Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den lvst-hof van de christelicke zielen (1600)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den lvst-hof van de christelicke zielen
Afbeelding van Den lvst-hof van de christelicke zielenToon afbeelding van titelpagina van Den lvst-hof van de christelicke zielen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (22.92 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den lvst-hof van de christelicke zielen

(1600)–Jacobus Viverius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V I I. Godes Eeuwighe Wijsheydt spreecket.

O mijne Dochter, Die den Lust-hof van dijnen Beminden wel soude willen sien: Die soude moeten vele tijdes hebben. Siet den voudt: De menschen en willen niet alleyne sondighen; Ga naar margenoot+ maer en willen niet lijden, dat men haere Schande [haere Stinckende Sonde] ontdecke, om de selve te ghenesen. Want dat sij souden segghen: Wie heeft hem gheropen ? Hij en is maer een kindt, als hij sich selven naemet ? Ick soude haer Ga naar margenoot+ vraeghen: Of u huys brande, ende yemant droegh sich selven te berste, om het selve te blusschen; Soudet ghij vraeghen of hij oudt of jongh waere ? Men soude u met slijck werpen. Comt u dit kindt zijn dach uyren heysschen ? Dient het u niet uyt louterer liefde ? Gaet henen dan, ende leert liefde met liefde betaelen. Nu, Dochter, sie eens wat hij doet: Hij spreecket in mijnen Persoon, om haeren nijdt te breken. Daer haelt hij dien Ga naar margenoot+ Bock voor, die tot schande van het vrouwelicke Gheslachte onbeschaemdelick heeft staen seeveren, dat de vrouwen onsadigh zijn ! Soudemen met sulck volcksken niet bitterlick spotten, Ga naar margenoot+ ende haer die hert vellighe ooren recken; Sij souden int leste wel segghen, dat het gheene menschen en waeren: Het comter al op aen ! Dat dede den Onsen [Ick segghe dijnen beminden] dit woordeken Volcomen mensch teghen die twee heydensche Reusen soo uytdrucken, Die segghen dat vrouwen onvolmaeckt zijn, om dat sij swack zijn. De kinderen redenen beter. Als hij nu al uyt gheseydt heeft: Daer commet eene Ga naar margenoot+ Swarte wolcke [Blindtheydt sonde] Hij wordet mij quijte: Daer stelt hij dan dat Heerlick Claegh-liedt bij dat van de Ghetrouwe Luca Trelcatio in het Fransche is beschreven. Hij stellet sich selven om te claeghen; wordt vertroostet: Daer Spreket dij dien Ghetrouwen Tavrinvm aen, Treckt wegh: comt

[pagina 135]
[p. 135]

weder. Daer gaet hijt dan al in een fluyten. Hij maeckt eenen Omloop. Hij comt door een Waut, door de Wereld [dat is de Ga naar margenoot+ blinde menschen] Hij valt: comt in de helle, int Paradijs; comter wederom uyte: valt: Staet op: Hij comt door de Lelien, Roosen, in den Venckel Dat is in Nederlant [die hij tot dijner eeren dat cruydt gevet: Want Venckel is der Maeghden cruydt] Hij comt weder in het claeg-huys, ende blijvet op sijne stede. Siet daer is hij ! Laet ons, ons selven met eene swarte wolcke bedecken, dat hij ons wat soecke, soo sal hij al claeghende een deel van het tweede deel verclaeren: daer naer salstu uytspringhen: Aldus nemet de Verclaeringhe des Eersten (of derden) deels een EYNDE.

margenoot+
Schande. Pag. 36. vers. VI I I. &c.
margenoot+
Kindt Pag. 2. v. I li. 22. &c.
margenoot+
Gheen saet Pag. 76. vers. XIII.
margenoot+
Den Onsen Pag. 105. vers. XXII. li. 9. Volcomen mensch Pag. 21. v. IX. li. 19
margenoot+
Swarte wolcke. Pag. 77. v. XVIII. lin. 2. 3.
margenoot+
Waut Pag. 111. v. 11. &c.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken