Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Toon afbeeldingen van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,15 MB)

ebook (6,98 MB)

XML (3,07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 528]
[p. 528]

De Leeuw Aen Bandt.
Voor David Leeuw En Cornelia Hooft.aant.Ga naar voetnoot*

Op de wijse van de Musch.

 
Zyn de Jongmans al rechtschapen,Ga naar voetnoot1
 
En by zinnen, die aen d'Echt,Ga naar voetnoot2
 
Aen een Jongkvrouw zich vergapen,
 
En verkussen al hun recht?
5[regelnummer]
Die hun vryheit laten varen,
 
Om een korte razerny,
 
En het quickste van hun jarenGa naar voetnoot7
 
Slijten gaen in slaverny?
 
Moet men hierom loopen jancken,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Door den regen, door den wint,
 
En de liefste noch bedancken,
 
Soo men haer gespraeckzaem vint?Ga naar voetnoot12
 
Geeft het zoenen van de stoepenGa naar voetnoot13
 
Zulck een blyschap in de smart,
15[regelnummer]
Of de wang een zoen t'ontsnoepen
 
Zulck een 't roost aen 't bange hart?
 
Neen, wy zijn te vry geboren:
 
Niemant sluite ons in een kou.Ga naar voetnoot18
 
Zou een Maeght een man bekoren,
20[regelnummer]
Of hem leggen aen een touw?
 
Zou een LEEUW zich laten toomen,
 
Die zijn eige krachten kent?
 
Zou een LEEUW voor iemant schroomen?
 
Vryheit is zijn element.
[pagina 529]
[p. 529]
25[regelnummer]
In de vryheit moet hy leven,
 
Moet hy sterven, als een Helt:
 
Z'is hem, als een Recht, gegeven,
 
Dat hy by zijn tytels stelt.Ga naar voetnoot28
 
Sufferts passen minnejucken,
30[regelnummer]
En de boey van hun vriendin.
 
Eeuwigh mont op mont te drucken
 
Voeght een slaef van wulpsche Min.Ga naar voetnootvs. 1-32Ga naar voetnoot32
 
Minne hoorde 't ydel stoffenGa naar voetnoot33
 
Aen den oever van de Vecht:Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Daetlijck wert de LEEUW getroffen
 
In den boezem, diep en hecht:
 
Want de Schutter doock in d'oogenGa naar voetnoot37
 
Van CORNELI op dit pas.Ga naar voetnoot38
 
Naulijx was de pijl gevlogen,
40[regelnummer]
Of het Leeushart zeegh in 't gras:Ga naar voetnoot40
 
Of de LEEUW begon te kermen:
 
Och, vertroostme: wat is dit?
 
Laet ick sterven in uw armen,
 
Mijn vermaeck, mijn eenigh wit.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Al de Nimfen van de Vlieten
 
Vliegen op dat steenen aen,
 
Uit de biezen, uit de rieten.
 
Ieder is met hem belaên.Ga naar voetnoot48
 
d'Een brengt water, d'andre kruiden,
50[regelnummer]
d'Andre bloemen op dien kreet,
 
En de koelte blaest van 't zuiden,
 
Tot verquicking van zijn leedt.
 
Maer geen kruit noch bloemen helpen,
 
Noch het water bluscht geen vier.
55[regelnummer]
Leeuwenbloet is quaet te stelpen.Ga naar voetnoot55
 
Och, wat raet, wat troost is hier!
 
Waer is nu de roem gebleven,
 
En dat stoffen, al te rijp?Ga naar voetnoot58
 
Doch men moet het hem vergeven:
60[regelnummer]
't Is een onverzocht vergrijp.Ga naar voetnoot60
 
Onverzochtheit kan niet vatten
[pagina 530]
[p. 530]
 
Wat een Jongkvrouw waerdigh zy.
 
't Huwelijck bewaert de schatten,
 
Zet de Deught veel zegens by.
65[regelnummer]
Zonder 't huwen, zonder 't paren
 
Waer het met de weerelt uit.
 
Zou de boom geen telgen baren,
 
Zoo verstorven boom en spruit.
 
Deze Nootwet is gevondenGa naar voetnoot69
70[regelnummer]
Om de vrientschap aen te voên,Ga naar voetnoot70
 
Die de stammen houdt gebonden,
 
Even jeughdigh, even groen.
 
Spaer den jongen LEEUW het leven,
 
En verschoon hem uit gena:
75[regelnummer]
Want het lot heeft hem gegeven
 
Zijne rechte wederga.
 
Toen CORNELIA dit hoorde,Ga naar voetnoot77
 
Hiefze den gewonden op
 
Met een' lonck, die 't hart bekoorde.
80[regelnummer]
Wacht voor 't jaer een jonge pop.Ga naar voetnoot80
 
 
J.V. VONDEL.
voetnoot*
Van 1651. Afgedrukt volgens de tekst in Verscheyde Nederduytsche Gedichten 1651, blz. 35.
David Leeuw (geb. 1632) trouwde de 14de Mei 1651 met Cornelia Hooft, dochter van Pieter Gerritsz. Hooft. De Doopsgezinde familie Leeuw was door verschillende huweliken verwant met de Doopsgezinde families Block en De Flines, en behoorde tot Vondel's engere vriendenkring. Cornelia was een achternicht van de Drost.
voetnoot1
rechtschapen: rechtgeaard.
voetnoot2
by zinnen: verstandig.
voetnoot7
guickste: het levendigst, het beste deel.
voetnoot9
jancken: jammeren (niet met de tegenwoordige ongunstige kleur).
voetnoot12
gespraeckzaem: geneigd tot een vriendelik gesprek.
voetnoot13
het zoenen van de stoepen: nl. voor de gesloten deur van de geliefde.
voetnoot18
kou: kooi.
voetnoot28
tytels: rechtmatige aanspraken.
voetnootvs. 1-32
Alleenspraak van David Leeuw.
voetnoot32
wulpsche: dartele.
voetnoot33
Minne: de verpersoonlikte Amor; ydel stoffen: zinloze bluffen.
voetnoot34
de Vecht: daar had de familie Leeuw blijkbaar een buitenverblijf.
voetnoot37
de Schutter: Amor, met pijlen gewapend; doock: verschool zich.
voetnoot38
op dit pas: op dit ogenblik.
voetnoot40
zeegh in 't gras: zonk neer, zakte hem in de schoenen.
voetnoot44
wit: doel.
voetnoot48
belaên: bekommerd.
voetnoot55
quaet: moeielik.
voetnoot58
al te rijp: te ver gaande (Ned. Wdb. XIII, 371).
voetnoot60
een onverzocht vergrijp: een vergrijp dat voorkomt uit Onverzochtheit (61), d.i. gebrek aan ervaring (Ned. Wdb. X, 2160).
voetnoot69
Nootwet: wet, voortgekomen uit de noot, de noodzakelikheid.
voetnoot70
aen te voên: aan te wakkeren.
voetnoot77
dit: die verontschuldiging van de Nimfen (vs. 59-76).
voetnoot80
voor 't jaer: eer het jaar om is.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank