Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven van de pen (1965)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

Scans (5.75 MB)

ebook (3.32 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Hugh Jans



Genre

proza

Subgenre

anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven van de pen

(1965)–Ab Visser–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

De ‘Middle-Brow’

Als er een high-brow is, dan moet er, in tegenstelling daarmee, een low-brow zijn en tussen die twee in, kan men zich uiteraard niet anders dan een middle-brow denken. Nu zijn high- en low-brow geaccepteerde begrippen, verschijnselen, verschijningen zo men wil en de één zowel als de ander gaat, respectievelijk bewust of onbewust, prat op zijn status.

‘Ik ben misschien wel een high-brow,’ zegt de eerste, niet zonder valse bescheidenheid en bedoelt: ‘ik kan er nu eenmaal niets aan doen, dat alleen de hoogste en meest verfijnde cultuuruitingen goed genoeg voor mij zijn.’

De tweede beweert: ‘Ik ben maar een dom iemand, ik lees bijna nooit, ik hou niet van muziek, enz....’ Hij bedoelt evenwel: ‘maar voor de rest mag ik er om de drommel wel zijn.’

En de één voelt zich evenzeer verheven boven de ander, als omgekeerd. Wie echter wil er, alweer bewust of onbewust, een middle-brow zijn? Wie ter wereld voelt er iets voor, zich in deze sandwich-positie gedrongen te weten? Vrijwel niemand en, zo het woord al bestaat, men komt het in geschrift of spraakgebruik nauwelijks tegen. Desondanks is de middle-brow het sterkst vertegenwoordigd, om niet te zeggen alom-aanwezig en richting-bepalend. De mode bijvoorbeeld geeft er het sprekende voorbeeld van, hoe het haute couture-ontwerp zich bij de smaak van de massale middenmaat moet aanpassen: de gevulde lijn plooit zich (in de confectie) naar de plompe vorm. In de kunst, dus ook in de literatuur, is het niet anders. Grote boek-oplagen worden zelden bepaald door de high-brow, wel een enkele maal door de low-brow (Spillane), maar vrijwel zonder uitzondering door de middle-brow. De best-seller is de exponent bij uitstek van de middle-brow, want hij bevat alle elementen om het een groot en gevarieerd publiek naar de zin te maken.

[pagina 74]
[p. 74]

Wanneer men nu denkt, dat er dus een eenvoudige formule voor nodig is, om een best-seller in het leven te roepen, heeft men het mis. Er is namelijk de zeer onberekenbare factor van de conjunctuur, die steen der wijzen, waar iedere uitgever naar zoekt en van droomt. Toen een Amerikaanse uitgever ‘The good Earth’ van Pearl S. Buck accepteerde, wist hij vermoedelijk nog niet dat de schrijfster het manuscript voordien reeds bij 36 andere uitgevers aangeboden had, met een nul op het request en nog minder kon hij bevroeden dat hij een goudader had aangeboord. De 36 minder fortuinlijke collega's kregen de gelegenheid zich daarover te beraden, toen de schrijfster hen met triomfantelijke ironie uitnodigde voor een gemeenschappelijk diner.

Dit is niet het enige voorbeeld van het grillige kansspel, waaraan de uitgever dagelijks gedwongen wordt deel te nemen en het maakt zijn beroep zowel spannend als enerverend. Een geslaagde uitgever moet iets van de sportsman en de gokker in zich hebben. De eerste uitgever die ‘Im Westen nichts Neues’ aangeboden kreeg, weigerde dit manuscript, omdat hij enkele jaren daarvoor een novelle van Remarque uitgegeven had die onverkoopbaar bleek en dat sedertdien gebleven is. Men kan slechts gissen wat er in de man omgegaan moet zijn, toen het tweede, door hem geweigerde manuscript, bij zijn opvolger een wereldsucces werd. Dat een enkele maal een uitgever toch een fijne neus blijkt te hebben, bewijst het geval van Françoise Sagans eerste roman, waarvan het manuscript in één nacht gelezen en geaccepteerd werd. Maar wie zal ons zeggen, hoeveel andere ‘Françoise Sagans’ er in diezelfde tijd een boek van soortgelijke strekking geschreven hebben, dat niet als zodanig herkend, uitgegeven en door het publiek met geestdrift ontvangen werd!

Er zijn naast de best-seller natuurlijk nog andere exponenten van de middle-brow, die ik in een Engels opstel ook aangeduid zag als de ‘average reader’. Men kan bijvoorbeeld rustig aannemen dat hij het ‘gelijk’ aan zijn zijde heeft. Hij bezit hechte overtuigingen omtrent wat goed en niet goed is en hij is niet van zins zich daar, door de meningen van welke expert dan ook, van af te laten brengen. Het merkwaardige daarbij is, dat

[pagina 75]
[p. 75]

hij in volle oprechtheid achter zijn ‘overtuiging’ staat en zich gewoonlijk niet eens bewust is van het complex conjunctuurverschijnselen dat hem daartoe heeft gebracht. Hij bewondert, men kan er nagenoeg zeker van zijn, Van Gogh en er is geen enkele reden om aan te nemen, dat hij van diens schilderijen niet oprecht geniet. Hij vergeet evenwel dat hij van kindsbeen af vertrouwd is gemaakt met de bruggetjes en zonnebloemen, zoals hij die overal in zijn eigen milieu in reproductievorm aantreft en er dus nooit critisch tegenover is geplaatst. Hij zal op dezelfde manier van Chopin houden, zonder te beseffen, dat hij deze componist meestal te horen krijgt (of mogelijk zelf ten gehore brengt) in vervalste toonaard, want geen muziek laat zich blijkbaar zozeer door vulgarisatie ‘vertekenen’ als de muziek van Chopin. Om tevens voor modern door te gaan, heeft hij altijd wel de één of andere jazz-componist achter de hand.

De middle-brow is iemand, zou men kunnen zeggen, die slechts herkent, waar hij denkt te erkennen; hij heeft de typisch eigengereide instelling van de burger: hij is de drager en verspreider van modewoorden die per seizoen opduiken en weer verdwijnen. Hij is in feite de meest naïeve snob die er bestaat en zal er altijd voor zorgen onder geen voorwaarde ‘de boot te missen’. Hij beluistert de concerten, bezoekt de exposities, leest de romans, die in het schijnwerperlicht van de conjunctuur staan. Dit hoeft helemaal niet in te houden dat hij de toevallige modeverschijnselen klakkeloos vereert of aanvaardt. Vaker het tegendeel. Hij zal een bepaald boek dat ‘men gelezen moet hebben’ in huis halen en het fel veroordelen als het niet aan zijn burgerlijk-morele codes en taboes voldoet. Het kan dan ook niet uitblijven dat de middle-brow zich soms catastrofaal vergist. Hoeveel tientallen lieden hebben zich niet de haren uit het hoofd kunnen rukken, omdat zij bijvoorbeeld niet op tijd de (handels)waarde van Van Goghs schilderijen herkenden, toen deze op nul genoteerd stonden.

Ik ontmoette in het Zuidfranse artiestendorp Cagnes-sur-Mer eens een bejaard echtpaar, dat sedert veertig jaren kamers verhuurde aan schilders en als huur schilderijen accepteerde, mits deugdelijk voorzien van signaturen. De schuur naast hun huis

[pagina 76]
[p. 76]

bevatte geen geiten, kippen of ander kleinvee, zoals het behoorde, maar was van onder tot boven opgetast met doeken van talloze schilders uit aller heren landen, waar de spreekwoordelijke Jood geen bod op zou doen. De oorzaak van deze fanatieke hobby was voortgekomen uit het feit, dat de echtelieden in het begin van hun huwelijk onderdak verleend hadden aan Modigliani, toen deze nog een obscuur, verhongerd talent was, genoodzaakt lakens uit hotels te stelen om op te kunnen schilderen. Het echtpaar zag zich gedwongen schilderijen als betaling aan te nemen. Nadat hij voorgoed vertrokken was, ruimden zij die ‘waardeloze’ dingen op. De ironie van het noodlot wilde dat er een enkele, niet gesigneerde studie achterbleef en als onderlegger voor een wijnkaraf gebruikt werd. Toen Modigliani's schilderijen, na zijn tragische dood, plotseling een grote waarde begonnen te vertegenwoordigen, beseften zij dat hun een fortuin ontgaan was en die ene, niet gesigneerde studie, wilde niemand als authentiek erkennen. Deze geschiedenis mag illustreren dat de middle-brow nooit en te nimmer een kat in de zak koopt, ook al is de mogelijkheid niet uitgesloten dat het een ‘gelaarsde kat’ is, in staat zijn meester tot een markies van Carabas te maken.

Men kan gevoegelijk aannemen dat de middle-brow de markt bepaalt, op alle gebieden van de kunst. Musea, concertzalen, leeszalen en schouwburgen zouden leeg blijven, zo het bestaan daarvan afhing van de high- of de low-brow. En al zullen de directeuren van genoemde instellingen het publiek suggereren, dat zij zich naar de high-brow richten, in waarheid kunnen zij niet anders dan aan de lopende band concessies doen aan de tirannieke macht van de middle-brow.

Hetzelfde ziet men gebeuren bij de gemiddelde uitgever. Om een intellectuele stand op te houden, zal hij van tijd tot tijd dichtbundels of andere luxe-geschriften uitgeven, of een literair maandblad in stand houden, maar om dit te kunnen doen is hij genoodzaakt met de rest van zijn fonds aan de smaak van de middle-brow tegemoet te komen en het is duidelijk dat dit bij idealisten gemakkelijk tot frustraties kan leiden.

Het lijkt mij, voor zover ik daar als auteur over kan oordelen, één van de moeilijkste kanten van het uitgeversvak of het boek-

[pagina 77]
[p. 77]

handelsbedrijf. Er wordt in de wereld van het boek eindeloos gediscussieerd over de vraag wie risico's behoort te nemen: uitgever of auteur. Maar als het erop aan komt, is dit een spiegelgevecht, want de machtige middle-brow op de achtergrond die zelf geen risico's neemt, bepaalt het risico van uitgever en auteur beide. Hij is de altijd onberekenbare, grillige factor en desondanks het doorslaande gewicht in de schaal. Hij is de klant-is-koning, die in de uitleenbibliotheek vraagt naar ‘een boek, niet te zwaar, maar ook niet te licht,’ of ‘een boek waar je iets van opsteekt en wat van mee naar huis neemt.’ In de boekhandel zal hij vragen naar ‘een goede roman’ en een beetje hulpeloos om zich heen kijken, in de hoop dat de bediende hem begrijpt, hem niet voor een ‘boekheiden’ (low-brow) houdt, maar evenmin voor iemand, die niet met beide benen op de grond staat (high-brow). De verstandige bediende zal hem ‘coachen’ en, indien hij ervaring bezit, een keuze laten maken die tegelijk vleiend is en tot tevredenheid stemt. De middle-brow zal zelfverzekerd de winkel uitgaan in het bewustzijn dat hij (natuurlijk) geslaagd is. Als hij nu binnenkort meneer Pieterse tegenkomt, zal hij kunnen zeggen: ‘ja, ik heb het boek gelezen’ en hij zal er zijn critisch commentaar op geven. Hij zal bovendien tegen mevrouw Jansen kunnen zeggen: ‘dit boek moet je beslist lezen’, en aldus voldoen aan de kettingreactie van de mode.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken