Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weg van het licht (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weg van het licht
Afbeelding van De weg van het lichtToon afbeelding van titelpagina van De weg van het licht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weg van het licht

(1922)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

De Verbeelding en haar Beeld

I
 
Kan zich mij 't Leven niet verkonden,
 
Dan onder 't beeld van ruimte en tijd,
 
Erken dat ik met vast begronden
 
Verbeelding als zijn naam belijd.
 
 
 
Gedoodverfd als de minderwaardge
 
Kaleidoskopische vorstin,
 
Die, niet in ernst, maar aardge en vaardge,
 
Een streelster is van ziel en zin,
 
 
 
En zoo met haar lieftallige zuster
 
Verward, die als zijzelve heet,
 
Speelster met vormen, onbewuster
 
Dan 't klaar verstand dat scheidt en weet, -
 
 
 
Is ze inderdaad Moeder van Waarheid,
 
Het Leven zelf dat door de mensch
 
Zich beeldt tot zichtbare openbaarheid:
 
Beweging en gestalte-grens.
[pagina 47]
[p. 47]
II
 
Als ik op bergen ging en staarde
 
De helling waar ik woon voorbij,
 
En zag hoe stroom met stroom zich paarde
 
En van hun schepen 't zacht geglij,
 
 
 
En zag de torens achter de einder
 
En in de vlakten dorp en vlek
 
En hier en ginder almaar kleinder
 
Op 't glinstrend spoor de wagentrek,
 
 
 
En als een nietig spel 't krioelen
 
Van voetvolk, ruiters en kanon:
 
Wissling van menigte op wier woelen
 
Ik me in mijn schouwen nauw bezon, -
 
 
 
Kon mij een droom dan anders schijnen,
 
De droom van een die vrij van leed
 
De wereld enkel naar haar lijnen
 
En vorm van licht en schaduw weet?
[pagina 48]
[p. 48]
III
 
Toen zijt gij tot mijn berg gekomen,
 
Een broederkluiznaar langs mijn pad,
 
En schreeuwde 't leed van de oude droomen
 
Die ge in uw nacht vernomen hadt.
 
 
 
En met een sterk begeerig luistren
 
Ving ik de kreten en 't verhaal,
 
In wilde weelde en angstig duistren
 
Hield vast mijn hand de dubble schaal,
 
 
 
In de eene 't goede, in de andre 't kwade
 
En toen een nieuwe morgen kwam
 
- Alsof een damp van 't dal mij baadde -
 
Voelde ik mijn voorhoofd kil en klam.
 
 
 
De dag blonk, toen in de opgestegen
 
Schaal van het goede ik sterk en stil
 
Het wicht wierp dat haar neer deed wegen:
 
De goudmunt van mijn goede wil.
[pagina 49]
[p. 49]
IV
 
Waar in de laagten menschen wonen
 
En ploegen 't land en hoeden 't vee
 
En brengen dochteren en zonen
 
Naar de avond van hun leven meê,
 
 
 
Daar is de volheid, de voltooiing
 
Waar aarde en hemel om bestaan,
 
De rijkdom zonder de verstrooiing,
 
De toekomstdroom van schijn ontdaan.
 
 
 
Daar zien ze op gouden horizonnen
 
Al naar 't seizoengeviert verloopt
 
De in d'ochtend van 't heelal begonnen
 
Arbeid waaraan het feest zich knoopt.
 
 
 
Daar is 't een derven en verwerven
 
Niet anders dan van 't eerste paar,
 
En schoon als 't leven komt het sterven
 
Voor mensch en dier als voor het jaar.
[pagina 50]
[p. 50]
V
 
De jongren worstlen op de pleinen.
 
Hun waan die zich 't begin gelooft
 
Wil dat aan lichaamlooze schijnen
 
Een aardsche fakkel vuur ontrooft.
 
 
 
Maar met een ongeduldig rechten
 
En 't stilte opleggende gebaar
 
Staat één in 't felst van hun gevechten
 
En zegt tot die verbaasde schaar:
 
 
 
Ik ben een vuur, maar de open hemel
 
Deed mij tot uw geding niet gaan
 
Of trok me eerst uit het stofgewemel
 
Dit aardsch en menschlijk lichaam aan.
 
 
 
Ik ben uw vuur, ontsteekt uw toortsen
 
Aan mij, zoo brande ik in uw gloed.
 
Puur' nu uw vlam de troeble koortsen
 
Van nacht en waan uit uw gemoed.
[pagina 51]
[p. 51]
VI
 
Kwaamt, Lilith, ge uit de nacht van tijden
 
Tot Adam weer en spraakt: ik ben
 
Een drop, een straal: hoe zult ge mijden
 
Mij die van voor ge waart u ken?
 
 
 
Zijt ge uit mijn lichaam niet geboren,
 
Baarde ik niet in uw eigen borst
 
Opdat ge altoos aan mij zoudt hooren
 
Naar drop en straal de onleschbre dorst?
 
 
 
Eerst aarzelde Adam. Maar hij zeide
 
Glimlachend: weet ge niet dat Een
 
U maakte als mij? 't Is waar: hij scheidde
 
U uit zichzelf af, mij alleen
 
 
 
Uit stof, en blies me. En mijn ellende
 
Riep u, maar zooals u uit zich
 
Ontbond hij Eva uit mijn lende
 
Opdat ik leve en naast haar lig.
[pagina 52]
[p. 52]
VII
 
Teruggebaard in u, mijn Vader,
 
Weet ik dat alles wat me omschijnt,
 
Of 't eindloos ver zij of mij nader,
 
Maar beeld is dat in u verdwijnt.
 
 
 
Uw zachte en stille wet blijft over.
 
Verbeelding zijt ge en zijt het Beeld,
 
Dat onze zinnen als een toover,
 
Ons denken als begrip doorspeelt,
 
 
 
Maar altijd weer ons dringt te zinken
 
Naar de oorsprong die die beide voedt:
 
Bron ook in ons die wie er drinken
 
Uw waarheid zien en uiten doet.
 
 
 
Laat mij dan eens nog helder weten:
 
Gij zijt het zwijgen, zijt het woord,
 
Zooals in 't zangrig klankbemeten
 
Iedre interval de tonen schoort.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken