Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weergaloos (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weergaloos
Afbeelding van WeergaloosToon afbeelding van titelpagina van Weergaloos

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.24 MB)

Scans (50.18 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

religieuze teksten (niet-christelijk)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weergaloos

(1968)–Simon Vinkenoog–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 297]
[p. 297]

Jill Littlewood: Hoe onze ouders te doden (brieffragmenten)

‘... en dus moeten wij onze ouders doden. We moeten ze doden zodat we terug kunnen kijken van waar we nu zijn zonder vast- of onder gehouden te worden. Zodat we terug kunnen kijken naar onze ouders en zien wat het is in hun leven dat wij denken dat goed is en wat het is hun leven wat wij niet willen. Als wij ze in ons laten leven voelen wij ons als onvrije agenten. Zij slaan ons temeer en we kunnen eigenlijk nooit vrij vliegen. We moeten ze zo jong mogelijk doden, zodat wij onze eigen weg in de wereld kunnen vinden en op eigen vleugels vliegen. Als we ze gedood hebben kunnen we ze weer liefhebben, want we worden niet langer achtergehouden door de mensen die zij zijn en wij kunnen onze eigen mensen worden.

 

Het is een eer voor ouders om gedood te worden. Het is een eer te sterven en het is een eer als de kinderen in je leven je eer bewijzen en je doden. Het zou moeten worden gedaan met veel pracht en praal en veel lauweren; want het is het grootste ding dat je iemand kunt geven: hun dood en het begin van je leven vrij van hen.

Daarom zouden wij allemaal onze ouders moeten doden: om hen eer te bewijzen en ook te getuigen van hun vrijheid zowel als de onze, en om hen toe te staan zo vrij te groeien als wij het doen.

De dood zou als een groots en glorieus ritueel moeten plaats vinden, met brandende offergaven en veel prachtig geborduurde banieren; allerlei soorten voedsel, wijn en drank; dansen en toespraken; predikers, clowns, wijze mannen, fakirs, jongleurs, zwervers, pooiers en priesters. Het zou moeten geschieden met wierook heen en weer gezwaaid en klaagzangen en monniken met kappen naast kinderen met veelkleurige vliegers in de vorm van draken en vissen. Het zou moeten geschieden met een grote grafsteen, gedragen op de schouders van voorovergebogen slaven. Het kleed dat de groeve bedekt zou van gerafeld jute moeten zijn met vlaggen gedrenkt in bloed aan de vier hoeken en schitterend gekleurde tapijtschilderingen van oorlogen en bruiloften en draken en misgeboorten op banieren die daarachter zwaaien. De processie van carnaval-gezichten en middeleeuwse monniken zou zowel stil als luid-

[pagina 298]
[p. 298]

ruchtig door de straten moeten lopen totdat zij de verweerde Japanner tegenkomt die verklaart dat de grafsteen je ouders bevat. Iedereen zal zijn kappen en maskers afgooien en kinderen zullen juichen en zingen en er zal in de straten gedanst worden. Je zult je levende ouders voor de laatste maal omhelzen en het op je eigen weg maken, vrij van hen.

 

Telkens wanneer jullie elkaar ontmoeten zul je ze omhelzen en kussen en verheugd zijn ze te zien en zij zullen verheugd zijn jou te zien. Je zult er van houden om naar huis te gaan en ze op te zoeken, en zij zullen hun liefelijkste kanten naar je uitstrekken en je drenken met de genegenheid die zij het gemakkelijkst geven.

 

Je zult weer terug in dat alles zijn tot dat het tijd voor je is om weer op te stappen. Je zult er naar uitzien ze weer op te zoeken zolang als zij een huis hebben waarin je ze kunt opzoeken.

Het is goed om iemand te verwelkomen en het is goed van iemand afscheid te nemen. Het is het beste beide te doen, en het vaak te doen omdat het ene het andere zo speciaal maakt.

 

Nu kijk ik er naar uit mijn ouders te zien en ik zie er tegen op. Ik haat de gedachte dat zij hier zullen komen als ik ze nog niet gedood heb. Want ik kan voelen hoe mijn energie en wil wegsijpelen als zij komen en ik geen schone mat voor ze heb bereid om op te zitten en een schoon huis waarin ze op bezoek kunnen komen.

 

Als zij vertrekken zal ik hun asbakken schoonmaken en het raam openzetten voor frisse lucht en de matten wegleggen waarop wij zaten en de herinnering aan hun bezoek zal nog een korte zoete tijd in mij achterblijven terwijl ik doorga met de dingen die ik aan het doen was.

 

Vaak zullen wij samen zitten en herinneringen ophalen hoe leuk het was toen we samen leefden in hetzelfde huis. We zullen praten en spelen en eten en drinken zoals wij dat eens deden, zodat wij niet zullen vergeten hoe het toen was. We zullen onze schepen laten rusten in hun oude werven zodat we de rustieke geuren niet zullen vergeten noch het rottend hout. Als we terug komen zullen we zeggen: “Is dit niet beter?” want dat is alles wat we hebben.

 

Dit alles moet gebeuren omdat het zal gebeuren en ik voorbereidingen moet maken voor het komende onvermijdelijke. Ik moet mijn hart

[pagina 299]
[p. 299]

schoonwrijven zodat ik kan lezen wat geschreven zal staan op die nieuwe schone lei als de tijd komt.

 

Ik zal leren wat te doen met wat komt en wat geschreven staat op die lei, want als een grafsteen spreekt die van verleden tijd, maar een zuivere tijd. Ik moet er buiten staan en lezen wat hij mij te zeggen heeft, van wie ik was, want je kunt het graf niet meer betreden nadat de kist is bedolven met aarde. Je kunt alleen maar aan de steen bovenop zien wie daar ligt, en wie zij waren voor iemand anders wordt verteld door de lauwerkransen rondom.

 

Alle lijfsieraden spreken van een verwarde borst die niet wist hoe te spreken tijdens het leven en die nu vergeefs probeert te spreken door twee meter aarde, nu in de dood. Men moet oppassen dat mensen geen lijfsieraden bij het graf achterlaten. Als zij zijn gekomen en gegaan lees wat er geschreven staat op de eens schone lei en probeer te begrijpen wat dat is.

 

Maar blijf daar niet talmen want er is nog zoveel leven dat gedaan moet worden. Als je daar blijft hangen in verwarring, zul je het nooit begrijpen (staren helpt iemand niet beter te zien). Wrijf de lei schoon en zucht eenmaal, tweemaal, maar blijf niet dralen.

Richt je ogen op om de hemel en de wolken en de vogels te zien en behoud de lei voor de komende berichten die daar geschreven zullen worden. Want als er nog iets op de lei geschreven staat, zullen de nieuwe teksten onleesbaar worden, en je zult niet in staat zijn ze door te geven.’

 

Tekst uit dein 1967 verschenen ‘Collected Working Papers’ van het New Experimental College (NEC), Skyum, Bjerge Pr. Hørdum, Thy, Denemarken.

NEC, in '62 gesticht als vereniging zonder winstdoelmerken, wordt beheerd door een bestuur bestaande uit studenten & fakulteit; er zijn centra in Kopenhagen en Jutland. Het programma van de zomerkursus '67 (1 juli - 30 augustus) luidde: ‘The program is the people who come.’

In 1968 verscheen een door het NEC uitgegeven boek over experimentele opvoeding en het vinden van nieuwe onderwijsmethoden, geheten

[pagina 300]
[p. 300]

Lust for Learning, geschreven door Aage Rosendal Nielsen en zijn mede-werkers.

In de 350 gedreven pagina's brieven en rapporten van studenten uit 6 jaar praktijk: ‘ongewone lektuur in die zin dat elk hoofdstuk je een gelegenheid geeft kwaad, gelukkig en een mens van goeden wille tegelijkertijd te worden.’

Zij die geinteresseerd zijn in het werk van de NEC kunnen zichzelf voorstellen in een brief, waarin levenssituatie en belangstellingen, gericht aan het New Experimental College, Slotsherrensvej 21, Vanløse, Kopenhagen, Denemarken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken