Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Brief Aen den Hooghwaerdigen en hooghgeleerden Heer Bertholdus Nieuhusius.aant.Ga naar voetnoot*

 
Indien mijn lage stijl uw' hoogen geest behage,Ga naar voetnootvs. 1
 
Uw' zwacken ouderdom een weinigh onderschrage,
 
Zoo schort het aen mijn' plicht, indien ik Nieuhuis nietGa naar voetnoot3
[pagina 597]
[p. 597]
 
Begroete met mijn pen, daer d'oude Donau schiet
5[regelnummer]
Met water, schuim, en steen door zoo veel steene bogen,Ga naar voetnoot4-5
 
Gelijck een ronde kay ten bergh komt afgevlogen,
 
En in de laeghte rolt. Uw yver en uw zorgh,
 
Gedurigh in Godts oegst, verçieren Regensborgh,Ga naar voetnoot8
 
Daer 't vierde regement van Rome voortijts waeckte,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En onlangs Oostenrijck met kroon en scepter blaeckte
 
Van gout, en diamant; toen 't Keurgezagh den Zoon
 
Van FERDINAND verhief op 's Roomschen Konings troon,Ga naar voetnoot10-12
 
Tot vreught van 't Heiligh Rijck, en 's Keizers onderdanen,
 
Die, van den oorlogh wars, met volle vredevanen
15[regelnummer]
Onthalen hunnen Heer, en zien den overvloet,Ga naar voetnoot15
 
Ons Duitschlant in den schoot gegoten, te gemoet.
 
Den Hemel zy gelooft, die al de donkre wolckenGa naar voetnoot17
 
Van Nydigheit verdrijft, en d'onderdruckte volckenGa naar voetnoot18
 
Verheft, en overstraelt met deze zon van pais,
20[regelnummer]
Gerezen uit den troon van 't Keizerlijck palais.
 
Dat heet de vredekroon gelijk Augustus spannen.Ga naar voetnoot21
 
Nu groeit heel Christenrijk: nu schricken d'Ottomannen,Ga naar voetnoot22
 
Tot voor de poorten, daer de Groote ConstantijnGa naar voetnoot23
 
Het Kruis voorhene plante, en nu de maneschijnGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Van Mahomet den glans, de stralen van de Waerheit
 
Zoo stout in 't licht durf staen, en pooght ons middaghsklaerheitGa naar voetnoot26
 
Te dooven met een' damp, en vuilen smoock, en smet,
 
Ja zelf daar Christus lest zijn voeten heeft gezet.Ga naar voetnoot28
 
Nu Duitschlant adem schept, na veel gelede smarten,
30[regelnummer]
Wil 't zaet der letteren, in d'ackeren der hartenGa naar voetnoot30
 
Geworpen, jaer op jaer, ons kroonen met zijn vrucht,
 
En spreien eenen geur van billijckheit en tuchtGa naar voetnoot32
 
Godtvruchtigheit en trou ter stede, daer de spiessen,
 
Geweer, en bussekruit, en scherpe distels wiessen.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Men zal Athene zien herbouwt, van lant tot lant,Ga naar voetnoot35
 
Waer Pallas den olijf, gelijck een' zegen, plant.
 
In hare schaduw zal uw grijsheit noch ontluicken,
[pagina 598]
[p. 598]
 
En diep in wintersneeuw de zomerroozen pluicken:Ga naar voetnoot38
 
Want wie hier, levens zadt, versuft zit, en verduft;Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Uw brein, gelijck uw naem, blijft nieuw: uw out vernuft
 
Wort jeughdigh, en verquickt, als zommige plantsoenen,Ga naar voetnoot41
 
En bladers, die al 't jaer gedurigh blijven groenen.
 
Uw yver voor geen' last van letterarbeit zwicht;
 
En onder zulck een pack van zwaericheên verlichtGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Het goddelijck muzijck, een strael van uwe gaven,Ga naar voetnoot45
 
Uw' geest, die dickwils diep in boecken leit begraven,
 
Gedompelt, en bedeckt: en vreemt waer 't zoo men hier
 
U, onder eenen zerck van godtgeleert papier,Ga naar voetnoot48
 
Niet overstullept vondt, of hooger dan de klocken,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Gelijck een marmer beelt, zaegh staen, als opgetrocken,
 
En in den geest verruckt: want zulck een letterheltGa naar voetnoot51
 
Versmaet het muffe bedde, en yvert om in 't velt
 
Van starrelichte blaên, in 't midden der geledenGa naar voetnoot52-53
 
En benden, die voor d'eer van hun' Verlosser streden,
55[regelnummer]
Te sterven met de schacht en veder in de hant,
 
En onvertsaeght het gras te bijten met den tant.Ga naar voetnoot56
 
Zoo sterckte uw drift den Leeuw Alatius in 't strijden,Ga naar voetnoot57
 
Gelijck een Grieksch Romain, en haelde d'oude tijden,
 
En zeden, lang van gras en onkruit overgroeit,
60[regelnummer]
Geluckigh voor den dagh, zoo klaer als onvermoeit.Ga naar voetnoot60
 
Zoo voede uw milde pen de hongerige zielen,
 
Die op den bloessem van uw blaên en brieven vielen,
 
Als byen, op een velt, vol bloemen, dau, en kruit.
 
Zoo hebt ghy lang, op 't spits van redenen, gestuitGa naar voetnoot64
65[regelnummer]
Den vreesselijcken storm van 't heir der duisternissen,Ga naar voetnoot65
 
En al wat zich vermomt met verwen en vernissen
 
In 't licht ten toon gestelt; de Hel de grijns gelicht.Ga naar voetnoot66-67
 
De Vaders hebben zoo van outs de Kerck gesticht;Ga naar voetnoot68
 
Het zy men Marcion Godts menscheit zagh verbasteren;Ga naar voetnoot69
[pagina 599]
[p. 599]
70[regelnummer]
Het zy Arrius tong de Godtheit dorst verlasteren,Ga naar voetnoot70
 
Op 't spoor van Ebion; het zy PelagiusGa naar voetnoot71
 
Den toevloet der Gena verriet met Judas kus;
 
Zoo dickwerf hy Natuur, en ons gezwackt vermogenGa naar voetnoot73
 
Te hoog in top verhief. de Waerheit en de Logen,
75[regelnummer]
Van 's werelts aenvang af, elckandre 't voorhooft boôn.Ga naar voetnoot75
 
Gelijck mijn treurspel nu door Lucifer den troon
 
Van 't hemelrijck bestormt; daer Michaël van boven
 
Den blixem op hem worpt, die angstigh in de klovenGa naar voetnoot78
 
Der aerde zich versteeckt, en zijn wanschapenheit
80[regelnummer]
Geplondert ziet van glans en d'eerste Majesteit.Ga naar voetnoot79-80
 
Rechtschape dapperheit verduurt Godts tegenwrijters.Ga naar voetnoot81
 
Nu schept ghy ademtoght, in 't midden van twee Myters,Ga naar voetnoot82
 
Wier gunst en zegen u gedyen tot een' rugh;Ga naar voetnoot83
 
Keur Mentz aen d'eene zijde, aen d'andere Ozenbrugh,Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Twee Helden door hun deught zoo hoogh in top geklommen,
 
Verstercken u, gelijck twee vierige kolommen.
 
Mijn geest verlangt naer u, en dien gewenschten dagh,
 
Dat ick uw aengezicht gezont aenschouwen magh.
 
De jaren glyen hene, of vallen af, als bladers:
90[regelnummer]
De tijt wort niet gestuit. zoo missen wy ons Vaders,Ga naar voetnoot90
 
En vrienden, dagh op dagh. de vrientschap is het zout,
 
Het welck door zijne kracht gemeenschap onderhoudt.
 
Ick wensch dat d'Engel, uw behoeder, u geleide,
 
En voere, door woestijn, en over stroom, en heide,
95[regelnummer]
Geluckigh herwaert aen. op zulck een bly gezichtGa naar voetnoot95
 
Verwelkome u mijn lier met eer- en welkomdicht.
 
 
J.V. VONDEL.

voetnoot*
Van 1653. Afgedr. volgens de tekst in Apollo's Harp, Amsterdam 1658, blz. 172. Bartholdus Niehusius (geboren 1589 in Brunswijk), aanvankelik Luthers, werd te Keulen door Marius tot het Roomse geloof gebracht. In 1629 werd hij tot abt van Ilefeld in Neder-Saksen benoemd, maar vandaar door de Zwaben verdreven. Daarna was hij werkzaam bij de Holl. zending. Nihusius woonde te Amsterdam op de Heerengracht bij de vermogende weduwe van Maarten Papenbroeck. Hij was werkzaam in de drukkerij van Joan Blaeu als corrector voor de Roomse boeken. (Zie H.J. Allard S.J., Jaarb. v. Alb. Thijm, 1891, blz. 136-vlg.).
voetnootvs. 1
mijn lage stijl: mijn nederige dichttrant.
voetnoot3
schort het aen mijn' plicht: schiet mijn plicht te kort.
voetnoot4-5
De oude Donaubrug te Regensburg, in de 12de eeuw gebouwd, telt 15 wijde bogen.
voetnoot8
Gedurigh in Godts oegst (met oe-klank, zonder g te lezen): volhardend in het winnen van zielen.
voetnoot9
regement: legioen. Regensburg was een Romeinse grensvesting.
voetnoot10-12
Op 30 Junie 1653 was Ferdinand Franciscus, zoon van Keizer Ferdinand III, op de Rijksdag te Regensburg tot Rooms koning gekroond.
voetnoot15
Onthalen: ontvangen, inhalen.
voetnoot17
Den Hemel: deze Brabantse nominatief den is in deze periode bij Vondel ongewoon.
voetnoot18
Nydigheit: afgunst.
voetnoot21
de vredekroon spannen: zich de vredeskrans op 't hoofd zetten.
voetnoot22
schricken: deinzen terug; Ottomannen: Turken.
voetnoot23
de poorten: nl. van Constantinopel.
voetnoot24
de maneschijn: het licht van de Halve Maan.
voetnoot26
stout: vermetel; in 't licht durf staen: durft onderscheppen, tegenhouden.
voetnoot28
In 1517 hadden de Turken ook Palestina onderworpen.
voetnoot30
Wil: zal.
voetnoot32
billijckheit: handhaving van het recht.
voetnoot34
scherpe distels: haat en tweedracht.
voetnoot35
De Duitse landen zullen, als eertijds Athene, weer een kweekplaats van kunst en wetenschap worden.
voetnoot38
pluicken: plukken.
voetnoot39
wie: wie ook; verduft: synoniem van versuft.
voetnoot41
plantsoenen: gewassen.
voetnoot44
pack: last.
voetnoot45
muzijck: gelijk meermalen bij Vondel, onz. genomen. Welk instrument N. bespeelde blijkt uit het verband niet. Doelt goddelijck wellicht op orgelspel?
voetnoot48
godtgeleert papier: theologiese geschriften.
voetnoot49
hooger dan de klocken: torenhoog.
voetnoot51
in den geest verruckt: in extase.
voetnoot52-53
't velt van starrelichte blaên: het slagveld, waar in geschriften de strijd gestreden wordt tussen het heldere licht van het geloof en de duisternis van de dwaling; geleden: gelederen, nl. van de martelaren.
voetnoot56
het gras te bijten met den tant: op het veld van eer te vallen.
voetnoot57
den Leeuw Alatius: Leo Allatius (geboren 1568), een beroemd Grieks geleerde, die de gunst van verschillende pausen genoot, en door Alexander VII aangesteld werd als opzichter der boekerij van 't Vatikaan. Zijn ‘De ecclesiae occidentalis... etc. libri tres’, uit het Grieks vertaald, is door Nihusius bewerkt en bij Blaeu uitgegeven als ‘Coloniae apud Judocum Calcovium. 1648’.
voetnoot60
zoo: even.
voetnoot64
op 't spits van redenen: strijdbaar met kracht van argumenten.
voetnoot65
storm van 't heir der duisternissen: de stormloop van helse machten, d.w.z. van ketterijen.
voetnoot66-67
Alle dwaalleer die onder schone schijn verborgen was, helder aangetoond; de Hel (Datief); grijns: masker.
voetnoot68
gesticht: opgebouwd.
voetnoot69
Marcion (± 150), de verkondiger van de gnostiese leer, die de menselikheid van Christus lochende.
voetnoot70
Arrius (± 300) bestreed de eenheid van Vader en Zoon.
voetnoot71
Ebion en zijn aanhangers waren Joden-Christenen buiten het verband van de Rooms-Kath. kerk; Pelagius, een Britse monnik uit de 5de eeuw verkondigde dat ieder uit eigen kracht zalig kon worden, en dus de genade kon ontberen.
voetnoot73
gezwackt: nl. door de erfzonde.
voetnoot75
elckandre 't voorhooft boôn: waren met elkander in strijd.
voetnoot78
worpt: werpt.
voetnoot79-80
zijn wanschapenheit geplondert ziet: wanstaltig geworden, ziet hoe hij beroofd is.
voetnoot81
verduurt: is bestand tegen; tegenwrijters: tegenstanders, vijanden.
voetnoot82
Myters: bisdommen.
voetnoot83
rugh: ruggesteun.
voetnoot84
Keur Mentz: de aartsbisschop van Mainz was tevens keurvorst; Ozenbrugh: Osnabrück.
voetnoot90
ons Vaders, blijkbaar Marius en de andere katholieke priesters.
voetnoot95
gezicht: vooruitzicht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius