geijktheid, tegen de retorica, was de onder telkens anderen vorm terugkeerende maar altijd eendere opgaaf. Strijdende voor dat dichterschap is de idee van een strijdbaar dichterschap mij bewust geworden.

De hier verzamelde opstellen vertoonen voor hun deel den kamp dien we gezamenlijk, meerendeels in De Nieuwe Gids, gevoerd hebben. Zij zijn De Oude Strijd. Mogen mijn tijdgenooten het mij ten goede houden dat het langgeleden tijdperk mij als niet meer dan een inleiding voorkomt, eerst tot

[pagina 11]
[p. 11]

de stillere gevechten van tusschengelegen jaren en dan tot den felleren nieuwen strijd van thans.

In een strijdbaar geslacht als het onze kan alleen een strijdbaar dichterschap weerstand bieden aan de vadsigheid ter eene, den ondichterlijken drang ter andere zijde.

Dat ooit de tijd zou komen dat een geslacht geen behoefte had aan een hem passend dichterschap - ik hoop den dag niet te beleven dat ik het geloof.

 

15 Juni 1905.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken