Nederlandsche baker- en kinderrijmen
(1874)–J. van Vloten–Nederlandsche baker- en kinderrijmen
auteur: anoniem Nederlandsche baker- en kinderrijmen
bron: J. van Vloten, Nederlandsche baker- en kinderrijmen. Sijthoff, Leiden 1874 (3de druk)
©
2013 dbnl
[p. 165] | |
XII. Taal- en uitspraakrijmen, enz.1651.
Daar kwam een dief - larron,
Al in mijn huis - maison;
Ik nam een stok - bâton,
En sloeg den dief - larron,
Al uit mijn huis - maison,
Omdat hij had gestolen
Een ketel - chaudron.
2.
Een os - un boeuf,
Une vache - een koe,
Fermez la porte - doet de deur toe.
3.
'k Heb gevonden - j'ai trouvé.
Op de markt - au marché.
Een man - un homme.
Een appel - une pomme.
Een spijker - un clou.
Fermez la porte - doet de deur toe.
4.
Daar was een smid - attivit
Die had een kat - attivat
En die kat - attivat
Brak haar poot - attivoot;
Toen kwam de smid - attivit
En zette de poot - attivoot
Van de kat - attivat
In 't gelid - attivit.
| |
[p. 166] | |
5.
De kat die krabt de krullen van de trap.
6.
Kramdraad, om verkens te ringen.
7.
Drie drooge doeken;
Drie doeken bennen droog.
8.
David deê den Duivel dansen,
Doe de Duivel dronken was.
9.
Mijn moeder maakt me mooi
Met mijn moeders mooye mopmuts.
|
165Dergelijke Duitsche zie o.a. bij Simrock S. 57 f., E. Meier S. 87 ff., Rochholz S. 23 ff., H. Meyer, S. 213; Engelsche bij Halliwell, Nursery Rhymes p. 138 f.
|