Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 276]
[p. 276]

[I]

 
Twee Weerelden ziet hier, d'een groot en d'ander kleen,Ga naar voetnoot*
 
Die wonderlijck te zaem zich draghen over een


illustratie

I. Pet. 1.
 
Al s' Menschen heerlijckheyd, al s' Menschen pracht en roeme,
 
Is niet als gras en hoey, oft als een veldsche bloeme.
[pagina 277]
[p. 277]
I
 
Aenschouwer, off het u een dwaesheyt docht verwytelGa naar voetnoot1
 
Dat t'redelijcke Dier onaerdich met den tijtelGa naar voetnoot2
 
Van Kleyne-Weerelt wert gheciert en afghemaelt,
 
Ick bids u op dit beeld' eens met u aenzicht straelt:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Den Mensch, den kleenen Mensch toont u in korter stonde,
 
Kleen zijnde, t'heel begrijp van s'Weerelds groote ronde.Ga naar voetnoot6
 
God heeft den grooten AL door't eewigh woort gheteelt,Ga naar voetnoot7
 
Hy is den Schepper oock van dit zoet-apigh beeld:Ga naar voetnoot8
 
Zee, Hemelen, en Aerd' bestaen in vier hooft-stoffen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Soo doet dit schepsel oock, is dat niet juyst ghetroffen?
 
Zijn gramschap is het vuyr, zijn roode bloed de locht,
 
Zijn vochtighe natuur, het water cout en vocht,
 
En zijn zwaermoedigheyd is d'Aerde droef en duyster.
 
Heeft t'Koninghlijck Palleys des weerelds vol van luyster,
15[regelnummer]
Oost, Westen, Zuyd en Noord, voor open poorten vier,
 
T'is even eens ghestelt met dit twee-voetigh Dier,
 
Zijn rechter is het Oost, zijn slincker hand het Weste,
 
Zijn hooft het Zuyden, en zijn voeten t'Noords gheweste.
 
De groote Wereld heeft twee wackere ooghen staen
20[regelnummer]
In't hooft, d'eene is de Zon, en d'ander is de Maen,
 
De kleyne van ghelijck, twee glinsterende kolen
 
In zijnen Hemel draeght, om s'daeghs, noch s'nachts te dolen:
 
Iae niets en is het groot ghetimmer meed gedeelt,Ga naar voetnoot23
 
Dat niet in't aenzicht van het kleyne boussel speelt.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Den grooten Globus rolt, en wert steeds voorts ghedraghen,Ga naar voetnoot25
 
Van Lenten, Zomer, Herbst, en Winter met zijn vlaghen,
 
Den kleynen van gelijck zijn Kintsheyd wederom,Ga naar voetnoot27
 
Zijn Ieughd, zijn Manheyd heeft, en zijnen Ouderdom.
 
Kort om, den grooten AL heeft zijn begin, en ende,
30[regelnummer]
Den kleynen komt met druck, en scheyt weer met ellende,
 
En dus zy beydegaer verdwijnen als den roock,
 
Want soo de Wereld is, zoo zijn de Menschen oock,
 
Behalven dat den Mensch zal worden nieus herboren,
 
En uyt den grave opstaen, als alles is verloren.Ga naar voetnoot34
voetnoot*
Boven- en Onderschrift:
Twee Weerelden enz.: zie aant. bij regel 57 op blz. 270; zich draghen over een: overeenkomen.
I. Pet. 1: Eerste brief van Sint Pieter hfst. 1 (vs. 24).
veldsche bloeme: bloem van 't veld.
voetnoot1
verwytel: die verwijting verdient, berispelik.
voetnoot2
t'redelijcke Dier: de mens (dier: levend zinnelik wezen); onaerdich: onjuist (niet naar de juiste aard).
voetnoot4
Ick bids u: ik verzoek u ('s: et, dit).
voetnoot6
t'heel begrijp: de hele omvatting, 't hele samenstel.
voetnoot7
den grooten Al: 't heelal.
voetnoot8
zoet-apigh beeld: liefelik nabootsend (de mens als afbeelding van de grote wereld).
voetnoot9
vier hooft-stoffen: volgens de Ouden: (vuur, licht, water, aarde of vaste stof).
voetnoot23
ghetimmer: bouwsel, bouwwerk.
voetnoot24
boussel: bouwsel.
voetnoot25
Globus: wereldbol.
voetnoot27
wederom: op zijn beurt.
voetnoot34
verloren: als de wereld vergaan is.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken