Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'ne Zöch vaan de ieuwigheid (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'ne Zöch vaan de ieuwigheid
Afbeelding van 'ne Zöch vaan de ieuwigheidToon afbeelding van titelpagina van 'ne Zöch vaan de ieuwigheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

Scans (14.40 MB)

ebook (3.90 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Illustrator

Alphons van Thor



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'ne Zöch vaan de ieuwigheid

(1980)–Léon Veugen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

'n Affaire mèt 't leve


Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]
Veur Peter †
(dee 't ingaof)
Veur Riek
(die 't mèt droog)
‘Want 'ne maan die door minnige bitter ervaring is gegaange en wied is weg gewees, kin zelfs vaan zienen elend genete, nao verloup vaan tied’
Homerus in Odyssea (400-402)
Es iemand vindt tot 'r op Odysseus liek, moot 'r 't Homerus neet koelik numme.
L.V.
[pagina 5]
[p. 5]

Terug naar Ithaca-Maastricht

Toen einde vijftiger jaren Léon Veugen zijn bundel schetsen ‘Es God Bleef’ liet verschijnen, beleefden menig stadgenoot en menig vriend daar veel genoegen aan. Hier was nu eens na lange tijd een Limburgs auteur aan het werk geweest, die kleine maar buitengewoon zuivere herinneringen aan zijn jeugd en aan zijn vaderstad authentiek gestalte had gegeven.

Het succes was verdiend en duurde voort. Onlangs verscheen van het boekje de vierde druk.

Maar tegelijk dacht meer dan een collega van de schrijver, dat het hier wel bij zou blijven. Veugen zou wel niet in staat blijken werk van grotere omvang en diepere betekenis tot stand te brengen. Aanvankelijk kregen ze nog gelijk ook. Léon Veugen verdween met de Noorderzon naar Australië en twintig jaar lang werd van hem taal noch teken vernomen.

Dat was al eens eerder met een Maastrichts dichter gebeurd en men legde er zich dus bij neer. Ongeveer een jaar geleden liepen er zelfs geruchten, dat Veugen wel morsdood zou zijn. Welke Maastrichtenaar gaat er nu ook naar Australië? Waar ligt dat land van de Lotus-eters of van de reusachtige Cyclopen eigenlijk?

Zo ontstond over Léon Veugen een lokale mythe: de man, die erop uittrekt om aan het andere einde van de wereld grootste daden te verrichten en die - natuurlijk - niet terugkeert. Had de tovenares Circé hem veranderd in een wild zwijn óf zat hij gevangen in de grot van de nimf Calypso, zij genietend van zijn aanwezigheid maar hij treurend over zijn Ithaca-Maastricht? Kortom, niemand wist het meer.

Nu, in deze dagen, kan iedereen, die belangstelling heeft, het weer wél weten.

Veugen keerde in de verschrikkelijke winter van begin 1979 terug naar zijn vaderstad en schreef binnen negen maanden (hetgeen heel goed mogelijk is zoals iedereen weet) zijn eigen kleine Odyssee, in

[pagina 6]
[p. 6]

het Maastrichts natuurlijk, mythen vertel je in je moedertaal: 'NE ZÖCH VAAN DE IEUWIGHEID.

Nu had Odysseus het geluk, dat Homeros er zijn halve leven aan wilde besteden om de avonturen van de held te boek te stellen, Léon Veugen stond voor de noodzaak het allemaal zelf te moeten doen met alle beperkingen vandien. Hij moest kiezen voor de kleinst mogelijke omvang van zijn verhaal en tegelijk moest dat verhaal ook nog zo volledig mogelijk zijn. Hij is daarin geslaagd op een wijze, die bewondering en ontroering afdwingt.

Natuurlijk is elke vergelijking met de grote Odyssee volkomen onterecht. Maar in het miniatuur van Veugen zitten grondtrekken en elementen, die behalve verrassend ook vergelijkbaar en herkenbaar zijn.

Neem de inhoud van het verhaal. Een oudere man, Charles, zit voor het haardvuur in het huis van een dierbare bloedverwante, nadat hij vanuit de verre verten is teruggekomen naar zijn geboortegrond aan de Maas. Hij doet eigenlijk niets. Hij houdt het vuur aan, hij zorgt voor zijn tante en voor haar kater, hij leest wat, hij luistert naar muziek, hij loopt even naar de stad, hij wordt overvallen door een onweer; hij keert laat in de avond naar huis, hij dommelt bij een dovend vuur in slaap en in een droombeeld overziet hij in één enkel teken zijn leven: Das Musikalische Opfer van Bach, na het vuur blijft alleen het offer over.

Het hele verhaal duurt een namiddag, een vroege avond en het begin van de nacht.

Maar binnen dat strenge kader herinnert hij zich alle fasen van zijn leven. De avonturen zijn een raamvertelling geworden. Binnen dat raam vallen zijn jeugd en zijn ouders, zijn volwassen worden en zijn vrouwen, zijn jacht naar de steeds ontwijkende Penny (Penelope) en zijn opgave van het weefgetouw. Charles stelt zich tenslotte tevreden als de wever van een denkbeeldig kleed.

Dat klinkt symbolisch, maar Léon Veugen schrijft concrete verhalen.

[pagina 7]
[p. 7]

Kijk dus naar zijn schrijfwijze. Er zijn prachtige herinneringen in het boek aan het Maastricht van Charles' jongensjaren, aan zijn ouders, aan zijn opvoeders, aan zijn gehele milieu, dat hem heeft gevormd èn dat hem tot weerstand heeft bewogen. Er is het levendige verhaal van zijn verblijf in den vreemde, dat ondanks moedige daden tot mislukking was gedoemd, omdat Charles nooit zijn Maastricht-Ithaca heeft losgelaten èn vooral omdat hij nooit kon nalaten dan weer naar deze, dan weer naar gene Sirene te luisteren, ook al besluit hij in een van de laatste bladzijden: ‘en nu geen Sirenegezang meer’.

En houd tenslotte zijn opvattingen onder de loupe. Scheiden doet lijden, maar het gebeurt toch. Afscheid nemen van een kinderlijk geloof, maar blijven geloven in de zucht van de eeuwigheid, die wij zelf zijn.

Afscheid nemen van een dierbare vrouw, maar overtuigd blijven van de zin van het offer. Afscheid nemen van het eeuwige toeval, omdat niets toeval is, maar alles, hier en nu en altijd, veroorzaakt wordt door onze eerste of laatste ademtocht. Afscheid nemen van het grote vuur, maar de gloed van het hart blijven koesteren.

Homeros, aangehaald door Veugen, zegt het zó: een man kan wel door veel bittere ervaringen gaan en hij kan wel veel ellende hebben meegemaakt, maar na verloop van tijd kan hij er zelfs van genieten.

Dat doet de held, de kleine dichter Charles in 'NE ZÖCH VAAN DE IEUWIGHEID.

De humor van de auteur Léon Veugen behoedt de kleine Odysseus ervoor zelfs maar één moment beklagenswaardig of vervelend te worden. Het Maastrichtse verdriet is in dit boek meestal de hinderlaag van het genot. En zo hoort het ook, als het even kan.

In elk geval kan Veugen er zo over schrijven.

Dat kom je niet elke dag tegen.

 

HANS BERGHUIS


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken