Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 650]
[p. 650]

67. Satyr en Boer.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Emanuel de Griexsche Keyser heeft hem in een saeck kout ende warm, vrient ende 2 vijand betoont. Want als de Keyser Conradus met zijn krijgsheyr in Palaestinam trock, 3 steld hij hem zeer ghedienstigh ende mild aen, liet hem veel meels ende allerley 4 Proviand toevoeren. Doch mengde dat meel met calck, daer van de krijghslieden 5 groote cranckheden ende schade kregen. Als nu Conradus dit vernam, te weten, dat 6 Emanuel vriendlijck van woorden ende vijandlijck in't werck was, so maecte hij hem 7 haest van daer, ende wilde hem niet langer betrouwen.

SABELLICUS.

[pagina 651]
[p. 651]
LXVII
 
Een Land-man vond in't wout een ruyghen Satyr dolen,Ga naar voetnoot1
 
Die dood van koude schier zat in een hol ghescholen,
 
Hij bracht hem in zijn huys en deed hem goede cier:Ga naar voetnoot3
 
De Satyr, boven mensch en onder als een dier,
5[regelnummer]
Ghemerck nam, dat de Boer om d'handen te beschermenGa naar voetnoot5
 
In zijne vuysten blies, op dat hij mocht verwermen
 
Zijn kneuckels schier verstijft van koude op twindigh veld:Ga naar voetnoot7
 
Oock zagh hij dat de spijze op 'stafels rugh ghesteld,Ga naar voetnoot8
 
Door 'sBoeren adem d'hett' en brand werd afgheblazen:Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Verwondert overzulcx, began hij te verbazen,Ga naar voetnoot10
 
En vloot ter deuren uyt, beducht voor 'slijfs verlies,Ga naar voetnoot11
 
Om datmer koude en hett met eenen adem blies.Ga naar voetnoot12
 
‘Die in d'een hand het vuyr in d'ander 'twater houden,
 
‘De wijzeman bedacht voorzichtelijck oyt schouden:Ga naar voetnoot13-14
15[regelnummer]
‘Want oft haer wezen schoon niet toont als liefde en jonst,Ga naar voetnoot15
 
‘Zoo zijnze doch niet vrij van booze toover-konst.Ga naar voetnoot16
voetnoot*
Regel 1-2 Emanuel: Manuel I, Griekse keizer (1120-1180). Trad tijdens de 2e kruistocht in vriendschappelike verbinding met keizer Koenraad III; hem.... betoont: zich getoond; Koenraad III, Duits keizer (1094-1152), maakte 'n kruistocht naar 't Heilig land, die minder gelukkig slaagde; gedeeltelik door onmatigheid, gedeeltelik door 't vergif dat de Grieken in de bronnen wierpen, bezweek 't leger; in Palaestinam: (Latijnse buigingsvorm) naar Palestina. - r. 3 meels: met s achter veel. - r. 4 daer van: waarvan. - r. 6 in't werck: in de daad, in z'n daden. - r. 7 haest: haastig; betrouwen: vertrouwen; Sabéllicus: bijnaam van Marcus Antonius Coccius, Italjaans humanist in de 15e eeuw, vooral bekend om z'n algemene wereldgeschiedenis: ‘Rhapsodiae historiarum Enneades.’
voetnoot1
Satyr: satyr, in de klassieke mythologie 'n ruw wezen, half mens, half dier.
voetnoot3
deed hem goede cier: onthaalde 'm goed (cier middeleeuws ook de oorspr. vorm chiere (uitspr. sjiere): gelaat; goede cier doen: 'n vriendelik gezicht geven).
voetnoot5
Ghemerck nam: merkte op; te beschermen (tegen de kou).
voetnoot7
twindigh: 't winderig.
voetnoot8
de spijze: (aan de spijs) bij de spijs.
voetnoot9
d'hett' en brand: de brandende hitte.
voetnoot10
te verbazen: te ontstellen.
voetnoot11
vloot: vluchtte (vloot van vlieden) 'slijfs verlies: verlies van z'n leven.
voetnoot12
mer: men er (me toonloze bijvorm van men); met eenen: met dezelfde.
voetnoot13-14
Die.... schouden: De wijze schuwde altijd (oyt) bedachtzaam en voorzichtig hun, die.... (schouwen met Brab.-Holl. ou voor schuwen).
voetnoot15
oft.... schoon: ofschoon; niet.... als: niets als; jonst: welwillendheid (jonst, zie blz. 517 op vs. 13).
voetnoot16
doch: toch (doch oorspr. vorm).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken