De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
(1931)–Joost van den Vondel[p. 840] | |
Op de kunstige Teekeningen en Bootzeerzels van Juffr. Catharina Questiers.aant.*Tweede SAFFO in uw Dichten,vs. 1
Hoe bestiert Natuur uw geest,
Als gy levende op haar leest3
Ons Saizoenen door 't verlichten,4
5
Knoppen, Bloemen, Airen, Ooft,
Ys, en Kegels, ziel en leven6
Op uw bladen weet te geven,
Ja een' oudt Bloemist berooft8
Van zyn zinnen, van zyn oogen,
10
Die van geen bedrogh bewust,
Waant den levenden August11
Aan te zien, en staat bedrogen.
Maar ik stel dit wonderwerk,
Zonder schimp, by d'andre zeven,14
15
Dat een Maagt is maagt gebleven,
Buiten opspraak van de Kerk,16
Schoonze een Kindt bootzeerde, en teelde,
't Welk natuurlijk leeft, en bloost,
In wiens aanschijn 't eige kroost19
20
Van de zuivre Moeder speelde.20
Zoekt Natuur by Konst wat viers,21
Datze licht haal' by QUESTIERS.
I.v. Vondel.
|
|