Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sinnepoppen (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sinnepoppen
Afbeelding van SinnepoppenToon afbeelding van titelpagina van Sinnepoppen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.26 MB)

Scans (16.71 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeur

L. Brummel



Genre

proza

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sinnepoppen

(1949)–Roemer Visscher–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

XVIII Oolijck* / maer vrolijckGa naar eindnootII, 18

 


EEN Man, die soo veel heeft ofte weet te werven als de nature eyscht ofte behoeft, en niet veel meer, die wordt gheacht voor een sober ghesel, als die* genoegh heeft te doen met hem selven te bedroopen*; maer mach niemandt helpen of onderstant doen van zijn tijdtlijcke have; die leeft even wel vrolijck, om dat hy niet en heeft te besorghen veel ydele dinghen ende sinnelijckheden,* die de vette Voghels met wille* deur dertelheydt* op haer laden. Ende wordt hier vergeleecken by de Nachtegael, die soo wel met zijn luttel veeren ghekleedt is, als de Swaen met zijne dicke ende menichte van pluymen. Het Nachtegaelken singht vrolijck, springhende van tacke op tacke, onbenijt, onbekommert: de Swane leyt lodsigh* ende luy op het water, wordt van veelen besien, ende daer door benijdt. Gaet nu ghy Gieriegaert* ende maeckt u nest groot met moeyten ende arbeydt, dat het kleyne Voghelken niet doen en wil, om dat het weet, dat ghy meer benijdt dan bemint zijt.




illustratie


eindnootII, 18
Oolijck = van geringe stand, onaanzienlijk. Oolyck, maar vrolyck is een spreekwoord: ofschoon niet rijk, toch vergenoegd.
Als die = omdat die.
Hem selven te bedroopen = zich te bedruipen.
Sinnelijckheden = begeerten.
Met wille = uit vrije wil, met opzet.
Dertelheydt = overmoed.
Lodsigh = lui, log.
Gieriegaert = geldzuchtig mens (niet vrekkig!).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken