Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de gedichten. Deel 2 (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de gedichten. Deel 2
Afbeelding van Alle de gedichten. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (128.94 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicolaas Beets



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de gedichten. Deel 2

(1881)–Anna Roemer Visscher–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 89]
[p. 89]

Aan de vier vrienden, Brosterhuyzen, Heemskerk, Vander Burgh, Doublet.
Tusschen 1616 en 1621.

Naar het Handschrift. Letterjuweel, 16.
[pagina 90]
[p. 90]
 
Euterpe weder vier heeft met sijn geest bedeelt,Ga naar voetnoot1)
 
Vier Vogheltjes als uyt des Phoenix asch geteelt,
 
Die soomen 'tBeesjen kent aen sijn gepiep en veeren,
 
Een heldre boven-zang in korten sullen leeren.
 
De vlughste van hun is Dien Huyghens, wiens gefluyt
 
De Nymphjes van den Haegh in sijn voorhout lockt uyt.
 
Drie andre zijn Doublet, Verburg, en Brosterhuysen;
 
Wien dit alleen ontbreeckt, dat sy in duystre kluysen
 
Noch hanghen inde koy, van niemand niet gekent,
 
Van niemand niet gesien, als die haer zijn omtrent:
 
Doch maghmen haren sang in 't open Woud eens hooren,
 
Ick weet haer soete stem sal alle man bekooren.
 
O Musae, gunt ons dit! en laet in 't drabbigh nat
 
Van Lethes loome vloet niet schuylen sulcken schat!
 
't Kan zijn dat oock mijn naem sal onder dese namen
 
Een plaetsjen zijn gegunt; -
 
 
 
Heemskerk.
[pagina 91]
[p. 91]

IACOB van Brosterhuysen, wiens naam ook zonder van geschreven wordt, vormde met Johan van Heemskerk, Jacob Vander Burgh (Verburgh) en George Rataller Doublet, aan de Leidsche Hoogeschool, waar zij Barlaeus, Silvius en Zwanenburg hoorden, tusschen 1616 en 1621Ga naar voetnoot1) een klaverblad van vierenGa naar voetnoot2), elk van hen veelbelovend door begaafdheden, rein van zeden, en een eervolle loopbaan waardig. Ook was elk hunner poëet. Hoe zij in dit opzicht over elkander dachten, blijkt uit de hier tegenover geplaatste dichtregelen, die van hun studententijd dagteekenen.

[pagina 92]
[p. 92]

Van Brosterhuysen, der oude letteren en aller schooner kunsten vriend, wiens ‘goetduncken’ op zijn Virgilius een Vondel behoefde, vinden wij menig geestig en bevallig vers hier en daar verspreid. Heemskerk was toen reeds de ongenoemde auteur van de Minnekunst, en zou als die van de Batavische Arcadia naam maken. Doublet, als dichter niet verwerpelijk, bleek echter sterker als geleerde. Verburgh tokkelde beurtelings, maar niet veelvuldig, de Nederduitsche, de Latijnsche en de Italiaansche lier, verheerlijkte de bruiloft van Huygens met een schoon gedicht, en werd de bezorger eener uitgave van Hoofts dichtwerken. Doublet en Heemskerk werden leden van den Hoogen Raad; Verburgh ‘te Luik der Staten mont, Hun pen te Monster’ (Brandt), Brosterhuysen bracht het 'et minst ver. Hij eindigde als leeraar in de kruidkunde aan de Illustre School te Breda.

 

J. van Heemskerk, Minne-kunst. Minne-dichten. Mengel-Dichten br. 8o. Amst. bij D. Ps. Voskuyl 1622, en daarvan (met bijvoeging van Minne-baet) een tweede druk: Amst. voor Hessel Gerritsz. Boekverkooper. Ao. 1626, 27, breed 8o. Latere uitgaven van 1628 en 1660.
Gedichten van C. van Baerle, J.v.d. Burgh, J. van Heemskerk, L. Reael, A. & M.T. Visscher en anderen. 1e Dl. Amst. 1827.
Verscheyde Nederd. Gedichten. Amst. 1e Dl. 1651. 2e Dl. 1653.
Bloemkrans van Verscheiden Ged. Amst. 1659.
Klioos Kraam vol verscheiden Ged. Leeuwarden. 1656.
Huygens, Korenbloemen en Hoofts Gedichten.
van Vloten, Nederl. Volksalm, v. 1858. (over Brosterhuysen).
van Lennep, Uitg. van Vondel. V. 424, 426.
Witsen Geysbeek, Woordenb. der Ned. Dichters.
v.d. Aa, Biographisch Woordenb.
[pagina 93]
[p. 93]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Geschreven in het Colege-boeck van de vier vrinden.



illustratie

 
Ghij vier gestrengde Een Schrickt niet van mijn gedaent
 
Ic ben (gelijck een Spoock) van u lie op gemaent,
 
Door wijse weetenschap, en dwang van heussche zeeden
 
Door soete tover-Rijm en duijsent aerdicheeden.
 
Ic Coom geborrelt uijt de gront van Sufferij,
 
U Snaeren Wecken, en u Reden Rechten mij.
 
Ghy Redt mij uijt de geen die overhoop gesmeeten,
 
Wroeten besmodt jn d'aerdt, en van geen Rijsen weeten.
 
Jae kijken niet eens Op; En al haer leeven deur,
 
De Wiech-leer volgen van de quae gewoont en sleur.
 
Dan gij siet verder, Gij! Gegrijsde Jongelingen,
 
Ghy dringt door tot het pit en toetst den aerdt der dingen.
 
broodroncken geijle lust Can u niet lustich sijn
 
Noch nieuwe snofse Smoock, Noch dampen van de wijn
 
Maer vordert dapper op Deuchts heerebaen u Schreeden,
 
Die ic (hoe Swack ic ben) sal trachten na te treeden.
 
Aey! Vlugge vrinden wacht tot dat ic schort mijn cleet
 
Coom gaen wij, als gij wilt, jc ben nu al gereet.
voetnoot1)
nl. met den geest ‘Van Clios troetel-kint, den grooten Huygh de Groot.’
voetnoot1)
Bij het verlaten der academie zong een hunner:
 
Vaert wel Bataafs Atheen,
 
Dat ick heb lang betreen,
 
En daer ick sulcke daghen
 
Vier jaren heb ghehadt,
 
Dat in gheen Staet noch Stadt
 
Ick die weer sal bejaghen.

Heemskerk. Af-scheydt-Dicht Aende Stadt Leyden. Menghel-Dichten.
voetnoot2)
‘Mijn ander-ick,’ wordt de student Brosterhuysen door den student Heemskerk in een zijner gedichten genoemd. Menghel-dichten, bl. 408.
[tekstkritische noot]De voorletters der vier door mij, wel niet te vermetel, voluit gespelde namen zijn in het H.S. met een looverslinger aaneengestrengeld. - besmodt, bemorst. 't Mnl. heeft smoddig. Vg. 't Eng. smut, 't Hd. schmutz. - nieuwe snofse Smoock, tabak. Zie (1e Dl. bl. 176) Sinnep. III xi.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Johan van Brosterhuyzen

  • over Johan van Heemskerck

  • over Jacob van der Burgh

  • over George Rataller Doubleth