Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De verbroedering (1823)

Informatie terzijde

Titelpagina van De verbroedering
Afbeelding van De verbroederingToon afbeelding van titelpagina van De verbroedering

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

ebook (2.74 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De verbroedering

(1823)–L.G. Visscher, professor –rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zesde tooneel.

CORNET en LISETTE.
cornet.

Beminnelijk meisje. - Het schijnt inderdaad, lieve Lisette, dat het geluk mij bijzonder gunstig is. Ik had mij zeker niet durven beloven, om u van daag nog andermaal te ontmoeten. Intusschen verblijd het mij van ganscher harte, wij hebben elkander nog zoo veel te vertellen.

lisette.

Helaas! gij hebt mij dezen morgen reeds zoo veel gezegd, dat ik er waarlijk mede verlegen ben.

cornet.

Maar, mijne beste Lisette, hoe kunt gij u bekommeren over eene zaak, die u veeleer diende te verheugen, want zie, lieve:

 
Een meisje moet,
 
Steeds welgemoed,
 
Zich schikken naar die zaken,
 
En zoo zij hoort
 
Een vriendlijk woord,
 
Zich niet verlegen maken.
[pagina 23]
[p. 23]
 
Maar als zij ziet,
 
Dat men haar niet,
 
De vreugde biedt van 't leven;
 
Dan, ja voorwaar,
 
Is 't bang en naar,
 
En haast om van te beven.
lisette.

En evenwel brengt het mij in de moeijelijkste toestand, die ik te bedenken weet.

cornet.

Neen, lieve, een zoo bevallig meisje als gij, bevindt zich nooit in onaangename omstandigheden, zoo lang als zij hartelijk bemind wordt.

lisette.

Hoor, Cornet, ik zal u openhartig en met Nederlandsche rondheid bekennen, dat onze eerste ontmoeting mij getroffen en....

cornet.

Bevallen heeft.

lisette.

In waarheid ja.

 
Maar zoo ik het bloot ga leggen,
 
'T geen nu eenmaal is geschied,
 
Wat mijn vader dan zal zeggen,
 
Dat, in waarheid, weet ik niet.
[pagina 24]
[p. 24]
cornet.

Wel, hij zal een paar groote oogen zetten, de handen ineen slaan, den hemel bezweren dat er geen trouw noch godvrucht meer bestaat; hij zal vervolgens eene houding aannemen als of hij kies-pijn of het pootje had, en dan:

 
Dan zal hij doen op mijne beden,
 
Zoo als het ging in Amsterdam,
 
Juist zoo als de oude lieden deden,
 
Toen hij om uwe moeder kwam.
lisette.

Zoo gij hem kendet, zoo gij wist hoe hij, ondanks vele voortreffelijke hoedanigheden, evenwel eenen onverzoenlijken afkeer heeft tegen al zijne landslieden die aan gene zijde van den Biesbos geboren zijn.

cornet.

Dan zou ik geduld nemen met zijne zwakheid, en hem, bij eene voegzame gelegenheid, het bespottelijke van dat vooroordeel onder de oogen brengen.

lisette.

En uw vader, wat zou hij er van zeggen zoo gij hem een Hollandsch meisje tot zijne dochter voorsteldet?

cornet.

Dan zou hij het uitbarsten van lagchen, en mij vragen of gij een Kaatje of een Mietje waart, of gij

[pagina 25]
[p. 25]

een stoofje gebruiktet, of gij wel een poesje hadt en dergelijke franje meer: doch de goede man zou eindigen met een hartelijk proficiat.

lisette.

En zou hij niet wenschen dat gij een Brusselsch of Antwerpsch meisje gekozen hadt?

cornet.

Zoo hij daaromtrent verkiezen moest, dan geloof ik dat hij een oud zwak zou hebben voor de Brugsche schoonen.

 
Maar zie het zwak der oude lieden,
 
Dat is voor mij schier zonder wigt;
 
Want zulke dingen die gebieden
 
Dat ik ze naar iets anders rigt.
lisette.

Doch zoo gij hem dan door uwe daden bedroefdet?

cornet.

Dat is het woord niet, mijne beste Lisette, mijn vader is van eenen vrolijken en verdraagzamen aard. De Hollanders acht hij bijzonder hoog, ofschoon hij hen schier iederen dag bespot. De Leijdsche kaas, bij voorbeeld, is even zoo eene rijke bron voor zijne scherts, als de Leuvensche Peterman voor die der Amsterdamsche grooten. Beide gaan daar te ver in. Doch bij slot van rekening is mijn vader het volkomen met mij eens, en beschouwt onze staatkundige vereeniging als eene der gelukkigste gebeurtenissen van dit tijdvak.

[pagina 26]
[p. 26]
lisette.

Alzoo vreest gij niet om hem te mishagen?

cornet.

Zoo ik u slechts behagen kan, lieve Lisette, dan zal ik ten laatste zijne goedkeuring zeker wegdragen.

(Hij nadert haar op eene zeer vertrouwelijke wijze en beziet haar met dat welgevallen, dat beter te gevoelen dan te beschrijven is.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken