Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De CXLVI. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Laudate Dominum, quoniam bonus est.

 
Looft den Heer met danckbre lofgezangen.
 
Huwt de keel aen uwe schelle snaer.Ga naar voetnoot1-2
 
Schept nu lust met lofzang hem t'ontfangen,
 
Heerelijck en blijde in 't openbaer
5[regelnummer]
In te haelen hem, die nu de veste
 
Van Jerusalem zoo trots hersticht,
 
Het verstroide stamhuis eens ten leste
 
Weêr herstelt, en van het juck verlicht.
 
Hy geneest en zalft verslege harten.
10[regelnummer]
Hy verbint de wonden, na hun leedt,
 
Na zoo veele elende, en droeve smerten.
 
Godt is monsterheer, en telt en meetGa naar voetnoot12
[pagina 561]
[p. 561]
 
't Heir der starren dat in zijn geleden,Ga naar voetnoot13
 
Heentreet, als hy elck noemt by zijn' naem.
15[regelnummer]
Groot is Godt, in zijne almogentheden
 
Overkrachtigh. niemant kan de faemGa naar voetnoot16
 
En 't getal van zijne alwijze wercken
 
Achterhaelen. hy beschut in kruisGa naar voetnoot16-18Ga naar voetnoot18
 
Wat zachtmoedigh is. zijn maght de stercken
20[regelnummer]
Morsselt en verplet tot stof, en gruis.
 
Treet met zang en cyter voor hem heenen.
 
Zingt en speelt ter eere van dien Heer,
 
Die 't gewest, te heet en droogh bescheenen.Ga naar voetnoot23
 
Met zijn wolcken deckt, het aerdtrijck weêr
25[regelnummer]
Regen gunt, dat bergh en dal verquicken,Ga naar voetnoot25
 
Gras en kruit verleenen, elck tot nut,Ga naar voetnoot26
 
Vee hun voeder geeft, eer d'ackers sticken,Ga naar voetnoot27
 
't Leven van de jonge raven stut,
 
Als het nest hem aenschreit, zoo verlegen.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Godt heeft geen behaegen aen den roem
 
Op het brieschend paert, en's ruiters degen:Ga naar voetnoot30-31
 
Noch de stercke beenen van de bloem
 
En de heirkracht der geweldenaerenGa naar voetnoot32-33
 
Kunnen hem gevallen, wien behaeght
35[regelnummer]
Wat godtvruchtigh leeft, en in gevaeren
 
Op hem hoopt, en, needrigh en vertsaeght,Ga naar voetnoot36
 
Van den morgen af tot 's avonds spade,
 
Wacht op zijne onendige genade.

voetnoot*
Ps. 146.
voetnoot1-2
V: Laudate Dominum, quoniam bonus est psalmus, vs. 1.
voetnoot12
monsterheer: dit militaire woord, ook door Hooft gebruikt, is de titel van hem, die het krijgsvolk monstert, d.i. inspecteert, vgl. monstercommissaris; Kiliaen kent het in de beteekenis van troepenwerver, conquisitor, qui militum delectum agit; Vondel legt zijn bedoeling uit door 't onmiddellijk volgende en telt en meet.
voetnoot13
geleden: gelederen.
voetnoot16
overkrachtigh: boven alles krachtig.
voetnoot16-18
niemant kan: V: sapientiae ejus non est numerus, vs. 5.
voetnoot18
in kruis: bij beproevingen.
voetnoot23
't gewest: de streek; V: caelum, vs. 8.
voetnoot25
verquicken: verkwikt worden.
dat: zoodat.
voetnoot26
Versta: en berg en dal gras en kruid voortbrengen (verleenen).
voetnoot27
sticken: uitdrogen.
voetnoot29
verlegen: in nood.
voetnoot30-31
V: Non in fortitudine equi voluntatem habebit; vs. 10.
voetnoot32-33
V: nec in tibiis viri beneplacitum erit ei, vs. 10.
voetnoot36
vertsaeght: met vreeze.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius