Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wat is er op de kermis te zien? / Nog iets van de kermis (1848)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wat is er op de kermis te zien? / Nog iets van de kermis
Afbeelding van Wat is er op de kermis te zien? / Nog iets van de kermisToon afbeelding van titelpagina van Wat is er op de kermis te zien? / Nog iets van de kermis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.83 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wat is er op de kermis te zien? / Nog iets van de kermis

(1848)–Harco Ilpsema Vinckers–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]


illustratie

[pagina 17]
[p. 17]

De dierentent. of het beestenspel.

De leeuw.

 
De fiere leeuw, der dieren koning spreekt:
 
‘Te dwaas de mensch, die zoo voor mij zou beven;
 
Ik leid, helaas! een regt rampzalig leven,
 
En van de magt, die eens mij werd gegeven,
 
Is heden slechts een schaduw mij gebleven.
 
Wel briesch ik soms, dat alleman verbleekt,
 
Doch schud vergeefs de zware en sterke stangen,
 
En ben en blijf in 't tenge hok gevangen; -
 
Maar schande op hem, dien eens mijn stem deed vreezen,
 
En wien ik thans ten wreeden spot moet wezen!

Het aapje.

 
‘Wel, aapje, wel, waar denkt gij aan?’ -
 
‘Ei, knaapje, laat mij toch met rust,
 
Ik heb tot schertsen weinig lust.’ -
 
‘Maar heb ik u dan kwaad gedaan?’ -
 
‘Neen, knaapje, neen;
 
Doch ga maar heen
 
En laat me alleen;
 
't Heeft lang mij reeds verdroten;
 
Ik ben een mensch als gij,
 
U laat men vrank en vrij,
 
En mij, mij houdt men opgesloten.’ -
 
‘Dag, aapje!’ -
 
‘Bonjour, knaapje!’

De tijger.

 
Wat huilt die wilde tijger daar?
 
‘Ha’, roept hij, ‘of 'k in vrijheid waar,
 
'k Sloeg dan mijn nagels en mijn tanden
 
In 't vleesch u en in de ingewanden!’ -
 
De knaap zegt: ‘Mooije tijger mijn,
 
Dat zou toch ver van aardig zijn;
 
Doch zijt ge al woest en wreed van aard,
 
Ge zit daar warm en wel bewaard.’

Al de overigen.

 
Al de andre dieren in de tent,
 
Ons meer of minder goed bekend,
 
Brommen, blazen, brullen, razen,
 
Schreeuwen 't uit;
 
De rare pelikaan roept luid
 
Om visch; - een ander huilt naar buit, -
 
En slechts de stille kangoeroe
 
Loopt rond en doet er 't zwijgen toe; -
 
Maar 't ergst van allen gillen toch
 
Die bonte papegaaijen nog. -
 
 
 
Geen wonder, ach! - Elk zou graag vrij zijn,
 
En in de bosschen los en blij zijn, -
 
Maar schoon ze er dag aan dag op hopen,
 
Men zal hen toch niet laten loopen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken