Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zichtbaar geheim (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zichtbaar geheim
Afbeelding van Het zichtbaar geheimToon afbeelding van titelpagina van Het zichtbaar geheim

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

ebook (2.81 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zichtbaar geheim

(1915)–Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 179]
[p. 179]

Van hart tot ster

[pagina 181]
[p. 181]

De legende van het oog

I Van het Hartewoud

 
Blijft niets in mij over
 
Dan 't genot van spiegeling en kleur,
 
Slijper ben ik dan en klover
 
Van de diamanten die ik keur:
 
 
 
Gloed van eedle steenen, zuiver water
 
In 't kristal van vasten vorm gevat,
 
Flonkeringen uit den krater
 
Van het hart dat tot in de oogen spat,
 
 
 
Stralingen van 't licht dat zon verzwolgen
 
In den afgrond van zijn duister houdt,
 
Al de wondre wislingen die volgen
 
Uit de wet van 't onontwindbre woud.
[pagina 182]
[p. 182]

II Aan Rembrandt

 
Wie heeft het donker zoo met licht bezield
 
Als gij die koning zijt van zichtbre dingen.
 
Geen zon kon ooit het duister zoo doordringen
 
Als nacht van ziel uw oog dat ge open hieldt -
 
Levende lichtkern flonkering-omwield -
 
Tot al de golven van haar schemeringen
 
Kleurden en weken en bestaan ontvingen
 
Van werkelijke wezens, nacht-omkrield.
 
 
 
Als de demonen die voor de englen stortten
 
In de afgrond, wiegden, wankten om de straling
 
Van uw geschapene gestalten, puinen
 
Van schaduwen: vast, zonder breuk of horten,
 
Zweefde op de zwaarte van hun donkre daling
 
Uw stijgens-reede licht in klaar bazuinen.
[pagina 183]
[p. 183]

III Oneindigheid

 
Van honderdduizend jaren her
 
Kwam tot mijn oog de straal van een ster,
 
Hij kuste mij met zijn milde licht,
 
Ik voelde mij leven als in een gedicht,
 
Want wat is tijd?
 
 
 
Meer mijlen ver dan mensch verstaat
 
Bewoog mijn oog dat stergelaat,
 
Ik was nabij haar met mijn blik
 
En ondervond een zoeten schrik:
 
Geen ruimte telt!
[pagina 184]
[p. 184]
 
Tezaam geschapen ster en oog,
 
Eén enkel leven laag en hoog,
 
Zijn wij de gewordenen voor elkaar,
 
Zij werd door mij, ik werd voor haar:
 
Waar is de grens?
 
 
 
Ik draag en ben het heel heelal.
 
O valsche schijn van lichaamswal,
 
Waarbinnen wij schijnen, waarbuiten wij zijn,
 
Omvangende in een gedroomde lijn
 
De oneindigheid!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken