Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 538]
[p. 538]

11. Vande Wind, Sonne ende Wandelaer.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Het laet hem aensien of de twee Roomsche Keysers Titus ende Domitianus haer 2 even alsoo hadden aengestelt tegen den anderen. Want Titus gingh met het volck 3 heel lustigh ende vriendlijck om, liet geen hovaerdije aen hem mercken, en gaf een 4 yder goet ghehoor. Maer Domitianus gaf niemand een goet woordt, handeld' hard 5 en stuer met zijn ondersaten, ende pooghde hen met macht haer goet af te dringen. 6 En heeft nochtans met zijn ongerechtich Gewelt weynigh gelts ende veel vyandschaps 7 gemaeckt. Maer Titus heeft met zijn lieffelijcheydt groote gunst, ende al wat hy wilde 8 van hen verkreghen.

IN 'T LEVEN DER KEYSEREN.

[pagina 539]
[p. 539]
XI
 
De sturen Boreas wel sterckelijck beweerde,Ga naar voetnoot1
 
Dat hy de schoone Zon in mogentheyd passeerde:Ga naar voetnoot2
 
Zulck roemen Phoebo docht een al te grooten spijt,Ga naar voetnoot3
 
Flucx dagende over zulcx den Blaes-kaeck uyt ten strijt.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
De Noord-wind was gereed, liet zich ter plaetsen vinden,Ga naar voetnoot5
 
En snorckte dat hy was de stercxste vande winden.Ga naar voetnoot6
 
Zy maeckten een verdragh: d'een voor en d'ander naer,Ga naar voetnoot7
 
Te proeven haere kracht op eenen Reyzenaer.Ga naar voetnoot8
 
De Bulderaer began, en blies met volle kaecken,
10[regelnummer]
Wierp eycke-boomen om, en hoogh-geresen daecken.Ga naar voetnoot10
 
De Reyziger terwijl hielt zijnen mantel vastGa naar voetnoot11
 
Spijt wat hy blazen mocht wel stijf om't lijf gepast.Ga naar voetnoot12
 
De Wind nae langh geruys niet ziende te vermoghenGa naar voetnoot13
 
Gaf oorlof dat de Zon nu oock haer kracht mocht tooghen.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
De Zon, die zoetelijck uyt s'Hemels gouden dack
 
Op't hooft des Reyzenaers met heete stralen stack,
 
Dat zweetende ademloos, zijn kleedren hem verdrooten,Ga naar voetnoot17
 
En zich van s'mantels last genoodzaeckt was t'ontblooten.Ga naar voetnoot18
 
‘Ghy die te streng regeert, leert wat een macht vermengt
20[regelnummer]
‘Met Re'en en zachtigheyd al nuttigheyd toe-brenght.Ga naar voetnoot19-20
 
‘Gematighde' heerschappy onbuygelijcke liedenGa naar voetnoot21
 
‘Veel dragelijcker valt als al te strengh ghebieden.
 
‘'Tgemeene Volck dat haet een al te korten lijn,Ga naar voetnoot23
 
‘'Twil liever zacht geleyd, als hart gedwongen zijn.
voetnoot*
Regel 1 Titus Flavius Vespasianus, Romeins Keizer (41-81 n. Kr.) zoon van Keizer Vespasianus, voor wie hij in 't begin niet onderdeed in wreedheid. Na de dood van z'n vader brak hij met z'n verleden en toonde zich zeer beminnelik voor z'n volk; ondertekende geen ter dood veroordeling, bezocht geteisterde streken, enz. Hij werd buitengewoon door z'n dankbare onderdanen gevierd. - Domitianus: Titus Flavius Domitianus, Romeins Keizer (81-96 n. Kr.) broer en opvolger van Titus; had 'n wantrouwige wrede natuur; liet tenslotte ieder die hem niet beviel onder een of ander voorwendsel ter dood brengen; hij is de beruchte Joden- en Kristenvervolger. In 96 werd hij vermoord. Het laet hem aensien...: 't Laat zich aanzien, 't lijkt, dat de twee Romeinse (Roomsche) Keizers Titus en Domitianus zich op gelijke wijze hadden gedragen tegenover elkander. - r. 3 lustigh: aangenaam. - r. 5 stuer: wreed, stuurs; met macht: met geweld hun goed af te dwingen, af te nemen. - r. 6 En heeft: en hij heeft (weglating van 't onderwerp in zulke gevallen meermalen); ongerechtich: onrechtvaardig. - r. 7 lieffelijcheydt: vriendelikheid; gunst: liefde. - r. 8 In 't Leven der Keyseren: zie onder prent 1: Suetonius.
voetnoot1
De sturen Boreas: de ruwe Noordewind (Boreas klassieke naam).
voetnoot2
in mogentheyd passeerde: in macht overtrof.
voetnoot3
Phoebo: (Lat. 3e n.v.) aan Phoebus de zon(negod); een al te grooten spijt: 'n al te grote krenking.
voetnoot4
over zulcx: daarom; Blaes-kaeck: snoever.
voetnoot5
liet zich ter plaetsen vinden: zorgde dat ie ter plaatse tegenwoordig was.
voetnoot6
snorckte: blufte.
voetnoot7
verdragh: overeenkomst; d'een voor en d'ander naer: d' een voor en d' ander na.
voetnoot8
Reyzenaer: reiziger.
voetnoot10
daecken: huizen.
voetnoot11
vast: voortdurend.
voetnoot12
In weerwil van al z'n (Boreas) blazen; gepast: gesloten.
voetnoot13
niet ziende te vermoghen: ziende niets te vermogen.
voetnoot14
Gaf oorlof: gaf verlof, stond toe; mocht tooghen: kon tonen.
voetnoot17
Dat: zodat; hem verdrooten: hem hinderden.
voetnoot18
En... zie aant. bij regel 6 onder de prent; t' ontblooten: te ontdoen.
voetnoot19-20
wat... al nuttigheyd: wat al nut; Met Re'en en zachtigheyd: met verstand en zachtheid; toe-brenght: aanbrengt.
voetnoot21
onbuygelijcke lieden: aan onbuigzamen.
voetnoot23
een al te korten lijn: 'n al te korte teugel, (die al te kort gehouden wordt).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken