Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.40 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
epos
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel
poëtica
leerdicht
hekeldicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

(1936)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 397]
[p. 397]

Op 's Lants nieu Raethuis Gebout by de weledele en mogende Heeren Raeden
Ter Amiraliteit T'Amsterdam.aant.Ga naar voetnoot*

Tempora navali fulgent rostrata coronâ.

 
O Raethuis van 's lants Zeeraet, schrap gezetenGa naar voetnoot1
 
Om al de zee te schuimen van 't geweltGa naar voetnoot2
 
Des roofgedrochts, dat schepen, goet en geltGa naar voetnoot3
 
Verslint, waerom zoo veele koopsteên zweeten:
5[regelnummer]
  Gy Kapitool, en vaderlijke wijkGa naar voetnoot5
 
Der overal belaeghde koopvaerdye,
 
Wat dekt uw dak al zorgh en slavernye,
 
Tot veiligheit van 't gansche Christenrijk!
 
's Lants zeildoek dekt de zeen en waterstroomen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
  Gy vlagh en zeil met uw getrouwe wacht.Ga naar voetnoot10
 
Uw vry geley verzekert vloot en vracht,Ga naar voetnoot11
 
En hoopt met Godt den afgront in te toomen.Ga naar voetnoot12
 
's Lants hooftgezagh verschijnt in uw gezagh,
 
Zoo wakker in 't hanthaven van 't vertroude.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dat bleek toen gy Geloof en Liefde boude,Ga naar voetnoot15
 
Den vloek ten schrik, voltoit by winterdagh.Ga naar voetnoot16
 
Zoo rees dit hof, eer zespaer maenen sleeten,Ga naar voetnoot17
 
Uit puin, en hief zijn voorhooft aen 't gestarnt.
 
Ernsthaftigheit, wiens hart van boulust barnt,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Vint rust, als hy zich zelve heeft gequeten.
 
Alree verschrikt Antaeus zonder wet,Ga naar voetnoot21
 
Die Godt en al zijn roeden meent t'ontwassen,Ga naar voetnoot22
 
En wat de vlagh op zee voert wil verbassen,Ga naar voetnoot23
[pagina 398]
[p. 398]
 
Met zijn bloetdronke en dolle moorttrompet.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
De slaven van het out Karthage hoopen
 
Dat uwe maght zal entren 't heiloos strantGa naar voetnoot26
 
Van Barbarye, en al wat leght aen bantGa naar voetnoot27
 
En keten u verheught in d'armen loopen.Ga naar voetnoot28
 
Zoo braef een toght streeft Herkles strantkolomGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Dan wijt voorby, waermee de Grieken praelden,
 
Die hierom 't zeil zoo hoogh in top ophaelden,Ga naar voetnoot31
 
Hoewel hun vloot noch noit ter Straete uitzwom.Ga naar voetnoot32
 
Alcides knods kon noit zoo verre reikenGa naar voetnoot33
 
Als blixemstrael en snelle donderkloot
35[regelnummer]
  Van uw kortou, grof zwanger van de doot,Ga naar voetnoot35
 
Uitberstende op de leus en 't oorloghsteiken.Ga naar voetnoot36
 
Alreede strijkt de tweede HannibalGa naar voetnoot37
 
Voor Scipio van Neêrlant, waert te vieren,Ga naar voetnoot38
 
Wiens scheepskroon al de kroonen en laurierenGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
  Van Rome, in zijn triomf, verdooven zal.Ga naar voetnoot40
 
De maeghdenrey, de weezen, en de weeuwen
 
Omringen dan, en zingen prijs en lof
 
Den vryen Staet, en 't zegenrijke hof,
 
Dat helden baert, en trotse waterleeuwen.
45[regelnummer]
  De zeeleeu van Sint Mark bekent ronduitGa naar voetnoot45
 
Dat hy alleen niet drijft op zijnen vlogel,Ga naar voetnoot46
 
Maer ook de leeu der vryheit, als een vogel,Ga naar voetnoot47
 
Antaeus klaeuwe ontrukt dien rijken buit.Ga naar voetnoot48
 
't Verzierzel van Andromeda bekreten,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
  Aen haere rots, ontboeit door Perseus zwaert,
 
Wort dan verstaen by 't vryen van de vaertGa naar voetnoot51
 
Voor 't helsch gedroght, van gruwelen bezeten.Ga naar voetnoot52
 
Zoo voert het lant den moedtwil 't oorlogh t'huis,Ga naar voetnoot53
[pagina 399]
[p. 399]
 
Van strant tot strant, met drijvende kasteelen,
55[regelnummer]
Al Etnaes, die uit duizent kopre keelenGa naar voetnoot55
 
Vlam braeken, met een elementsch gedruis.Ga naar voetnoot56
 
Zoo offerden, door vier en stael gedreven,
 
Uw Kurtien en Decien hun ziel;Ga naar voetnoot58
 
Toen Heemskerk, Tromp, helt Witte, en Floris viel,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
En Galen scheide in 't harnas uit dit leven.Ga naar voetnoot60
 
's Lants Zeeraet sluit aldus den leeuwentuin,Ga naar voetnoot61
 
En quijt zich, als een oorloghsdansbeleier.Ga naar voetnoot62
 
Op dat beding ga nu de berkemeierGa naar voetnoot63
 
Eens om den disch, in 't raethuis van arduin.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Dees Raet houdt zich aen Aemstels Burgerheeren
 
En hun Gerecht met recht en reên verplicht,Ga naar voetnoot65-66
 
Nu zy verheught hen helpen 't nieu gestichtGa naar voetnoot67
 
Inwijden, om de vrientschap te vermeeren.
 
Men spoel' met wijn de zorgen van het hart.
70[regelnummer]
De drooghten zijn gevaerlijk voor de kielen.
 
't Waer jammer datze aen laeger wal vervielen.Ga naar voetnoot70-71
 
De wijn verheught den geest, en heelt de smart.
 
Dus moet de vloot des koopmans gaen en keeren,Ga naar voetnoot73
 
En bank en beurs stoffeeren, zwaer van gout.Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
  Dus zeegne Godt dit zeehof, nieu gebout,Ga naar voetnoot75
 
Terwijlwe in vrede en oorlogh triomfeeren.
voetnoot*
Van 1661. - Volgens de tekst in Vondels Poëzy 1682 I, blz. 423. Het motto, ontleend aan Aeneïs VIII, 684, betekent: ‘de slapen zijn met een scheepskroon versierd.’
Opschrift: De Admiraliteit of ‘Zeeraad’ van Amsterdam vergaderde aanvankelik in het Prinsenhof. Nadat zij dit van de stad in eigendom gekregen had, verving zij in 1661 het oude gebouw door een nieuw, dat thans de zetel van 't Amsterdamse gemeentebestuur is (Amst. in de zeventiende eeuw, 's-Grav. 1897, I, blz. 83).
voetnoot1
schrap gezeten: strijdvaardig.
voetnoot2
schuimen: zuiveren.
voetnoot3
roofgedrocht: zeerovers.
voetnoot5
wijk: toevluchtsoord.
voetnoot9
's Lants zeildoek: de zeilschepen van onze Republiek.
voetnoot10
Gy (dekt); wacht: bewaking.
voetnoot11
verzekert: beveiligt.
voetnoot12
den afgront: de helse machten; hier: de zeerovers.
voetnoot14
't vertroude: wat u toevertrouwd is.
voetnoot15
Geloof en Liefde: scheepsnamen.
voetnoot16
Den vloek: synoniem van den afgront in vs. 12.
voetnoot17
eer zes paer maenen sleeten: binnen een jaar.
voetnoot19
Ernsthaftigheit: energie; barnt: gloeit.
voetnoot21
Antaeus: vervaarlike reus, zoon van Poseidon en Gaea. Opnieuw beeld voor de zeerover.
voetnoot22
t'ontwassen: ontgroeid te zijn.
voetnoot23
verbassen: aanblaffen, door blaffen schrik aanjagen.
voetnoot24
dolle: ophitsende.
voetnoot26
entren 't heiloos strant: binnendringen in de rampzalige kuststreken.
voetnoot27
leght aen bant: gevangen ligt.
voetnoot28
in d'armen (zal) loopen.
voetnoot29
braef: dapper; Herkles strantkolom: Hercules zou twee zuilen (Columnae Herculis) aan weerszijden van de tegenwoordige Straat van Gibraltar hebben opgericht.
voetnoot31
Tweezinnig; vgl. vs. 5 van 't klinkdicht op het ‘Roode Paert’; zie 't gedicht hiervóór.
voetnoot32
ter Straete: vgl. vs. 29.
voetnoot33
Alcides: Hercules als kleinzoon van Alceus.
voetnoot35
kortou: scheepskanon; grof zwanger van de doot: met zware, dood verspreidende lading.
voetnoot36
op de leus en 't oorloghsteiken: zodra het bevel en het teken voor de aanval gegeven wordt.
voetnoot37
strijkt: moet onderdoen: de tweede Hannibal: een Barbarijs aanvoerder uit hetzelfde land waar ‘out Karthage’ eens een Hannibal voortbracht.
voetnoot38
Scipio van Neêrlant: een Nederlandse zeeheld, die als een tweede Scipio de nieuwe Hannibal verslaat.
voetnoot39
scheepskroon: de krans voor een overwinning ter zee.
voetnoot40
verdooven: door zijn glans dof doen lijken.
voetnoot45
De zeeleeu van Sint Mark: Venetië; bekent: erkent.
voetnoot46
hy alleen niet: niet alleen hij.
voetnoot47
Maer (dat) ook.
voetnoot48
Antaeus: zie vs. 21.
voetnoot49
't Verzierzel: het verzonnen verhaal, de mythe; bekreten: in tranen, diep ongelukkig.
voetnoot51
Wort dan verstaen by: wordt dan begrepen door, d.w.z. krijgt dan zin, als allegorie van de bevrijding van de scheepvaart.
voetnoot52
Voor 't helsch gedroght: tegenover de zeerovers (vgl. vs. 3 en 12); van: door.
voetnoot53
Zo bestookt ons land de kwaadwilligen op hun eigen terrein met een oorlog,
voetnoot55
Etnaes: vuurspuwende monsters.
voetnoot56
elementsch: veroorzaakt door de strijd der elementen (water, vuur en lucht).
voetnoot58
Kurtiën: Curtius zou zich voor het vaderland hebben opgeofferd door zich in volle wapenrusting in een afgrond te storten om aldus de goden te verzoenen (362 v. Chr.); Deciën: zie deel 8, blz. 650; ziel: leven.
voetnoot59
Heemskerk: Jacob van Heemskerk, die in 1607 in de zeeslag by Gibraltar overwon en sneuvelde; helt Witte: Witte Cornelisz. de With; Floris: Admiraal Florisz. van Hoorn. Zie deel 8, blz. 650.
voetnoot60
Galen: Jan van Galen. Zie deel 5, blz. 570-vlg.
voetnoot61
leeuwentuin: de Hollandse tuin, als symbool voor het beschermde grondgebied van de Republiek.
voetnoot62
oorloghsdansbeleier: die de leiding neemt van de strijd.
voetnoot63
Op dat beding: op die voorwaarde, in de hoop op de vervulling van die wens; berkemeier: beker.
voetnoot64
om den disch: aan tafel rond; arduin: hardsteen.
voetnoot65-66
houdt zich verplicht: gevoelt zich verplicht; Gerecht: bestuur.
voetnoot67
gesticht: gebouw.
voetnoot70-71
In verband met het vorige vers, een schertsende beeldspraak; datze: als ze.
voetnoot73
moet: moge.
voetnoot74
stoffeeren: ruim voorzien.
voetnoot75
zeehof: paleis voor zeebelangen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius